ECLI:NL:RBAMS:2022:3551

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juni 2022
Publicatiedatum
23 juni 2022
Zaaknummer
EA 22-258
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Nederlandse rechter in arbeidsgeschil met Italiaanse werknemer

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Coty International B.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter in Amsterdam om een vergoeding te verkrijgen wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die in Italië woont. Coty heeft op 22 april 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin zij onder andere een vergoeding van € 43.056,29 vraagt, vermeerderd met wettelijke rente, en een boete van € 10.000,-. Daarnaast verzoekt Coty om terugbetaling van bonussen die aan de werknemer zijn uitgekeerd. De werknemer, aangeduid als [verweerder], is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

Coty stelt dat de kantonrechter in Amsterdam bevoegd is, omdat in de arbeidsovereenkomst een forumkeuzebeding is opgenomen voor de Nederlandse rechter. Echter, de Italiaanse rechter is op grond van de EEX-verordening bevoegd, aangezien de werknemer in Italië woont. De kantonrechter oordeelt dat het niet reageren van de werknemer op de communicatie van Coty niet kan worden gezien als stilzwijgende instemming met de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. De kantonrechter concludeert dat Coty haar verzoeken alleen kan indienen bij de Italiaanse rechter en verklaart zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen.

De beschikking is gegeven door mr. M.V. Ulrici op 23 juni 2022, waarbij Coty de eigen proceskosten moet dragen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9833941 EA VERZ 22-258
beschikking van: 23 juni 2022
func.: 364

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap COTY INTERNATIONAL B.V.

gevestigd te Amsterdam
verzoekster, nader te noemen: Coty
gemachtigde: mr. N. Koene en mr. M.S. Janse
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats] , Italië
verweerder, nader te noemen: [verweerder]
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Coty heeft op 22 april 2022 een verzoekschrift met producties ingediend, waarin zij onder meer een vergoeding vraagt wegens onregelmatige opzegging. Coty heeft in de begeleidende brief uitgelegd dat [verweerder] , voor zover bekend, in Italië woont en zij verzocht de griffier – kort gezegd – [verweerder] per aangetekende brief op te roepen voor een mondelinge behandeling van de zaak.
Daarop is aan [verweerder] per aangetekende post aan het door Coty opgegeven adres in Italië het verzoekschrift gestuurd en is hem meegedeeld dat in beginsel de Italiaanse rechter bevoegd was, maar wanneer [verweerder] daarmee instemde, de zaak door de kantonrechter in Amsterdam kon worden behandeld. Het verzoekschrift en de brief zijn op 4 mei 2022 eveneens aan het door Coty opgegeven e-mailadres aan [verweerder] verstuurd, met een kopie ter informatie daarvan aan Coty.
Op 9 mei 2022 is bericht ontvangen dat de aangetekende post niet op het opgegeven adres kon worden bezorgd. Daarop heeft de griffier ingestemd met de mogelijkheid dat de koerier per e-mail een afspraak zou maken met [verweerder] om het verzoekschrift en de brief af te leveren. Op 18 mei en 25 mei 2022 heeft de koerier bericht dat geen reactie was ontvangen van [verweerder] . [verweerder] heeft evenmin gereageerd op de door de griffier gestuurde e-mail van 4 mei 2022.
Ten slotte is beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Het geschil

Coty verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat [verweerder] onrechtmatig heeft gehandeld door de arbeidsovereenkomst tussentijds en per direct te beëindigen zonder geldige dringende reden en hem te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 43.056,29, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder verzoekt Coty [verweerder] te veroordelen tot het betalen van een boete van
€ 10.000,-, tot terugbetaling van € 117.500,- bruto aan Loyalty Bonus en € 31.416,67 bruto aan Relocation Allowance, alles met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
Coty heeft een en ander uiteengezet en toegelicht in het verzoekschrift. Verder is volgens Coty de kantonrechter te Amsterdam bevoegd van de zaak kennis te nemen omdat in artikel 16 van de arbeidsovereenkomst een forumkeuzebeding is opgenomen waarin gekozen is voor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Op grond van artikel 22 lid 1 Brussel I-bis is weliswaar slechts de Italiaanse rechter bevoegd, maar [verweerder] heeft in lijn met de brief die Coty op 11 april 2022 aan hem heeft gestuurd stilzwijgend ingestemd met de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. In die brief, die ook per e-mail is verzonden, heeft Coty hem geïnformeerd over zijn rechtspositie en heeft hem de keuze gelaten zich uit te spreken over het forum. Coty heeft daarbij meegedeeld dat wanneer [verweerder] niet zou reageren Coty dat zou opvatten als een stilzwijgende instemming met een behandeling door de Nederlandse rechter. Voorts gaat het om een Nederlandse arbeidsovereenkomst, gesloten met een Nederlandse werkgever en hebben alle relevante feiten zich voorgedaan op het moment dat de arbeidsovereenkomst in Nederland werd uitgevoerd en [verweerder] in Nederland woonde, aldus Coty.
[verweerder] is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling

4. Eerst moet worden beoordeeld of de kantonrechter te Amsterdam bevoegd is van de zaak kennis te nemen. Zoals Coty terecht stelt is op grond van artikel 22 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (ook wel EEX-verordening, verder EEX) de Italiaanse rechter bevoegd, nu [verweerder] – voor zover bekend – woonplaats heeft in Italië. Gelet op het bepaalde in artikel 23 lid 1 EEX kan daarvan worden afgeweken door een overeenkomst die door partijen is gesloten nadat het geschil is ontstaan.
5. Het niet reageren van [verweerder] op de door Coty gezonden brief en e-mail van 11 april 2022 kan niet worden gezien als het (stilzwijgend) instemmen met een overeenkomst waarin de Nederlandse rechter wordt aangewezen als bevoegde rechter. Deze overeenkomst heeft dergelijk vergaande consequenties, dat daarvoor een actieve handeling en instemming van de zijde van [verweerder] is vereist. Een stilzwijgende instemming is daartoe niet voldoende. Bovendien is niet met zekerheid vast te stellen of [verweerder] daadwerkelijk op het adres woont waarnaar Coty de brief van 11 april 2022 heeft gestuurd dan wel of [verweerder] de e-mail van die datum ook daadwerkelijk (helemaal) heeft gelezen en begrepen. Tot slot heeft [verweerder] niet gereageerd op de
e-mail van de griffier van 4 mei 2022, waarin hem expliciet wordt verzocht te laten weten of hij kan instemmen met het behandelen van de zaak door de Nederlandse rechter.
6. Ervan uitgaande dat [verweerder] woont in [woonplaats] , betekent het voorgaande dat Coty haar verzoeken slechts kan brengen voor het gerecht van Italië. De kantonrechter te Amsterdam is niet bevoegd van de zaak kennis te nemen.
7. Coty zal de eigen proceskosten moeten dragen.

BESLISSING

De kantonrechter:
verklaart zich onbevoegd van het verzoek kennis te nemen;
bepaalt dat Coty de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2022, in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter