Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 januari 2021,
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van [eiser] ,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 18 augustus 2021, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 november 2021, met de daarin genoemde processtukken,
- de akte uitlating van ING, en
- de antwoordakte van [eiser] .
2.De feiten
U kunt de relatie tussen u en ons opzeggen. Wij kunnen dit ook. Het is daarvoor niet nodig dat u in verzuim bent met de nakoming van een verplichting. Wij houden ons bij opzegging aan onze zorgplicht als genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. (…)”
- contante stortingen van in totaal € 53.420,00 in de periode 12 januari 2017 tot en met 25 oktober 2019,
- girale transacties met de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) van respectievelijk € 21.030,00 op 14 november 2019, en een totaalbedrag van € 20.050,00 op 5 oktober 2018 en 9 september 2019,
- overboekingen naar een Spaanse rekening van [eiser] van in totaal € 37.000,00 in de periode 1 maart tot en met 30 april 2019, en
- (uit)geleende bedragen van/aan [naam 3] van € 61.062,50 en € 35.000,00 tussen 2017 en 2019.
- i) Legitieme herkomst van de contante leningen kan onvoldoende worden vastgesteld op basis van de door [eiser] aangeleverde informatie,
- ii) Op basis van de antwoorden van [eiser] bestaat sterk het vermoeden dat [naam bedrijf] niet ten minste het nettobedrag van het wettelijk minimumloon giraal uitbetaalt. Dit levert een verhoogd risico voor ING op,
- iii) Relevante correspondentie en/of bewijsstukken met betrekking tot de door [eiser] gestelde verkoop van privéspullen en contante stortingen ontbreekt,
- iv) [eiser] is geen marktconforme rente bij de leningen met de heren [naam 1] en [naam 2] overeengekomen, terwijl de Belastingdienst dit verplicht. Dit brengt fiscale risico’s mee.
3.Het geschil
- de bancaire relatie met [eiser] voort te zetten, en
- de gegevens van [eiser] te verwijderen uit het Interne Incidentenregister en [eiser] hiervan op de hoogte te stellen,
- voor zover wordt vastgesteld dat ING terecht heeft gesteld dat door [eiser] sprake is van risico’s van ING op grond van Wft en Wwft, te overleggen met [eiser] om die risico’s te verkleinen, en
- de opzegging van de bankrelatie voor de duur van zes maanden aan te houden in afwachting van de uitkomst van de herbeoordeling van die relatie,
4.De beoordeling
- is er tussen januari 2017 en oktober 2019 ruim € 85.000,00 contant gestort op de rekening van [eiser] ,
- is er door [naam 1] een bedrag van € 21.030,00 gestort op [eiser] ’s rekening op 14 november 2019,
- is er door [naam 2] tussen 30 juli 2018 en 9 september 2019 in totaal € 20.050,00 gestort op [eiser] ’s rekening, in een elftal overschrijvingen van meestentijds € 1.500,00,
- is er in drie overschrijvingen van respectievelijk € 20.000,00 (22 oktober 2019), € 2.000,00 (25 oktober 2019) en € 15.000,00 (14 november 2019) een bedrag van € 37.000,00 overgemaakt naar een Spaanse rekening van [eiser] ,
- is er tussen 18 april 2017 en 6 november 2018 een bedrag van in totaal € 35.000,00 in vier keer overgemaakt aan [naam 3] (kennelijk ten titel van lening), terwijl er tussen 15 juni 2017 en 4 augustus 2019 in een zesentwintigtal overschrijvingen een bedrag van in totaal ruim € 65.000,00 is ‘terugbetaald’ door [naam 3] .
€ 100.000,00 beloopt, waarbij [naam 3] € 35.000,00 ontvangt van [eiser] en [eiser] omgekeerd € 65.000,00 van [naam 3] . Ook dit roept vragen op, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat er in het najaar van 2019 ook nog een derde vakantiewoning in Spanje aangekocht. Daarvoor is in het najaar van 2019 in drie keer een bedrag van in totaal € 37.000,00 overgemaakt naar een Spaanse rekening van [eiser] . De omvang van de bedragen zijn niet te rijmen met de inkomsten die [eiser] uit zijn werk zal hebben genoten, ook niet als rekening wordt gehouden met mogelijke inkomsten uit al het andere vastgoed dat hij beweerdelijk zou hebben verworven met geleend geld, te minder omdat daar ook kosten en uitgaven tegenover staan.
1.407,50(2,5 punten × tarief € 563,00)