ECLI:NL:RBAMS:2022:4728
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.L. Fernig - Rocour
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat haar WW-uitkering voor oktober 2021 had herzien en een bedrag van € 715,20 terugvorderde. Eiseres had echter het griffierecht van € 50,- niet betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om dit te doen. De rechtbank stelde dat het griffierecht tijdig betaald moest worden om ontvankelijk te zijn in het beroep. Aangezien eiseres niet had gereageerd op de verzoeken van de griffier en er geen verontschuldiging voor het verzuim was gebleken, verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank kwam hierdoor niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van het beroep en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter T.L. Fernig - Rocour, in aanwezigheid van griffier L.H.J. van Haarlem. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.