Op 26 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het vervoeren van twee blokken cocaïne op 10 mei 2022 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een onderzoek ter terechtzitting op 12 augustus 2022, waarbij de officier van justitie, mr. C. Nij Bijvank, en de raadsman van de verdachte, mr. M.A. van de Weerd, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De verdachte, geboren in 1995 en gedetineerd, werd beschuldigd van het samen met anderen vervoeren en/of aanwezig hebben van de cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de zitting heeft verklaard dat hij de opdracht had gekregen om de drugs van A naar B te brengen. De verbalisanten hebben de verdachte gezien met een gele tas, waarin een blok cocaïne was aangetroffen, en een tweede blok cocaïne in de auto van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het medeplegen van het vervoeren van de cocaïne wettig en overtuigend bewezen kon worden, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de Volkswagen Golf en de Google Pixel telefoon bevolen, omdat deze zijn gebruikt bij het vervoeren van de drugs. De rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften genoemd, waaronder artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.H.E. van der Pol als voorzitter.