Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter in kort geding
Stichting Stadgenoot
1. [gedaagde 1]
2. [gedaagde 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
[naam 3] verklaarde dat hij een kamer huurt van man genaamd [gedaagde 1] . Wij zagen dat dit de kleinste kamer betrof van het appartement (direct links na binnenkomst). Hij zou voor 400 euro deze kamer huren. Hij zou in een Indiaas restaurant werken en 1200 euro verdienen. Een Italiaanse man zou ook een kamer huren op dit adres. De kamer naast die van [naam 3] wees hij aan. Wij zagen dat deze kamer inderdaad bewoont was alszijnde een kamer van een ander zelfstandig persoon. Dit aan de hand van een bed en spullen die er lagen.”
[naam 2] en [naam 5] aan. In een door deze toezichthouder opgesteld ‘Rapport van Bevindingen’ staat dat [naam 2] heeft verklaard dat hij [gedaagde 1] via gemeenschappelijke vrienden kent, [gedaagde 1] hem heeft aangeboden in het gehuurde te komen wonen en hij daarvoor geen huur aan [gedaagde 1] betaalt. Verder is vermeld dat [naam 5] heeft verklaard dat hij in Breda woont en even in het gehuurde verblijft.
Vordering en verweer
Beoordeling
Beslissing
exploot € 129,83
salaris € 498,00
griffierecht € 128,00
-------------------
totaal € 755,83
voor zover van toepassing, inclusief btw;