ECLI:NL:RBAMS:2022:3773

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
4 juli 2022
Zaaknummer
C/13/697984 / HA ZA 21-207
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake bewijslevering en benoeming deskundige in civiele procedure tussen Rituals Cosmetics Enterprise B.V. en UAB Dimpex Baltia

In deze civiele procedure tussen Rituals Cosmetics Enterprise B.V. (eiseres) en UAB Dimpex Baltia (gedaagde) heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 juli 2022 een tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft een geschil over de echtheid van een handtekening onder een vaststellingsovereenkomst. Rituals heeft de rechtbank verzocht om bewijs te leveren dat de handtekening van [naam 1] afkomstig is. De rechtbank heeft Rituals de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren door middel van getuigen en deskundigen. Rituals heeft verzocht om informatie van Dimpex op grond van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat zij stelt dat Dimpex beschikt over relevante informatie die zij zelf niet kan verkrijgen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat Rituals voldoende belang heeft bij de gevraagde informatie en heeft het verzoek toegewezen. Daarnaast heeft Rituals verzocht om de benoeming van een handtekeningdeskundige en een forensisch digitaal deskundige. De rechtbank heeft besloten alleen een handschriftdeskundige te benoemen, ing. C. Verhulst, en heeft de deskundige opgedragen om de echtheid van de handtekening van [naam 1] te onderzoeken. De rechtbank heeft ook de verplichtingen van beide partijen met betrekking tot het deskundigenonderzoek uiteengezet en bepaald dat Rituals het voorschot voor de deskundige moet betalen.

De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor opgave van verhinderdata door beide partijen, en de rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 6 juli 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/697984 / HA ZA 21-207
Vonnis van 6 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RITUALS COSMETICS ENTERPRISE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. I.S. Oosterhoff te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
UAB DIMPEX BALTIA,
gevestigd te Vilnius (Litouwen),
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. T.G.L.M. Meevis te Eindhoven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 februari 2022 (hierna: het tussenvonnis), met de daarin genoemde processtukken;
  • het verzoek van Rituals tot het openstellen van hoger beroep van het tussenvonnis en de reactie hierop van Dimpex;
  • de beslissing van de rechtbank van 11 maart 2002 dat hoger beroep van het tussenvonnis niet wordt opengesteld;
  • de akte uitlating bewijslevering van Rituals, met één productie, van 30 maart 2022;
  • de akte uitlating bewijslevering van Rituals, met producties, van 13 april 2022;
  • de uitlating via een B-formulier van Dimpex van 13 april 2022.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De uitlating door partijen en de verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis is Rituals opgedragen te bewijzen dat de handtekening onder de vaststellingsovereenkomst van [naam 1] ( [functie] van Dimpex) afkomstig is. Rituals is in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren.
2.2.
Rituals heeft in de door haar genomen aktes laten weten het bewijs te willen leveren door middel van het overleggen van bewijsstukken, het horen van getuigen en het benoemen van deskundigen. In het kader van het willen overleggen van bewijsstukken heeft Rituals een verzoek gedaan op grond van artikel 22 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Bewijsstukken; het verzoek op grond van artikel 22 Rv
2.3.
Rituals wil een aantal bescheiden in het geding brengen waarvan zij stelt dat zij daar niet zelf de beschikking over heeft, maar Dimpex wel, terwijl Dimpex niet bereid is de betreffende informatie te verstrekken. Rituals stelt dat het informatie betreft over de persoon die de vaststellingsovereenkomst met de handtekening van [naam 1] heeft verzonden. Deze persoon weet wie (vermoedelijk) de vaststellingsovereenkomst heeft ondertekend. Daarom verzoekt Rituals de rechtbank om Dimpex op grond van artikel 22 Rv te bevelen de volgende informatie en bescheiden te overleggen:
een lijst van namen van personen (en woonplaatsen) die op 8 oktober 2019 toegang hadden tot de computer en/of het e-mailaccount ( [e-mailadres 1] ), waarvandaan de versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening [naam 1] is verzonden, zodat deze personen kunnen worden gehoord;
een uitdraai van de aanwezigheidslijst op het kantoor van Dimpex ten tijde van het verzenden van de mail (te weten: dinsdag 8 oktober 2019 om 22:50 uur CET, 23:50 uur lokale tijd) waarin de versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening [naam 1] is verzonden;
logboekinformatie afkomstig van de printers/scanners in het gebouw van Dimpex op de dag van verzending van de ondertekende vaststellingsovereenkomst, waaronder de gebruikersinformatie van de print- en scanopdracht(en) van de vaststellingsovereenkomst;
de (interne/server) loggegevens van de mailserver die betrekking heeft op de e-mail waarmee de gescande versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening van [naam 1] is verzonden aan Rituals, waaronder begrepen de gebruikers- en IP gegevens van de persoon die deze e-mail heeft verzonden.
2.4.
Rituals stelt de informatie en bescheiden nodig te hebben om te achterhalen wie ten tijde van de verzending van de vaststellingsovereenkomst met handtekening van [naam 1] toegang had tot het e-mailaccount van [naam 2] en daarmee wie (zeer waarschijnlijk) tot daadwerkelijke verzending van die versie van de vaststellingsovereenkomst is overgegaan. Rituals wil de informatie en bescheiden niet alleen ontvangen om deze in het geding te brengen, maar ook om in het kader van het getuigenverhoor opgave te kunnen doen van de naam van de persoon die de ondertekende vaststellingsovereenkomst heeft verzonden.
2.5.
Dimpex heeft zich niet uitgelaten over het verzoek op grond van artikel 22 Rv.
2.6.
De rechtbank overweegt dat Rituals haar belang bij verstrekking van de genoemde informatie en bescheiden, bezien in het licht van de aan Rituals gegeven bewijsopdracht, voldoende heeft onderbouwd en dat door Dimpex daartegen geen verweer is gevoerd. Gelet hierop wijst de rechtbank het op grond van artikel 22 Rv gedane verzoek toe.
Getuigen
2.7.
Rituals heeft opgave gedaan van de volgende personen die zij als getuige wil horen:
[naam 1] ;
[naam 2] ;
de persoon die de getekende vaststellingsovereenkomst aan Rituals heeft verzonden, althans;
de personen met toegang tot het e-mailaccount van [naam 2] ten tijde van verzending van de vaststellingsovereenkomst.
2.8.
Rituals hecht er waarde aan dat het getuigenverhoor plaatsvindt ten overstaan van de rechter die ook over het bodemgeschil zal oordelen. Daarom verzoekt Rituals de rechtbank om de getuigen in Nederland te horen en overeenkomstig het Nederlands recht.
2.9.
Dimpex is van mening dat het voldoende is als alleen [naam 1] als getuige wordt gehoord, omdat het gaat om de vraag of de handtekening van hem is.
2.10.
De rechtbank overweegt dat het in beginsel aan Rituals is om te bepalen welke getuigen zij wil horen. Gelet op de betrokkenheid van [naam 2] is op voorhand niet uit te sluiten dat hij iets kan verklaren over de vraag of [naam 1] zijn handtekening onder de vaststellingsovereenkomst heeft gezet. Zowel [naam 1] als [naam 2] zullen daarom als getuigen mogen worden gehoord. Voor de onder iii. en iv. genoemde personen kan op voorhand evenmin worden uitgesloten dat zij iets kunnen verklaren over de vraag of [naam 1] zijn handtekening onder de vaststellingsovereenkomst heeft gezet.
2.11.
De getuigen zullen worden gehoord voor deze rechtbank en overeenkomstig het Nederlands (proces)recht. Indien één of meer getuigen niet bereid zijn te verschijnen, kan de rechtbank daaraan de conclusies verbinden die zij geraden acht.
2.12.
De door Rituals op 30 maart 2022 van beide partijen opgegeven verhinderdata zijn vermoedelijk inmiddels niet langer actueel, zodat de zaak naar de rol zal worden verwezen voor opgave van geactualiseerde verhinderdata over de maanden september tot en met december 2022. Rituals dient daarbij haar eigen verhinderdata op te geven en Dimpex zowel haar eigen verhinderdata als die van de getuigen [naam 1] en [naam 2] . Met een dagbepaling voor het getuigenverhoor hoeft niet noodzakelijkerwijs te worden gewacht totdat concrete gegevens bekend worden over mogelijke andere getuigen, zoals bedoeld onder iii. en iv. van r.o. 2.7.
Deskundigen
2.13.
Rituals verzoekt een handtekeningdeskundige en een forensisch digitaal deskundige te benoemen.
2.13.1.
Door de handtekeningdeskundige moet volgens Rituals een drietal onderzoeken worden uitgevoerd:
een onderzoek naar de echtheid van de handtekening van [naam 1] onder de vaststellingsovereenkomst;
een onderzoek naar de echtheid van de handtekening van [naam 2] onder de vaststellingsovereenkomst;
indien onwaarschijnlijk is dat de vaststellingsovereenkomst door [naam 1] is ondertekend, een onderzoek of het waarschijnlijk is dat deze door [naam 2] is gezet.
2.13.2.
Rituals acht het onder ii. genoemde onderzoek van belang vanwege proceseconomische redenen. Indien Rituals niet slaagt in de aan haar opgedragen bewijslevering, zal zij waarschijnlijk hoger beroep instellen en het ligt dan in de rede dat een onderzoek naar de echtheid van de handtekening van [naam 2] zal moeten worden ingesteld. Aangezien nu al een handschriftdeskundige wordt ingeschakeld, zal met weinig extra moeite ook direct een onderzoek naar de echtheid van de handtekening van [naam 2] kunnen worden verricht.
Het onder iii. genoemde onderzoek acht Rituals zowel uit het oogpunt van proceseconomie in verband met een eventueel hoger beroep als uit inhoudelijk oogpunt van belang. Als zou blijken dat het onwaarschijnlijk is de handtekening onder de vaststellingsovereenkomst door [naam 1] is gezet, dan acht Rituals het aannemelijk dat deze handtekening mogelijk is gezet door [naam 2] . Als dat laatste zo is, dan heeft dat gevolgen voor de waardering van de stellingen van partijen.
2.13.3.
Voor het handschriftonderzoek door de deskundige zijn meerdere referentiehandtekeningen nodig, aldus Rituals. Aangezien Rituals daar niet over beschikt maar Dimpex wel, verzoekt Rituals de rechtbank Dimpex op grond van artikel 22 Rv te bevelen minimaal 12 referentiehandtekeningen van zowel [naam 1] als [naam 2] te overleggen.
2.13.4.
Rituals wenst een forensisch digitaal deskundige te benoemen om te bezien of is te achterhalen wie de persoon is die de ondertekende vaststellingsovereenkomst vanaf het emailadres van [naam 2] aan Rituals heeft verzonden.
2.13.5.
Rituals heeft contact gehad met het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V. (NFO). Dat bureau zou de gevraagde onderzoeken kunnen uitvoeren, waarbij het NFO heeft aangeraden om het forensisch digitaal onderzoek in etappes uit te voeren.
2.14.
Dimpex is van mening dat alleen een handschriftdeskundige moet worden benoemd. Verder wil zij, nadat Rituals een voorstel over de te benoemen deskundige heeft gedaan, het recht hebben om de deskundige goed te keuren of een tegenvoorstel te doen.
Ten slotte is Dimpex van mening dat het deskundigenonderzoek zich moet beperken tot de volgende vragen:
- Kan de deskundige oordelen op basis van een scan?
- Wat is de mate van nauwkeurigheid van een onderzoek op basis van een scan?
- Is de handtekening op het document gezet of gaat het om een kopie van de handtekening?
- Is de handtekening op de zogenaamde vaststellingsovereenkomst van [naam 1] ?
2.15.
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de inhoud van de aan Rituals verstrekte bewijsopdracht is er geen aanleiding voor de benoeming van een forensisch digitaal deskundige. Het door Rituals beoogde onderzoek door een dergelijke deskundige gaat de reikwijdte van de bewijsopdracht te buiten. De rechtbank zal daarom alleen een handschriftdeskundige benoemen. Aan die deskundige zal worden gevraagd te onderzoeken of de handtekening onder de vaststellingsovereenkomst van [naam 1] afkomstig is. Voor de twee andere door Rituals in 2.13.1 genoemde onderzoeken ziet de rechtbank geen reden. Die onderzoeken gaan de bewijsopdracht te buiten en in het tussenvonnis is al geoordeeld dat voor het al dan niet gebonden zijn van Dimpex aan de vaststellingsovereenkomst niet doorslaggevend is of [naam 2] die overeenkomst heeft ondertekend.
2.16.
De rechtbank zal als deskundige benoemen de heer ing. C. Verhulst, werkzaam binnen het NFO als handschriftdeskundige en documentexpert (vestiging Rijssen). Deze deskundige heeft desgevraagd verklaard dat hij geen persoonlijke of zakelijke banden met een van de partijen heeft en dat hij bereid is de benoeming te aanvaarden.
2.17.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis de voorgestelde vragen aan de deskundige geformuleerd. Uit de akte van Rituals blijkt dat zij instemt met die vraagstelling. Dimpex heeft een iets andere vraagstelling voorgesteld. De rechtbank ziet in de andere vraagstelling, zoals Dimpex die voorstelt, geen reden om de in het tussenvonnis voorgestelde vraagstelling aan te passen. De door Dimpex genoemde vraagpunten liggen besloten in de door de rechtbank voorgestelde vraagstelling. Of onderzoek mogelijk is op basis van de beschikbare gegevens, zal blijken uit het onderzoek.
2.18.
Partijen zijn wettelijk verplicht mee te werken aan het onderzoek van de deskundige. Daaronder moet ook worden begrepen het door [naam 1] verstrekken van referentiehandtekeningen aan de deskundige, indien die dat ten behoeve van het onderzoek nodig vindt. Het is immers aan de deskundige om te bepalen hoe die zijn onderzoek inricht. Gelet hierop is er geen reden om op de voet van artikel 22 Rv een bevel te geven tot verstrekking van referentiehandtekeningen.
2.19.
De rechtbank zal de verplichting tot het meewerken aan het onderzoek verder uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.20.
De deskundige heeft recht op een door hem te begroten voorschot. In het tussenvonnis is al geoordeeld dat Rituals het voorschot zal moeten betalen.
2.21.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.22.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.23.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
beveelt Dimpex om op de rol van
3 augustus 2022de volgende informatie en bescheiden over te leggen:
een lijst van namen van personen (en woonplaatsen) die op 8 oktober 2019 toegang hadden tot de computer en/of het e-mailaccount ( [e-mailadres 1] ), waarvandaan de versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening [naam 1] is verzonden;
een uitdraai van de aanwezigheidslijst op het kantoor van Dimpex ten tijde van het verzenden van de mail (te weten: dinsdag 8 oktober 2019 om 22:50 uur CET, 23:50 uur lokale tijd) waarin de versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening [naam 1] is verzonden;
logboekinformatie afkomstig van de printers/scanners in het gebouw van Dimpex op de dag van verzending van de ondertekende vaststellingsovereenkomst, waaronder de gebruikersinformatie van de print- en scanopdracht(en) van de vaststellingsovereenkomst;
de (interne/server) loggegevens van de mailserver die betrekking heeft op de e-mail waarmee de gescande versie van de vaststellingsovereenkomst met handtekening van [naam 1] is verzonden aan Rituals, waaronder begrepen de gebruikers- en IP gegevens van de persoon die deze e-mail heeft verzonden.
benoeming deskundige
3.2.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1) Kunt u vaststellen of en zo ja met welke mate van waarschijnlijkheid de handtekening boven de naam van [naam 1] op de laatste pagina van de vaststellingsovereenkomst en de parafen/handtekeningen links onderaan de eerste vier pagina’s van de vaststellingsovereenkomst door [naam 1] zijn geplaatst?
Kunt u uiteenzetten hoe u tot uw antwoord bent gekomen?
2) Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
3.3.
benoemt tot deskundige:
Ing. C. Verhulst
Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V.
[adres]
Tel: [telefoonnummer]
E-mail: [e-mailadres 2]
het voorschot
3.4.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
  • de deskundige dient
  • de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
  • partijen kunnen desgewenst
  • indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
3.5.
bepaalt dat Rituals het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.6.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat Rituals haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.8.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.9.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.11.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.12.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.13.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige beslissingen
3.14.
bepaalt dat de getuigen ten overstaan van deze rechtbank als getuigen zullen worden gehoord,
3.15.
verwijst de zaak naar de rol van
20 juli 2022voor opgave verhinderdata door beide partijen,
in conventie en in reconventie
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Kruis, rechter, bijgestaan door mr. E.R. Mac-Donald, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2022.
de griffier is verhinderd om
dit vonnis te ondertekenen [1]

Voetnoten

1.type: ERM