Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 juli 2020, met producties 1 tot en met 32,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 15,
- het tussenvonnis van 7 juli 2021 waarbij de zitting is bepaald,
- het proces-verbaal van de zitting van 22 november 2021, en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
de financiering). Hieraan voorafgaand heeft Rabobank een aantal financieringsvoorstellen uitgebracht.
10% (tien procent)van de oorspronkelijke hoofdsom van de geldlening af te lossen.
de renteswap). De renteswap had een initiële hoofdsom van € 1.550.000, een swaprente van 5,04% en een looptijd van 10 jaar.
(...) Cliënte is dan ook van mening dat zij niet c.q. onvoldoende door u is geïnformeerd over de concrete risico’s van een rente swap. (...)
de vso).
UHK) een aanbod gedaan. In het aanbod staat dat de uitkomst van de berekening per peildatum 30 december 2016 is dat [eiseres] recht heeft op een bedrag van € 102.277,45 en dat dit bedrag moet worden verrekend met eerdere financiële tegemoetkomingen van € 135.311,03, zodat het aanbod per saldo € 0,00 bedraagt. Naar aanleiding van kritiek van [eiseres] op de verrekening, heeft Rabobank het aanbod laten beoordelen door een onafhankelijke beoordelaar. Dit heeft niet tot een aanpassing geleid van het aanbod. Bij brief van 17 februari 2020 is een gelijkluidend definitief aanbod gedaan. [eiseres] heeft dit aanbod niet aanvaard.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De advocaat van [eiseres] heeft deze klachten herhaald en daarbij het standpunt ingenomen dat Rabobank haar zorgplicht had geschonden door [eiseres] niet te waarschuwen voor de concrete risico’s van de renteswap waaronder de ontwikkeling van een negatieve waarde, waardoor alleen nog tussentijdse aflossing mogelijk was bij betaling van een boete. Daarbij is Rabobank voor de door [eiseres] geleden en te lijden schade aansprakelijk gesteld.
ter zake van alle door [eiseres] gestelde schade, voortvloeiend uit of in verband met het Geschil” een vergoeding betaalt, dat “
alle door [eiseres] geleden schade door of als gevolg van het Geschil en de door [eiseres] gestelde tekortkoming van Rabobank”is verdisconteerd in en beperkt tot deze schadevergoeding en dat [eiseres] afstand doet “
van alle door haar gestelde (schade)vorderingen op Rabobank uit hoofde van het feitencomplex dat ten grondslag ligt aan of in verband staat met het Geschil”. Daarbij is in de vso een ruime omschrijving van het Geschil opgenomen.
alleschade die [eiseres] stelt te hebben geleden en dat de te betalen vergoeding de
enigeschade is die wordt vergoed.
“ [eiseres] wil EUR 115.000,= aan kosten-/ schadevergoeding. Hiervan bestaat ongeveer EUR 76.000,= aan interne uren; de rest (ca. EUR 39.000,=) aan kosten adviseurs;”.Deze e-mail volstaat echter niet ter betwisting van het standpunt van Rabobank. Rabobank merkt terecht op dat de regeling die is neergelegd in de vso niet alleen een schadevergoeding betreft. In de vso zijn immers ook afspraken opgenomen die de voor [eiseres] belangrijkste nadelen van de renteswap opheffen. Onder meer door op te nemen dat de voorwaarde dat het risico van een negatieve waarde van de renteswap bij een eventuele voortijdige afwikkeling geheel voor rekening van Rabobank zou komen. [eiseres] is dus ook op die manier gecompenseerd. Ook al zou de overeengekomen vergoeding van € 115.000 beperkt zijn tot vergoeding van de kosten van advies, dan is dat dus onvoldoende aanwijzing dat de vso alleen betrekking heeft op een beperkt deel van de voor [eiseres] nadelige gevolgen van de renteswap.