ECLI:NL:RBAMS:2022:4400

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
C/13/717608 / KG ZA 22-421
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van executie en verbeurde dwangsommen in kort geding tussen Vereniging van Eigenaren en eigenaar appartement

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een vordering ingesteld tegen een eigenaar van een appartement, hierna aangeduid als [gedaagde]. De VvE vorderde onder andere om [gedaagde] te gebieden de executie van een eerder vonnis van de kantonrechter te staken, alsook om beslag op te heffen en terugbetaling van geïncasseerde dwangsommen. De achtergrond van de zaak betreft een eerder vonnis van de kantonrechter van 20 mei 2021, waarin de VvE werd veroordeeld tot herstelwerkzaamheden aan het appartement van [gedaagde] vanwege gebrekkige dilatatievoegen, die geluidsoverlast en scheurvorming veroorzaakten. De VvE had tot 22 oktober 2021 dwangsommen verbeurd, omdat zij niet tijdig aan de veroordeling had voldaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 1 juni 2022 heeft de VvE haar vorderingen toegelicht, terwijl [gedaagde] verweer voerde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de VvE niet voortvarend genoeg heeft gehandeld in het verkrijgen van offertes voor de herstelwerkzaamheden, wat heeft geleid tot verbeurde dwangsommen. De rechter oordeelde dat de VvE niet voldoende had aangetoond dat zij tijdig had voldaan aan de verplichtingen uit het eerdere vonnis, en dat de VvE in de proceskosten werd veroordeeld. De voorzieningenrechter heeft [gedaagde] verboden om de executie van de dwangsommen boven een bedrag van € 17.000,00 voort te zetten.

Het vonnis is uitgesproken op 15 juni 2022 door voorzieningenrechter mr. A.J. Beukenhorst, bijgestaan door griffier mr. M.F. van Grootheest. De VvE is in de proceskosten veroordeeld, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/717608 / KG ZA 22-421 AB/MvG
Vonnis in kort geding van 15 juni 2022
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAREN [eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 23 mei 2022,
advocaat mr. M.A. van der Lubbe te Arnhem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. M.J.T.M. Verstegen te Roermond.
Partijen zullen hierna de VvE en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 1 juni 2022 heeft de VvE de vorderingen toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnotitie in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op vandaag.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van de VvE: [naam 1] , penningmeester, met mr. Van der Lubbe;
- [gedaagde] met mr. Verstegen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is eigenaar van het appartementsrecht [adres] .
2.2.
Dit appartement maakt deel uit van een appartementencomplex aan de [pand 1] en het [pand 2] . De hoofdsplitsing van het complex valt uiteen in drie appartementsrechten: 106 woningen, 238 parkeerplaatsen en bedrijfsruimten op de begane grond.
2.3.
Uit de ondersplitsing van de 106 woningen is de Vereniging van Eigenaren [naam VvE] (VvE Woningen) ontstaan.
2.4.
VvE Beheer Amsterdam is de beheerder van de VvE en VvE Woningen.
2.5.
De dilatatievoeg in het appartement van [gedaagde] is ondeugdelijk aangebracht. Dit gebrek zorgt voor geluidsoverlast en scheurvorming. [gedaagde] heeft hiervan voor het eerst in juli 2018 melding gemaakt bij VvE Beheer Amsterdam.
2.6.
Tussen [gedaagde] , de VvE en VvE Woningen is een procedure gevoerd bij de kantonrechter van deze rechtbank. In die procedure ging het erom of de VvE dan wel de VvE Woningen gehouden was om de dilatatievoeg in het appartement van [gedaagde] te laten herstellen. Bij vonnis van 20 mei 2021 is de VvE veroordeeld, voor zover van belang, (1) om aan Kondor Wessels, dan wel een andere erkende aannemer, schriftelijk opdracht te verstrekken om op kosten van de VvE binnen drie maanden na betekening van dat vonnis de benodigde herstelwerkzaamheden in en rond het appartement van [gedaagde] conform de genoemde adviezen van Top Expertise uit te laten voeren, alsmede om de gevolgschade in haar appartement te herstellen en (2) om deze opdracht binnen vier weken na betekening van het vonnis schriftelijk te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 500,00 inclusief btw per dag dat de VvE daarmee in gebreke blijft, tot een maximum is bereikt van € 100.000,00.
2.7.
VvE Woningen is in dat vonnis veroordeeld, voor zover van belang, om haar medewerking te verlenen aan het door de VvE uit te (laten) voeren herstel.
2.8.
[gedaagde] heeft de grosse van het vonnis van 20 mei 2021 op 31 mei 2021 aan de VvE laten betekenen. In dat exploot heeft [gedaagde] aan de VvE bevel gedaan om aan de inhoud van dat vonnis te voldoen. Dat exploot is betekend aan het kantooradres van Stadgenoot, bestuurder van de VvE.
2.9.
[gedaagde] heeft het vonnis van de kantonrechter eveneens op 31 mei 2021 aan VvE Woningen laten betekenen en aan haar bevel gedaan om aan de inhoud van dat vonnis te voldoen. Dat exploot is betekend aan het kantooradres van VvE Beheer Amsterdam.
2.10.
Bij e-mail van 1 juni 2021 heeft VvE Beheer Amsterdam aan Kondor Wessels gevraagd om een offerte uit te brengen voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden in het appartement van [gedaagde] conform het rapport van Top Expertise. Kondor Wessels heeft VvE Beheer Amsterdam de volgende dag bericht dat zij onderbemand is en zo spoedig mogelijk zal reageren.
2.11.
Omdat VvE Beheer Amsterdam daarna niets meer heeft vernomen van Kondor Wessels heeft zij bij e-mail van 24 juni 2021 de firma [naam 2] benaderd voor het uitvoeren van de werkzaamheden in het appartement van [gedaagde] .
2.12.
[naam 2] heeft op 29 juni 2021 contact opgenomen met [gedaagde] om een afspraak te maken om haar appartement te bekijken. Zij is op 5 juli 2021 bij [gedaagde] langs geweest.
2.13.
Bij e-mail van 13 september 2021 heeft [gedaagde] aan [naam 2] gevraagd naar de stand van zaken. [naam 2] heeft haar de volgende dag bericht dat zij de offerte vrijdag 16 september 2021 aan haar zal sturen.
2.14.
VvE Beheer Amsterdam heeft de offerte van [naam 2] op 16 september 2021 ontvangen.
2.15.
Bij e-mail van 26 oktober 2021 heeft VvE Beheer Amsterdam aan [naam 2] akkoord gegeven op die offerte.
2.16.
Bij exploot van 26 oktober 2021 is de VvE aangezegd dat zij niet heeft voldaan aan het vonnis van de kantonrechter, waardoor zij tot en met 22 oktober 2021 voor € 58.000,00 aan dwangsommen heeft verbeurd.
2.17.
Bij exploot van 9 mei 2022 is de VvE opnieuw aangezegd dat zij niet heeft voldaan aan het vonnis van de kantonrechter en dat zij tot en met 26 oktober 2021 voor € 60.000,00 aan dwangsommen heeft verbeurd.

3.Het geschil

3.1.
De VvE vordert samengevat - [gedaagde] :
I. te gebieden met onmiddellijke ingang de aangekondigde executie van het vonnis van de kantonrechter van 20 mei 2021 te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom,
II. te gebieden, voor zover zij ten laste van de VvE beslag heeft gelegd, dit op te heffen, op straffe van een dwangsom,
III. te veroordelen, voor zover gelden van de VvE of dwangsommen zijn geïncasseerd, aan de VvE terug te betalen het bedrag dat is geïncasseerd,
IV. te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het vonnis van de kantonrechter is op 31 mei 2021 betekend aan Stadgenoot, bestuurder van de VvE. Op grond van artikel 50 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het vonnis daarmee op juiste wijze betekend. Dat het exploot bij Stadgenoot in het ongerede is geraakt, komt voor rekening en risico van de VvE. Bovendien is zij niet in haar belangen geschaad, omdat zij een dag later aan de slag is gegaan met het uitvoeren van het vonnis.
4.2.
Als het gaat om de vraag of dwangsommen zijn verbeurd omdat een bij vonnis uitgesproken veroordeling niet of niet voldoende zou zijn nagekomen, moet de executierechter zich ertoe beperken de na het vonnis verrichte handelingen te toetsen aan de inhoud van de veroordeling, zoals die door uitleg moet worden vastgesteld. Daarbij zijn het doel en de strekking van de veroordeling richtsnoer, in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel. Een ander uitgangspunt is dat de naleving van een bij vonnis uitgesproken veroordeling correct en te goeder trouw moet geschieden.
4.3.
Verder moet worden bedacht dat een dwangsom is bedoeld als een dwangmiddel (prikkel) om uitvoering te geven aan een rechterlijke uitspraak en steeds in die context moet worden bezien.
4.4.
Met inachtneming van deze uitgangspunten moet de vraag worden beantwoord of de VvE zich heeft gehouden aan het vonnis.
4.5.
De VvE weet al sinds juli 2018 dat [gedaagde] overlast ondervindt door de gebrekkige dilatatievoegen. Doel en strekking van het vonnis van de kantonrechter zijn dat het verhelpen van dit gebrek met voortvarendheid wordt aangepakt. De veroordeling, die inhoudt dat binnen vier weken aan Kondor Wessels of een andere aannemer schriftelijk opdracht moet worden verstrekt om de benodigde herstelwerkzaamheden in en rond het appartement van [gedaagde] te laten uitvoeren, impliceert dat de VvE een offerte heeft ontvangen, alvorens daadwerkelijk de opdracht kan worden verstrekt. Het bestuur van de VvE moet zich immers verantwoorden tegenover de leden en kan het zich niet permitteren om zonder een offerte opdrachten te verstrekken. Voor het ontvangen van een offerte is de VvE weer afhankelijk van de beoogde aannemer.
4.6.
Het gaat hier om een VvE met 106 eigenaren, een bestuur en een beheerder. Het bestuur moest de opdracht doorspelen aan haar beheerder, die vervolgens actie moest ondernemen. Dit is een enigszins stroperige structuur waar [gedaagde] zelf ook deel van uitmaakt.
4.7.
VvE Beheer Amsterdam heeft meteen op 1 juni 2021 Kondor Wessels gevraagd om een offerte uit te brengen. Dat in eerste instantie Kondor Wessels is benaderd, is begrijpelijk. Dit was immers zo door [gedaagde] gevorderd; die is ook de partij die het gebouw van de VvE heeft opgeleverd en in 2019 al door de VvE was benaderd over de dilatatievoegen. De VvE hoefde er niet op bedacht te zijn dat Konder Wessels niet meer inhoudelijk van zich zou laten horen. Dit was een onverwachte tegenvaller waardoor veel tijd verloren is gegaan.
4.8.
VvE Beheer Amsterdam heeft vervolgens op 24 juni 2021 [naam 2] benaderd voor het uitbrengen van een offerte. [naam 2] was nog niet eerder in de woning van [gedaagde] geweest. Zij moest dus eerst het appartement van [gedaagde] bezichtigen, voordat zij een offerte kon opstellen. [naam 2] is op 5 juli 2021 langs geweest bij [gedaagde] . Dat [naam 2] haar offerte (pas) op 16 september 2021 klaar had, kan de VvE niet worden verweten. In die periode viel de bouwvak en [naam 2] moest op haar beurt onderaannemers benaderen voor het uitvoeren van een deel van de werkzaamheden. Verder is het algemeen bekend dat bouwbedrijven het al een aantal jaar extreem druk hebben. Ook dit is een omstandigheid waardoor het uitbrengen van een offerte wat langer kan duren en die niet aan de VvE kan worden toegerekend. Tot dan toe had de VvE gedaan wat redelijkerwijs van haar verwacht mocht worden om aan het vonnis van de kantonrechter te voldoen.
4.9.
Na ontvangst van de offerte was echter de nodige haast geboden. De VvE heeft niet kunnen uitleggen waarom zij pas op 26 oktober 2021 akkoord is gegaan met de offerte van [naam 2] . Door zo lang te wachten met het geven van een akkoord op de offerte heeft de VvE niet voortvarend aan de veroordeling in het vonnis van de kantonrechter voldaan. Ervan uitgaande dat de VvE uiterlijk op 21 september 2021 akkoord had kunnen gaan met de offerte van [naam 2] , zijn van 22 september tot en met 25 oktober 2021 - 34 dagen - dwangsommen verbeurd.
4.10.
[gedaagde] zal de executie van de dwangsommen dus moeten staken voor zover deze executie een bedrag van € 17.000,00 te boven gaat. Dat zal haar dan ook worden verboden. Een dwangsom is niet nodig.
4.11.
Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] beslag heeft gelegd ten laste van de VvE of dat reeds gelden van de VvE zijn geïncasseerd. De vorderingen onder 3.1. onder II en III zullen daarom worden afgewezen.
4.12.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal de VvE worden veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde [gedaagde] begroot op € 314,00 aan griffierecht en € 508,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] om de aangekondigde executie van onderdeel II van het vonnis van de kantonrechter van 20 mei 2021 voort te zetten voor zover deze executie een bedrag van € 17.000,00 aan verbeurde dwangsommen te boven gaat,
5.2.
veroordeelt de VvE in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 822,00,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MvG