Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
1.De procedure
- het vonnis in incident van 10 november 2021, met de daarin genoemde stukken,
- het tussenvonnis van 15 december 2021, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 12 mei 2022, met de daarin genoemde stukken.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De feiten
Projectbeschrijving
1.Hoofdgebouwen
3.Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
- [gedaagde 3] en [gedaagde 6] ,
- [gedaagde 3] en [gedaagde 6] ,
- [gedaagde 3] ,
- [gedaagde 3] ,
- [gedaagde 6] ,
- [gedaagde 3] en [gedaagde 6] ,
bevoordeeld door een onderneming van de provincie Limburg. Dat leverde hem een voordeel op van tienduizenden euro’s. (…)”.
Tussenconclusie 1: Het lijkt er dus op dat het bouwplan zich in de tijd heeft ontwikkeld van een schetsplan bij een principeverzoek naar een uitgewerkt plan tijdens de formele procedure. Dat is alles behalve ongebruikelijk en komt in de tientallen verzoeken die de gemeente jaarlijks krijgt voor. Het lijkt er verder op dat bij de beoordeling van de welstandsstukken geconstateerd is dat er een groter volume werd gevraagd dan in de ruimtelijke onderbouwing werd aangegeven. Het lijkt er op dat daarom een aangepaste ruimtelijke onderbouwing is opgesteld die het verzoek in overeenstemming brengt met de tekeningen. In het dossier is geen correspondentie tussen betrokkenen (aanvrager, architect, ingenieursbureau en gemeente) op dit punt te vinden.
- [gedaagde 3] ,
- [gedaagde 6] ,
4.Het geschil
5.De beoordeling
Toetsingskader
956,00(2,0 punten × tarief € 478,00)