ECLI:NL:RBAMS:2022:4643

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/705192 / FA RK 21-4622
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voornaamswijziging met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige, ingediend door de moeder. De moeder verzocht de rechtbank om de voornaam van haar dochter, geboren in 2015, te wijzigen in een nieuwe naam, omdat zij gepest zou worden met haar huidige voornaam. De vader van het kind, die ook het gezag over de minderjarige heeft, heeft echter bezwaar gemaakt tegen deze wijziging en betwist dat er een zwaarwegend belang is voor de naamswijziging. Hij heeft zelfs aangifte gedaan van valsheid in geschrifte, omdat hij stelt dat de verklaring van instemming die door de moeder is overgelegd niet van hem afkomstig is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat voor een verzoek tot voornaamswijziging de instemming van beide ouders vereist is, en aangezien de vader geen toestemming heeft gegeven, heeft de rechtbank het verzoek van de moeder afgewezen. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de moeder in de proceskosten van de vader moet worden veroordeeld, omdat zij de procedure heeft gestart zonder de benodigde toestemming van de vader. De kosten zijn begroot op € 1.126,- voor het salaris van de advocaat van de vader en € 85,- aan griffierecht. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan, voor zover hoger beroep openstaat, binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/705192 / FA RK 21-4622
Beschikking van 9 maart 2022 betreffende wijziging van de voornamen
in de zaak van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen de moeder,
in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van na te noemen minderjarige,
Als belanghebbende is aangemerkt:
[de vader], wonende te [woonplaats] ,
de vader van na te noemen minderjarige,
advocaat mr. W.R.S. Ramhit.

1.Het procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoek van de moeder ingekomen op 20 juli 2021;
- het verweerschrift van de vader, ingekomen op 3 september 2021.
- een F2-formulier van 6 september 2021, waarin de advocaat van de moeder meedeelt zich te onttrekken.
1.1.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 februari 2022.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.

2.De beoordeling:

2.1.
De moeder en de vader zijn gehuwd geweest. Binnen dit huwelijk zijn drie kinderen geboren.
De ouders hebben gezamenlijk het gezag over deze kinderen. De kinderen verblijven bij de vader.
2.2.
De moeder verzoekt de rechtbank de wijziging van de voornaam van haar dochter [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015, in ‘ [nieuwe voornaam] ’ te gelasten.
De moeder stelt dat [minderjarige] wordt gepest met haar voornaam. Sommigen spreken de naam uit als “ [minderjarige] ” en daar lijdt [minderjarige] onder. Zij voelt zich ‘niet echt’. De moeder stelt dat beide ouders achter de naamswijziging staan. Zij legt een verklaring over van de vader waarin hij aangeeft in te stemmen met het verzochte.
2.3.
De vader heeft zich verweerd. Hij staat geenszins achter de naamswijziging. Hij betwist dat [minderjarige] lijdt onder haar naam en dat er een zwaarwegend belang is om de voornaam te wijzigen.
2.4.
De minderjarige heeft de Nederlandse nationaliteit, zodat Nederlands recht van toepassing is op het onderhavige verzoek.
2.6.
In artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat de voornaam van een persoon op zijn verzoek of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger door de rechtbank kan worden gelast.
2.7.
Nu de ouders gezamenlijk het gezag hebben over de minderjarige is voor indiening van een verzoek tot voornaamswijziging de instemming van beide ouders vereist.
De vader heeft echter meegedeeld dat hij geen toestemming heeft gegeven voor een verzoek om voornaamswijziging en dat hij er ook zeker niet mee instemt. Volgens de vader is de verklaring die de moeder heeft ingebracht niet van hem afkomstig en is de handtekening op die verklaring niet de zijne. De vader heeft aangifte gedaan van valsheid in geschrifte/identiteitsfraude.
2.8.
Nu de vader als gezaghebbende ouder niet instemt met wijziging van de voornaam van [minderjarige] zal de rechtbank het verzoek van de moeder tot wijziging van de voornaam afwijzen.
De rechtbank heeft geen verzoek tot vervangende toestemming voor indiening van een verzoek tot voornaamswijziging ontvangen.
2.9.
De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om de moeder te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van de vader. Door deze procedure te entameren zonder de toestemming van de vader te bemachtigen is er sprake van nodeloos veroorzaakte kosten, die de rechtbank voor rekening zal laten van de partij die deze kosten heeft veroorzaakt.
De rechtbank zal de moeder veroordelen in de proceskosten. De kosten aan de zijde van de vader worden begroot op € 1.126,- aan salaris advocaat (1 punt voor het verweerschrift en 1 punt voor de mondelinge behandeling × het liquidatietarief van € 563,- tarief II).
Het door de vader verschuldigde griffierecht in verband met het door hem ingediende verweerschrift bedraagt € 85,-.

2.De beslissing:

De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt de moeder in de proceskosten aan de zijde van de vader, tot op heden begroot op € 85,- aan verschotten en € 1.126,- voor het salaris van de advocaat;
- verklaart de beslissing met betrekking tot de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I.H.H. Krajenbrink, griffier, op 9 maart 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).