ECLI:NL:RBAMS:2022:5049

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
13/118309-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het vervoeren van twee blokken cocaïne

Op 26 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het vervoeren van twee blokken cocaïne op 10 mei 2022 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een onderzoek ter terechtzitting op 12 augustus 2022, waarbij de officier van justitie, mr. C. Nij Bijvank, en de raadsman van de verdachte, mr. M.A. van de Weerd, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De verdachte, geboren in 1995 en gedetineerd, werd beschuldigd van het samen met anderen vervoeren en/of aanwezig hebben van de cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de zitting heeft verklaard dat hij de opdracht had gekregen om de drugs van A naar B te brengen. De verbalisanten hebben de verdachte gezien met een gele tas, waarin een blok cocaïne was aangetroffen, en een tweede blok cocaïne in de auto van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het medeplegen van het vervoeren van de cocaïne wettig en overtuigend bewezen kon worden, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de Volkswagen Golf en de Google Pixel telefoon bevolen, omdat deze zijn gebruikt bij het vervoeren van de drugs. De rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften genoemd, waaronder artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.H.E. van der Pol als voorzitter.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/118309-22
Datum uitspraak: 26 augustus 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1995 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] ,
gedetineerd in [naam PI] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 augustus 2022. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C. Nij Bijvank en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.A. van de Weerd, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van het samen met anderen op 10 mei 2022 in Amsterdam vervoeren en/of aanwezig hebben van twee blokken cocaïne.
De tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van het ene blok cocaïne en het vervoeren van het andere blok cocaïne wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij de opdracht had gekregen om drugs van A naar B te brengen. De verbalisanten hebben gezien dat verdachte met lege handen naar een Opel liep en terugliep naar zijn Volkswagen met een gele tas. De verbalisanten hebben de gele tas met daarin een blok cocaïne aangetroffen in de verborgen ruimte van de Volkswagen van verdachte. Verdachte had dit blok kort daarvoor overhandigd gekregen bij de Opel. De verbalisanten hebben op de bijrijdersstoel van de Volkswagen van verdachte nog een blok cocaïne in een oranje tas aangetroffen.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat voor het blok cocaïne uit de gele tas slechts het aanwezig hebben kan worden bewezen en niet het vervoeren, omdat het blok cocaïne uit de gele tas pas kort voor de aanhouding aan verdachte was overgedragen.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte samen met anderen twee blokken cocaïne heeft vervoerd. De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, vast dat verdachte de cocaïne in de gele tas van de Opel naar de Volkswagen heeft gebracht. Daarmee heeft verdachte deze cocaïne vervoerd. De cocaïne in de oranje tas is in de auto aangetroffen. De rechtbank stelt vast dat dit blok cocaïne of uit de gele tas komt, en verdachte dit blok dus lopend heeft vervoerd, of al in de Volkswagen van verdachte lag, en verdachte dit blok dus in zijn auto heeft vervoerd naar de plek waar hij de gele tas heeft opgehaald. Op grond van de verklaring van verdachte dat hij de cocaïne voor een ander van A naar B moest brengen, vindt de rechtbank ook het medeplegen bewezen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
op 10 mei 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk heeft vervoerd 2 blokken cocaïne (goednr: 6184939 en 6184943).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie heeft gekeken naar de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en de afspraken die rechters onderling hebben gemaakt over de strafoplegging. Zij is uitgegaan van 1 kilogram per blok. Omdat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en goede intenties lijkt te hebben voor de toekomst vraagt zij een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Ook ziet zij aanknopingspunten dat verdachte door anderen zou zijn gebruikt en heeft zij geen reden om aan te nemen dat hij in de handel zit.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging per blok uit te gaan van de gewichtscategorie tot 500 gram. De verdediging heeft ook verzocht om geen hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft gezeten, zodat hij zo snel mogelijk naar huis kan, zijn huis kan behouden en zijn dochter weer kan zien.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals daarvan op zitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk vervoeren van twee blokken cocaïne. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Met de verboden handel in harddrugs - die veel slachtoffers maakt - worden grote winsten gemaakt. Bovendien gaat de verspreiding van en de handel in drugs gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Verdachte heeft daaraan bijgedragen en zijn eigen financiële belang voorop gesteld.
De rechtbank heeft gekeken naar de afspraken die de rechtbanken onderling over straffen hebben gemaakt. Daarin wordt per gewichtscategorie een uitgangspunt voor de op te leggen straf gegeven. De blokken cocaïne zijn niet gewogen. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de blokken cocaïne ongeveer 1 kilogram per stuk wegen, omdat dat een gebruikelijk gewicht is voor blokken cocaïne zoals deze en omdat er in het huis van de medeverdachte die de gele tas eerder in handen had blokken cocaïne zijn aangetroffen die per stuk ook ongeveer 1 kilogram zijn. De rechtbank kijkt, in het voordeel van verdachte, voor twee blokken cocaïne naar de categorie tot 2 kilogram. Voor het vervoer van harddrugs van deze gewichtscategorie geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 8 maanden. De rechtbank vindt het medeplegen strafverzwarend.
Verdachte heeft op zitting verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Hij lijkt goed door te hebben dat wat hij heeft gedaan echt niet kan en dat hij daarmee veel op het spel heeft gezet. Hij heeft op zitting spijt betuigd. De rechtbank ziet in deze omstandigheden reden om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank legt verdachte de straf op zoals door de officier van justitie is gevraagd; een gevangenisstraf van negen maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

8.Beslag

Onder verdachte zijn een Volkswagen Golf en een Google Pixel telefoon in beslag genomen. De auto wordt verbeurd verklaard omdat het vervoeren van de drugs met behulp daarvan is begaan. Ook de Google Pixel telefoon wordt verbeurd verklaard. De telefoon is niet onderzocht, maar het is de rechtbank bekend dat met dit type telefoon vaak versleuteld wordt gecommuniceerd bij criminele activiteiten. Omdat verdachte deze telefoon samen met twee blokken cocaïne in zijn auto had liggen en kort daarvoor een van die blokken cocaïne had opgehaald, vindt de rechtbank het aannemelijk dat deze telefoon is gebruikt bij het feit.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt dat een deel van
3 (drie) maandenvan deze gevangenisstraf
nietzal worden
ten uitvoer gelegd, tenzijlater anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jaarvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast als veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart verbeurd:
  • 1 STK Personenauto [kentekennummer] (Omschrijving: PL1300-2022094371-G6184954, Zwart, Merk: Volkswagen, Chassisnr: [nummer] );
  • 1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022094371-6185289, Merk: Google Pixel).
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. J. Huber en B. Kuppens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Post, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 augustus 2022.