ECLI:NL:RBAMS:2022:4198
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens onvoldoende bewijs bij winkeloverval
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld in vereniging van parfum bij ICI Paris op 29 juni 2021. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 juli 2022, waarbij de officier van justitie, mr. A. van de Venn, en de raadsman van de verdachte, mr. R.A. Bruinsma, hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de verklaringen van de Raad voor de Kinderbescherming en de moeder van de verdachte.
De tenlastelegging betrof diefstal met geweld, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een overval op de ICI Paris. De rechtbank heeft vastgesteld dat er camerabeelden zijn van een mogelijke voorverkenning op 28 juni 2021, maar dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te identificeren als een van de daders van de overval. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel er gelijkenissen zijn tussen de verdachte en de persoon op de beelden, er geen wettig bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de overval. De rechtbank heeft de meldingen van 'Meld Misdaad Anoniem' als onvoldoende verifieerbaar beschouwd en heeft deze niet als bewijs gebruikt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende wettig bewijs aanwezig is om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten, en heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en kinderrechter mr. M.H.W. Franssen, en de rechters mrs. P.B. Martens en I.M. Nusselder, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Scherphof.