ECLI:NL:RBAMS:2022:3360

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
C/13/710865 / HA ZA 21-1054
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer in vrijwaringszaak; gebreken aan woning niet hersteld

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in een vrijwaringsprocedure tussen de besloten vennootschap MIDVAST B.V. en de aannemer [gedaagde] B.V. MIDVAST, een projectontwikkelaar, had een woning aangekocht en deze laten verbouwen door [gedaagde]. Na de verkoop van de woning aan de familie [naam 3] kwamen er gebreken aan het licht, waaronder vochtproblematiek. MIDVAST heeft [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de gebreken en vorderde schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] niet in de gelegenheid was gesteld om de gebreken te herstellen, zoals vereist in de aanneemovereenkomst. De rechtbank concludeerde dat [gedaagde] niet aansprakelijk was voor de kosten die MIDVAST had gemaakt voor herstelwerkzaamheden, omdat [gedaagde] voldoende gelegenheid had gekregen om de gebreken te verhelpen, maar dit niet had kunnen doen door de omstandigheden. De vorderingen van MIDVAST werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/710865 / HA ZA 21-1054
Vonnis in vrijwaring van 15 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIDVAST B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. S. Pentinga te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. I.N.A. Denninger te Haarlem.
Partijen zullen hierna Midvast en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 april 2022 en de daarin genoemde stukken. Nadien is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Midvast is een projectontwikkelaar en heeft in die hoedanigheid een woning aan de [adres 1] (hierna: de woning) aangekocht.
2.2.
[gedaagde] is een aannemer en heeft in 2014/2015 in opdracht van Midvast de woning verbouwd en van een aanbouw voorzien.
2.3.
In de aannemingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst) tussen Midvast en [gedaagde] van 25 september 2014 is onder meer het volgende bepaald:

A. Van toepassing zijnde bescheiden.
a. De werkzaamheden zoals genoemd in deze overeenkomst zijn gebaseerd op en dienen te worden uitgevoerd volgens onderstaande in uw bezit zijnde bescheiden c.q. voorwaarden:
 Tekeningen en Rapporten: (…)
b. Tevens gelden de volgende bescheiden c.q. voorwaarden:
 Uniforme Administratieve Voorwaarden 1989 (U.A.V. 1989)
(…)
B. Omvang van de levering en werkzaamheden.
Het realiseren van een appartement op de begane grond conform werkomschrijving en tekeningen.
(…)
C. Condities.
(…)
s. De opdrachtnemer dient voor de duur van het werk en de onderhoudstermijn een Constructie All Risk-verzekering (CAR-verzekering) af te sluiten, waarin als verzekerden worden aangemerkt de opdrachtgever, diens vertegenwoordiger(s), de opdrachtnemer en eventuele onderaannemers. De wettelijke aansprakelijkheid van genoemde verzekerden dient in deze verzekering te zijn begrepen. Krachtens de verzekering geldende eigen risico’s evenals andere, niet door deze verzekering gedekte schaden, blijven ten laste van de verzekerde die hiervoor in beginsel aansprakelijk is. De verzekering moet uit gaan van een
primaire dekking, uitsluiting van regres evenals dekking van fabricage en/of ontwerpfouten en eigen gebrek.
De opdrachtnemer vrijwaart opdrachtgever voor eventuele schade en aansprakelijkheid van derden.”
2.4.
In de technische omschrijving van de woning bij de overeenkomst is onder meer het volgende bepaald:

Algemene projectgegevens:
Korte omschrijving van het werk: Het renoveren van pand en aanbrengen van betonnen aanbouw (vernieuwbouw) gelegen aan de [adres 2] .
(…)
Garantieverklaringen:
Voor de volgende disciplines dienen bij de oplevering garantieverklaringen aan de directie te worden verstrekt:
Waterdichtheid betonconstructies 10 jaar
(…)
Loodgieterwerk en sanitair 7 jaar
(…)
Deze garantieverklaringen zullen worden overgedragen aan de toekomstige eigenaars.”
2.5.
In de Uniforme Administratieve Voorwaarden 1989 (hierna: UAV) is onder meer het volgende bepaald:

HOOFDSTUK I. ALGEMEEN
§ 2. Van toepassing zijnde voorschriften, tegenstrijdige bepalingen
1. De bepalingen van deze U.A.V. gelden voor zover daarvan in in het bestek niet uitdrukkelijk is afgeweken.
(…)
HOOFDSTUK III. ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN PARTIJEN
(…)
§ 6. Verplichtingen van de aannemer
(…)
7. Onvoldoend werk wordt binnen een door de directie in billijkheid te stellen termijn tot haar genoegen door de aannemer verbeterd of vernieuwd. Deze verbetering of vernieuwing geschiedt op kosten van de aannemer, tenzij het onvoldoend werk het gevolg is van een omstandigheid die voor rekening van de opdrachtgever komt.”
2.6.
De verbouwing van de woning is de laatste klus die [gedaagde] heeft aangenomen. Twee personeelsleden van [gedaagde] , de heren [naam 1] en [naam 2] , hebben de activa van [gedaagde] overgenomen en een nieuwe vennootschap opgericht: [naam bv] B.V. (hierna: [naam bv] ).
2.7.
Op 10 juli 2015 heeft Midvast de woning aan de familie [naam 3] verkocht. De koopprijs van de woning bedroeg € 900.000,-. De woning is op 29 september 2015 geleverd.
2.8.
De woning had volgens de familie [naam 3] gebreken. Zij hebben meerdere deskundigen (Buildingdoctors, Het Inspectiehuis en Bureau voor de Bouwpathalogie) ingeschakeld om onderzoek te doen naar de gebreken van de woning. Door de deskundigen is vochtproblematiek in de woning geconstateerd en zijn rapporten opgesteld.
2.9.
Op verzoek van Midvast heeft [naam bv] de vochtproblematiek in de woning proberen te verhelpen.
2.10.
Bij brief van 7 januari 2019 heeft (de gemachtigde van) Midvast [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de geconstateerde gebreken en de schade als gevolg daarvan en [gedaagde] gesommeerd tot herstel van de gebreken.
2.11.
Bij e-mail van 17 januari 2019 heeft [gedaagde] gereageerd op de e-mail van (de gemachtigde van) Midvast. [gedaagde] heeft een reactie gegeven op de gebreken en de schade en heeft daarnaast onder meer het volgende geschreven:
“Het lijkt mij ook verstandig om de eigenaar van de woning opdracht te geven bij zijn verzekeraar de vervolgschade van een eventuele lekage valt onder deze dekking.
Het repareren of herstellen van de oorzaak zal indien wij aansprakelijk zijn hiervoor, voor onze kosten komen.
Wij zien graag een uitnoding om het een en ander door te nemen en te kijken welke paden bewandeld moeten worden.”
2.12.
Bij e-mail van 11 juli 2019 heeft [gedaagde] onder meer het volgende aan Midvast geschreven:
“Onze oplossing hiervoor is de epdm dakbedekking los te halen, de betonvloer te primeren en deze in te gieten met warme bitumen, hierbij wordt ook de put geheel ingegoten met warme bitumen, zodat deze afgeseald is van het beton en hier geen water meer in kan trekken.
Vervolgens wordt hier weer epdm dakbedekking op de bitumen vastgeplakt en wordt een goede hechting verkregen.
Langs de kozijnen bij de dts kunststof onderdorpels wordt de dakbedekking afgekit met polymeer zwarte kit.
Op deze wijze wordt ons inziens het geheel goed waterdicht gemaakt.
Hierna worden de vlonders weer terug geplaatst.”
2.13.
Midvast heeft het plan van aanpak van [gedaagde] aan de familie [naam 3] voorgelegd. De familie [naam 3] heeft geen gelegenheid geboden om dit plan uit te voeren.
de procedure in de hoofdzaak
2.14.
Op 11 juni 2020 heeft de familie [naam 3] Midvast gedagvaard en (samengevat) gevorderd dat Midvast wordt veroordeeld de koopovereenkomst na te komen, destructief onderzoek uit te voeren en voorts herstel van de geconstateerde gebreken aan hun woning uit te voeren.
2.15.
Op 23 april 2021 is de familie [naam 3] met vertegenwoordigers van Midvast en [gedaagde] in de woning geweest, tezamen met de door Midvast ingeschakelde contra expert, de heer Van den Elshout van ONE Expertises B.V. (hierna: ONE).
2.16.
Uit een rapport van ONE van 23 juni 2021 volgt onder meer het volgende:

OPDRACHT EN VERRICHTINGEN
(…)
Het doel van die inspectie was om de situatie ter plaatse te beoordelen en het hersteladvies van [gedaagde] te beoordelen. (…)
BEVINDINGEN
(…)
Lekkages door gebrekkige aansluitingen van de patioterrassen
De patioterrassen zijn afgewerkt met een EPDM-dakbedekking met daaronder hemelwaterafvoeren. Onder de dakbedekking is een harde persing aangebracht gelegd en op de dakbedekking zijn houten terrasplanken gelegd. De hemelwaterafvoeren/afvoerputten liggen in het isolatiepakket en zijn niet aangewerkt. Hierdoor komt er structureel hemelwater op de betonnen constructievloer terecht. Tevens hebben wij naden en losse aansluitingen geconstateerd bij de aansluiting van het EPDM op de gevels en kozijnen. [gedaagde] stelt voor om de EPDM-dakbedekking los te halen, de betonvloer te primeren en deze vervolgens af te werken met vloeibare bitumen. Hierna worden de isolatie en het EPDM opnieuw aangebracht.
Wij kunnen ons vinden in dit herstel. Daarbij adviseren wij een dunnere, hoogwaardige isolatie te gebruiken, gelijk aan de hoogte van de afvoerput.(…)
Scheurvorming in de dekvloeren
Op basis van onze bevindingen tijdens de inspectie delen wij de conclusie van het BvB [Bureau voor Bouwpathalogie, rechtbank] dat de scheurvorming in de dekvloeren wordt veroorzaakt door krimp.
(…)
Scheurvorming in een dekvloer als de onderhavige zal altijd optreden, ook wanneer wel krimpwapening wordt toegepast. (…) Het ontstaan van de scheurvorming is in die zin geen gebrek. (…)
Foutieve aansluitingen/installatie van de pomp
Tijdens de inspectie bleek dat de pomp inmiddels was vervangen.
Afvoerprobleem in de badkamer, grenzend aan de keuken
In deze kleinere badkamer stroomt het water tijdens het douchen de badkamer en vervolgens de aansluitende kamer in.
Wij stelden vast dat de douche relatief klein en kort is voor een toepassing zonder douchebak of waterkering. Tevens ontbreekt een deurdorpel. Daarbij merken wij op dat dit een zichtbaar aspect was tijdens de oplevering/overdracht van de woning aan wederpartij.
Toepassing van een douchebak en het inkorten van de deur met het toepassen van een dorpel moeten dit probleem in de toekomst voorkomen.
Lekkages in de houten berging/water op de daken
Allereerst stelden wij vast dat er sprake was van een aanzienlijke hoeveelheid vuil op het schuurdak. Dit zorgt voor verstopping van de hemelwaterafvoer.
(…)
Wij adviseren de schuur weer voldoende te ventileren, maar achten dit geen werkzaamheden die door [gedaagde] en/of Midvast moeten worden uitgevoerd.
In aansluiting op de geconstateerde hoeveelheid vuil en groen op het schuurdak en de overige platte daken, adviseren wij om deze daken, met name in de herfst, regelmatig schoon te maken.
Verlichting in de badkamer(s)
In de badkamer is een lichtpunt boven de douche aangebracht. Wij adviseren dit lichtpunt aan te passen naar een voor een natte ruimte toepasbare lichtbron, bijvoorbeeld een lichtpunt met een 12-volt aansluiting.
Scheurvorming in de linker zijwand
De scheurvorming in de linker zijwand is het gevolg van onvoldoende dilatatie of het ontbreken daarvan. Wij adviseren alsnog een dilatatie aan te brengen.
Hoogte betonplint
(…) wij merken dit dan ook niet als een gebrek aan.
Entree voorzijde
Tijdens de inspectie is tevens gekeken naar de entree aan de voorzijde. Hoewel deze verder niet gebrekkig is, stelden wij vast dat het aansluitende trottoir afloopt richting de woning en achten wij de afvoercapaciteit op de straat bij zwaardere regenval beperkt.”
2.17.
Bij e-mail van 30 juni 2021 heeft Midvast het rapport van ONE aan [gedaagde] gezonden. Bij e-mail van 26 juli 2021 vraagt Midvast of [gedaagde] nog bereid is om het herstel van de gebreken uit te voeren, of dat een financiële afwikkeling de voorkeur heeft.
2.18.
Bij e-mail van 10 augustus 2021 heeft (de gemachtigde van) [gedaagde] onder meer het volgende aan (de gemachtigde van) Midvast geschreven:
“Cliënte is wel bereid tot herstel van de dakbedekking en stelt graag in overleg met uw cliënte en de bewoners vast wanneer die werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.”
2.19.
Bij e-mail van 7 oktober 2021 heeft Midvast onder meer het volgende gereageerd:
“* De heer [naam 4] erkent dat de bedekking van de patio’s niet goed is uitgevoerd en geeft aan de gebreken voor rekening en risico zelf te willen herstellen;
* De heer [naam 4] heeft echter niet kenbaar gemaakt ook de vochtschade – die het gevolg is van de onjuist aangebrachte dakbedekking van de patio’s – op de binnenwanden en de begane grondvloer te herstellen;
* Het zal duidelijk zijn dat deze (gevolg)schade dient te worden hersteld voor rekening en risico van de heer [naam 4] ; (…)
* Gezien het feit dat wij niet tot afspraken kunnen komen met de heer [naam 4] stellen wij voor – mede met het oog op het komen tot goede afspraken met de familie [naam 3] voor uitvoeren van de herstelwerkzaamheden – dat Midvast de herstelwerkzaamheden zal (laten) uitvoeren;
* Wij stellen voor aan de heer [naam 4] dat hij een financiële bijdrage levert aan de herstelwerkzaamheden aan de patio bedekking, vloeren en binnenwanden van in totaal € 25.000,00 excl. BTW.”
2.20.
Bij e-mail van 12 oktober 2021 heeft (de gemachtigde van) [gedaagde] onder meer het volgende gereageerd:
“Cliënte is niet akkoord met het voorstel tot financiële afwikkeling van uw cliënte. In het kader van een regeling is zij wel bereid om de ‘dakbedekking’ te herstellen zoals eerder aangeboden en voorts om de vochtschade te herstellen. Dat voorstel doet zij onverplicht. In tegenstelling tot hetgeen uw cliënte stelt is de vochtoverlast namelijk niet het gevolg van de wijze van aanbrengen van de dakbedekking en ook als dat anders zou zijn is cliënte daarvoor niet aansprakelijk.
(…)
Overigens zou gevolgschade ook niet vallen onder de herstelverplichting van de garantieregeling van par. 22 UAV 1989 (…), maar wel onder de vervaltermijn van par. 12 lid 4. (…)
Cliente zou nu eindelijk graag in de gelegenheid worden gesteld de door haar voorgestelde werkzaamheden aan de ‘dakbedekking’ te verrichten, waarbij zij de vochtschade dan ook zal herstellen.”
2.21.
Op 17 december 2021 heeft de familie [naam 3] een minnelijke regeling met Midvast getroffen. Deze regeling is vastgelegd in het proces verbaal van mondelinge behandeling van de hoofdzaak.

3.Het geschil

3.1.
Midvast vordert – samengevat en na eiswijziging – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor alle schade die Midvast heeft geleden als gevolg van de tekortkomingen van [gedaagde] in het uitgevoerde werk aan de woning;
II. [gedaagde] veroordeelt binnen 14 dagen na vonnisdatum aan Midvast een vergoeding van € 80.000,-, te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente;
III. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente.
3.2.
Midvast legt aan haar vordering ten grondslag dat de familie [naam 3] al kort na de koop van de woning vochtproblematiek in de woning heeft geconstateerd. [gedaagde] heeft de vochtproblematiek laten verhelpen door onderaannemer [naam bv] . Deze herstelpogingen hebben echter niet tot het gewenste resultaat geleid, want de familie [naam 3] heeft daarna opnieuw een melding van lekkage gemaakt. Midvast heeft [gedaagde] opnieuw verzocht om kosteloos en deugdelijk te herstellen. Er is onderling overleg geweest tussen Midvast en [gedaagde] , maar dit heeft niet geleid tot een plan van aanpak waar de familie [naam 3] vertrouwen in had. Midvast heeft [gedaagde] voldoende de gelegenheid geboden om over te gaan tot herstel van de gebreken, maar [gedaagde] is in verzuim gebleven.
3.3.
[gedaagde] voert als verweer dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om de gebreken aan de woning te herstellen. Het bedrijf [naam bv] is geen onderaannemer van [gedaagde] , maar een nieuwe vennootschap, opgericht door twee (voormalig) personeelsleden van [gedaagde] . In de loop van 2015 is het bedrijf van [gedaagde] een lege huls geworden. [gedaagde] is pas veel later, in 2019, op de hoogte gesteld van (de mate van) de vochtproblematiek die de familie [naam 3] ondervond. [gedaagde] heeft meegedacht over een oplossing en meerdere malen aangeboden om de gebreken te herstellen. Dat de voorgestelde oplossing niet voldoende was voor de familie [naam 3] , kan [gedaagde] niet worden tegengeworpen. De aanneemovereenkomst tussen [gedaagde] en Midvast bevat niet dezelfde verplichtingen als de koopovereenkomst tussen Midvast en de familie [naam 3] , aldus tot zover steeds [gedaagde] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in dit geschil over de vraag of [gedaagde] de kosten moet vergoeden die Midvast heeft gemaakt in verband met herstelwerkzaamheden aan de woning. Vast staat dat [gedaagde] in 2014/2015 in opdracht van Midvast werkzaamheden aan de woning heeft verricht op basis van een aanneemovereenkomst waarop de UAV van toepassing zijn. Voorts staat vast dat nadien vochtproblemen zijn geconstateerd. Over de oorzaak daarvan zijn partijen het niet (geheel) eens. Wel heeft [gedaagde] aangeboden de dakbedekking (aangebracht op verschillende patio terrassen in de uitbouw van de woning) en de vochtschade te herstellen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid omdat de familie [naam 3] niet akkoord ging met het voorstel. Uiteindelijk hebben andere partijen op verzoek van Midvast herstelwerkzaamheden uitgevoerd waarvan de kosten in deze vrijwaringsprocedure van [gedaagde] gevorderd worden.
4.2.
Vooropgesteld wordt dat het technische rapport van 23 juni 2021, opgesteld door ONE (2.16), door partijen wordt onderschreven. Dat hebben zij ter zitting bevestigd. De rechtbank zal daarom met betrekking tot de gestelde gebreken uitgaan van de bevindingen in dit rapport.
dakbedekking
4.3.
Met het rapport van ONE staat voldoende vast dat sprake was van een tekortkoming van [gedaagde] ten aanzien van de dakbedekking. Uit het rapport volgt ook dat de expert van ONE zich kan vinden in het herstel zoals door [gedaagde] op dit punt is voorgesteld (zie 2.16). Volgens paragraaf 6.7 van de UAV moet de aannemer onvoldoende werk op eigen kosten herstellen. Anders dan gesteld door Midvast, heeft zij [gedaagde] hiertoe niet (voldoende) de mogelijkheid voor gegeven. Daartoe geldt het volgende.
4.4.
Zowel in 2019 (2.12) als in 2021 (2.18 en 2.20) heeft [gedaagde] aangeboden de dakbedekking te herstellen. Deze aanbiedingen hebben niet tot herstel geleid. Zoals door de heer Orth van Midvast ter zitting is toegelicht, wilde Midvast een compleet herstelplan van [gedaagde] omdat de familie [naam 3] dat verlangde. Voor de familie [naam 3] was alleen het herstel van de gebreken niet voldoende. Omdat [gedaagde] geen compleet herstelplan heeft aangeboden, heeft Midvast andere partijen het herstel laten uitvoeren.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank kan Midvast echter niet van [gedaagde] verlangen dat hij herstelt op de manier zoals de familie [naam 3] dat verlangde. In de UAV staat dat fouten van aannemers hersteld moeten worden, maar dit is geen verplichting tot een compleet herstel zoals de familie [naam 3] dat wenste. Uit het rapport van ONE volgt dat [gedaagde] bereid was te herstellen op een wijze die door de expert van ONE, door Midvast zelf ingeschakeld, werd onderschreven. Op welke grond [gedaagde] tot meer verplicht was is onvoldoende gebleken. Dat Midvast het complete herstel, zoals de familie [naam 3] dat wenste, door anderen heeft laten uitvoeren, mogelijk ingegeven door haar eigen verplichtingen jegens de familie [naam 3] , is een keuze geweest van Midvast en komt voor haar rekening. De stelling van Midvast dat gegeven de inmiddels verstreken tijd en gebrek aan vertrouwen zij [gedaagde] geen gelegenheid meer hoefde te geven tot herstel wordt verworpen. In juli 2019, circa zes maanden na de eerste sommatie, heeft [gedaagde] herstel aangeboden. Dat dit vervolgens niet heeft plaatsgevonden kan niet aan [gedaagde] worden tegengeworpen. Het gebrek aan vertrouwen is onvoldoende onderbouwd, in het bijzonder nu het rapport van ONE daar geen enkele aanwijzing voor bevat hetgeen wel voor de hand had gelegen. Tot slot heeft Midvast nog gewezen op de niet geslaagde herstelwerkzaamheden van [naam bv] , maar dit is niet de partij met wie Midvast heeft gecontracteerd voor de oorspronkelijke werkzaamheden zodat wat [naam bv] wel of niet gedaan heeft in het midden kan blijven in deze procedure.
overige punten in rapport van ONE
4.6.
De overige punten die in het rapport van ONE worden besproken kunnen evenmin leiden tot toewijzing van het gevorderde. De bevindingen van ONE met betrekking tot deze punten zijn dat geen sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] , dat het probleem al is opgelost, of dat het genoemde punt niet wordt gezien als een gebrek. Voor zover de bevindingen van ONE geen uitsluitsel geven of dit een tekortkoming van [gedaagde] is (de onderwerpen “Verlichting in de badkamer(s)” en “ Scheurvorming in de linker zijwand”) had het op de weg van Midvast gelegen nader – dus na het rapport van ONE – aan te geven waarom daarvan sprake was. Dat heeft zij nagelaten. Voor al deze overige punten geldt daarom dat Midvast niet van [gedaagde] kan verlangen dat hij de kosten van het herstel daarvan draagt.
vrijwaring in de overeenkomst en garanties
4.7.
Midvast doet tot slot een beroep op de vrijwaringsbepaling in de overeenkomst en de gegeven garanties. In de overeenkomst is bepaald dat [gedaagde] Midvast vrijwaart voor eventuele schade en aanspraken van derden (2.3). Daarnaast heeft [gedaagde] in de technische omschrijving bij de overeenkomst nadrukkelijk garanties verleend voor delen van het werk waaraan gebreken zijn geconstateerd (2.4).
4.8.
[gedaagde] betwist dat zij tot vrijwaring is gehouden. De eisen van goed en deugdelijk werk brengen niet met zich dat een aannemer die aan een bestaand pand heeft gewerkt conform de instructies van een projectontwikkelaar daarmee ook aansprakelijk is voor alle aanspraken die een koper op basis van een koopovereenkomst op de projectontwikkelaar heeft. De contractuele- en wettelijke bepalingen voor koop- en aanneemovereenkomsten zijn verschillend. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat in de overeenkomst weliswaar staat dat [gedaagde] Midvast vrijwaart voor eventuele schade van derden, maar die bepaling ziet op CAR-verzekeringstechnische aspecten, aldus [gedaagde] . Het gaat daarbij om schade die ontstaat tijdens de uitvoering van het werk en niet om schade die nadien is ontstaan. Of [gedaagde] aansprakelijk is jegens Midvast hangt af van de vraag of zij een fout heeft gemaakt in haar contractuele verhouding met Midvast. Daar is volgens [gedaagde] geen sprake van. Tot slot voert [gedaagde] aan dat zelfs als Midvast een beroep op de garanties toe zou komen – hetgeen [gedaagde] betwist – [gedaagde] verplicht is tot herstel. [gedaagde] is echter niet in de gelegenheid gesteld om te herstellen, aldus [gedaagde] .
4.9.
Het verweer van [gedaagde] wordt gevolgd. Midvast heeft niet meer gereageerd op de toelichting van [gedaagde] dat de vrijwaringsbepaling in de overeenkomst geen onbeperkte/onvoorwaardelijke vrijwaring is maar in de context van de CAR-verzekering gelezen moet worden en het gaat om schade die is ontstaan tijdens het uitvoeren van het werk. Dat is iets anders dan een (dreigende) aanspraak van familie [naam 3] uit hoofde van een koopovereenkomst die zij met Midvast heeft gesloten. Het had op de weg van Midvast gelegen nader te onderbouwen waarom, los van een tekortkoming van [gedaagde] onder de overeenkomst, [gedaagde] gehouden was op grond van de vrijwaringsbepaling Midvast te betalen. Dat heeft zij nagelaten. Ten aanzien van de gestelde inbreuk op de garanties geldt dat deze onvoldoende is onderbouwd (zie ook het rapport van ONE) en [gedaagde] ook niet de gelegenheid heeft gekregen om de gebreken te herstellen conform de UAV.
conclusie
4.10.
De conclusie is dat [gedaagde] niet gehouden is de kosten te vergoeden die Midvast heeft gemaakt in verband met herstelwerkzaamheden aan de woning. De vorderingen van Midvast, ook de verklaring voor recht die van een schadeplichtigheid van [gedaagde] uitgaat, zullen worden afgewezen. Bij deze uitkomst behoeven de overige punten geen bespreking.
proceskosten
4.11.
Midvast zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat
2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.270,00
4.12.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Midvast in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 4.270,00,
5.3.
veroordeelt Midvast in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Midvast niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, rechter, bijgestaan door mr. K.E. Luijckx, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: KL