ECLI:NL:RBAMS:2022:3267

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
C/13/718326 / KG ZA 22-479 AB/EB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanpassing en offline halen van documentaire over bekende Nederlander

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. C.J.P. Liefting, en de gedaagden FCCE B.V. en VIDEOLAND B.V., vertegenwoordigd door mr. W.M.M. de Vries. De eiser vorderde dat de documentaire 'Op hete kolen, het leven volgens [eiser]' offline zou worden gehaald en aangepast, omdat hij meende dat deze in strijd was met gemaakte afspraken en een vertekend beeld van zijn leven gaf. De documentaire, die sinds 3 juni 2022 op Videoland te zien is, is het resultaat van een samenwerking tussen de eiser en FCCE, waarbij de regisseur [naam 2] de vrijheid had om het eindresultaat te bepalen. De rechter oordeelde dat de eiser geen vetorecht had over de montage en dat de documentaire niet onrechtmatig was. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, evenals zijn verzoek om afgifte van beeldmateriaal en contracten. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van FCCE en Videoland op € 1.692,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/718326 / KG ZA 22-479 AB/EB
Vonnis in kort geding van 13 juni 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij gelijkluidende dagvaardingen op verkorte termijn van 8 juni 2022,
advocaat mr. C.J.P. Liefting te Mijdrecht,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FCCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIDEOLAND B.V.,
gevestigd te Hilversum,
gedaagden,
advocaat mr. W.M.M. de Vries te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] , FCCE en Videoland worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 9 juni 2022 heeft [eiser] de vorderingen uit de dagvaarding toegelicht. De vordering tot afgifte van stukken en persoonlijke bezittingen heeft hij ingetrokken. FCCE en Videoland hebben verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en pleitaantekeningen overgelegd.
Op de zitting was [eiser] aanwezig met mr. Liefting. Aan de kant van FCCE en Videoland waren aanwezig [naam 1] (directeur FCCE), [naam 2] (regisseur) en [naam 3] (opdrachtgever vanuit Videoland) met mr. De Vries.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
FCCE is een mediaproductiebedijf. Haar directeur, [naam 1] , is twee jaar geleden in contact gekomen met [eiser] , waarna het idee is ontstaan om een documentaire te maken over diens leven. [naam 2] zou regisseren en Videoland was bereid het project te financieren. Opzet van de documentaire was dat [naam 2] [eiser] gedurende langere tijd met een camera zou volgen en een film zou samenstellen op basis van de gemaakte beelden, aangevuld met archiefmateriaal en interviews met familieleden en andere betrokkenen. [naam 2] kreeg van [eiser] de vrije hand en overal toegang toe. Voor zijn medewerking zou [eiser] een financiële vergoeding krijgen.
2.2.
De afspraken tussen partijen zijn vastgelegd in een quitclaim, door [eiser] ondertekend op 27 juni 2021, en in een e-mail van [naam 1] van 9 december 2021 waarop [eiser] nog diezelfde dag akkoord heeft gegeven.
In de quitclaim staat voor zover hier van belang het volgende:
“Door ondertekening van dit document geeft u FCCE / RTL Videoland expliciet toestemming om opnamen (wellicht verspreid over meerdere draaidagen) te maken en om deze in de documentaire te verwerken. Deze documentaire mag FCCE / RTL Videoland vervolgens onbeperkt in tijd, wereldwijd en op alle mogelijke wijzen geheel of gedeeltelijk openbaar (doen) maken en verveelvoudigen, waaronder via (digitale) televisie-uitzendingen, (bioscoop-) vertoning, internet, symposia, workshops, onderwijs, festivals etc, alsmede via verdere exploitatie van de documentaire, waaronder begrepen op beeld- en geluiddragers (bijv. DVD’s van de documentaire).
Verder is het mogelijk dat we ter promotie van de documentaire stills of foto’s uit de documentaire gebruiken, waaronder voor een DVD of poster; ook hiervoor geeft u toestemming. FCC / RTL Videoland zegt toe de van u gemaakte opnamen alleen te gebruiken in de hier vermelde documentaire. We zullen u ook (indien mogelijk) op de hoogte houden van uitzenddata van de documentaire. (…)”
In de e-mail van [naam 1] staat onder meer het volgende:
“Heel tof dat je zoveel ruimte en tijd aan [naam 2] / ons gunt en dat we alles mogen draaien; zoals afgesproken draaien we alles en mogen we ook alles laten zien (lees: gebruiken in de montage). Dat geeft een volledig beeld van jou als ondernemer, vader, inspirator, echtgenoot, BN-er etc… en de kijker mag zijn eigen mening vormen. Je hebt dus alleen toestemming gegeven om het gedraaide materiaal te gebruiken voor deze drie-delige docu. (…)”
2.3.
[naam 2] heeft [eiser] gedurende ongeveer acht maanden gevolgd en gefilmd.
2.4.
De documentaire “Op hete kolen, het leven volgens [eiser] ” is sinds 3 juni 2022 te zien op Videoland. Het gaat om drie afleveringen van elk 42 minuten.
2.5.
[eiser] heeft FCCE en Videoland laten weten niet tevreden te zijn met het resultaat, met name niet over de derde aflevering.
3. Het geschil
3.1.
Na vermindering van eis vordert [eiser] , kort gezegd, (i) de documentaire offline te halen en na aanpassing en akkoord van allen weer online te zetten en (ii) afgifte aan hem van (een kopie van) het beeldmateriaal en een kopie van de onderliggende contracten, alles op straffe van verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van FCCE en Videoland in de proceskosten.
3.2.
[eiser] wil de documentaire offline hebben, omdat die in strijd is met de gemaakte afspraken. De documentaire is geen uitgebalanceerde levensbeschrijving geworden, maar geeft een krom beeld van zijn persoon. Dat het van hem geschapen beeld niet evenwichtig is, blijkt volgens [eiser] wel uit de resterende 78 uur aan geschoten materiaal. Hij mist in het bijzonder de interviews met mensen die hem in zijn jeugd hebben meegemaakt en die verslag hadden kunnen doen van zijn thuissituatie. Daarmee was duidelijk gemaakt hoe hij is opgegroeid en hoe hij is geworden zoals hij is. FCCE en Videoland berokkenen hem schade als persoon, als familieman en als ondernemer, door te weigeren om het portret evenwichtiger te maken met gebruikmaking van dat materiaal. Zij handelen daarom onrechtmatig jegens hem, aldus [eiser] .
3.3.
FCCE en Videoland voeren verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover voor de beoordeling van belang, hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier niet om een in opdracht van [eiser] gemaakte (promotie)film, die hij naar believen kan laten aanpassen totdat het resultaat hem bevalt. Het is een documentaire over zijn leven, waaraan hij alle medewerking heeft verleend. Hij heeft daarbij geen inspraak of vetorecht over het eindresultaat bedongen, integendeel, de makers hebben de vrije hand gekregen, ook bij de montage, zoals blijkt uit de e-mail van [naam 1] .
4.2.
Vooraf is wèl afgesproken dat het een eerlijk, evenwichtig en integer portret zou worden. Partijen zijn het er niet over eens of de documentaire daarin is geslaagd. Regisseur [naam 2] meent van wel. Van [eiser] hoeft er niet zozeer iets uit, maar volgens hem zou pas een integer portret ontstaan als ook de interviews met mensen die hem in zijn jeugd hebben meegemaakt erin worden opgenomen.
4.3.
Het is uiteindelijk aan de regisseur om te kiezen welke fragmenten in de film worden gebruikt en welke niet. Dat is niet aan [eiser] en zeker niet aan de rechter. Voor ingrijpen zou alleen reden kunnen zijn als het resultaat zonder meer onrechtmatig was jegens [eiser] , maar dat is niet het geval.
4.4.
In de documentaire, die voorafgaand aan de zitting door de voorzieningenrechter is bekeken, komen allerlei facetten van [eiser] persoonlijkheid aan bod, niet louter negatieve.
Van een volstrekt vertekend beeld is geen sprake.
[naam 2] heeft toegelicht liever mensen in actie te filmen dan gesprekken over wat er is gebeurd. Interviews zijn soms nodig, maar wil hij liever niet te veel gebruiken.
De keuze om niet meer van de interviews te gebruiken houdt dus verband met de stijl van de regisseur. Verder moest de overvloed aan materiaal worden teruggebracht tot drie maal 42 minuten. [naam 1] heeft uitgelegd dat daarom is gekozen voor scènes die telkens exemplarisch zijn voor karaktertrekken van [eiser] , of die nu positief of negatief zijn. Enige onrechtmatigheid jegens [eiser] is daarin niet te ontdekken. De vorderingen die zijn gericht op offline halen en aanpassing van de film, zijn alleen daarom al niet toewijsbaar.
4.5.
Ook de vorderingen tot afgifte van het beeldmateriaal en van de onderliggende overeenkomsten worden afgewezen. FCCE en Videoland zijn immers niet verplicht tot afgifte van dat beeldmateriaal, en ook niet van de onderliggende overeenkomsten voor zover [eiser] daarbij geen partij is.
De overeenkomsten waarbij hij wel partij is, te weten de quitclaim en de e-mailcorrespondentie aangehaald onder 2.2., zijn al bekend bij hem.
Bij afgifte van die documenten heeft hij dan ook geen belang.
4.6.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van FCCE en Videoland worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van FCCE en Videoland tot op heden begroot op € 1.692,00,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: EB