Uitspraak
Regional Court in Siedlce(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een vonnis van de
- een vonnis van de
- een vonnis van de
- twee jaren;
- één jaar;
- 150 dagen,
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
29 oktober 2014 heeft geleid terwijl zich géén van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Evenmin is er een verzet- of hoger beroep garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW s verstrekt.
5.Strafbaarheid
District Court in Siedlcevan 18 juli 2013 (VII K 158/13) waarvoor de overlevering wordt verzocht, dient achterwege te blijven, aangezien de uitvaardigende justitiële autoriteit deze strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 20, te weten:
District Court in Siedlcevan 4 maart 2015 (II K 672/14) en van de
District Court in Siedlcevan 29 oktober 2014 (II K 578/14) niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
- ‘Verklaringen geregistreerd inkomen’ van de Belastingdienst van de jaren 2016 tot en met 2020, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon in ieder geval in de jaren 2016, 2018, 2019 en 2020 ten minste de helft van de toepasselijke bijstandsnorm heeft verdiend;
- Een schermafbeelding van de ‘Aangifte inkomstenbelasting 2017’, waaruit volgt dat de opgeëiste persoon ook in 2017 ten minste de helft van de toepasselijke bijstandsnorm heeft verdiend.
7.Slotsom
8.Beslissing
HEROPENT EN SCHORSThet onderzoek ter zitting
voor onbepaalde tijdom de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de benodigde informatie bij de IND op te vragen;
STELT VASTdat de beslistermijn op 17 mei 2022 is verstreken, er daarmee niet langer een grond voor overleveringsdetentie bestaat:
BEPAALTdat de opgeëiste persoon onmiddellijk in vrijheid dient te worden gesteld;
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman;
BEVEELTde oproeping van een tolk in de Poolse taal tegen voornoemde nader te bepalen datum en tijdstip.