Op 23 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 15 april 2022 en betreft een verzoek van het Circuit Court in Gorzów Wielkopolski, Polen, dat op 27 mei 2020 het EAB heeft uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1979 in Polen, is gedetineerd en heeft de Poolse nationaliteit. Tijdens de openbare zitting op 9 juni 2022 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L. Pothast, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn onderzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten voldoen aan de eisen van dubbele strafbaarheid en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, omvatten opzettelijke vrijheidsberoving en pogingen tot diefstal, gepleegd met geweld.
De rechtbank heeft op basis van de Overleveringswet (OLW) en relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M.C.M. Hamer, en de rechters mrs. J. van Zijl en R. Godthelp. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.