Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 juli 2020,
- doorhaling van de zaak op 7 oktober 2020,
- opbrenging van de zaak op 14 oktober 2020 met akte overlegging producties van Bor,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, met producties,
- de antwoordakte in incident,
- het vonnis in incident van 17 februari 2021,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens incidentele vordering ex artikel 843a Rv,
- het vonnis in incident van 9 juni 2021,
- het tussenvonnis van 13 oktober 2021, waarbij een bijeenkomst van partijen is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 3 februari 2022, met de
zou een opstelling geven wat de totale kosten zijn, als ware het dat [naam 3] de Bouwer wordt.
(…)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
5.De beslissing
27 juli 2022voor het overleggen van bewijsstukken en het nemen van een akte door Van der Leij als bedoeld in r.o. 4.76;