In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte beschuldigd van bedreiging van twee advocaten via audioberichten op WhatsApp. De bedreigingen vonden plaats in de periode van 10 tot en met 13 mei 2021. De rechtbank heeft op 13 juli 2022 uitspraak gedaan na een zitting waarin de officier van justitie, mr. M. Lommers, de vordering heeft gedaan en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. van Riet, zijn verdediging heeft gevoerd. De tenlastelegging omvatte meerdere dreigende uitspraken die de verdachte via WhatsApp aan de advocaten heeft gestuurd, waarin hij hen bedreigde met geweld en zware mishandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bedreigingen wettig en overtuigend bewezen zijn, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank heeft de strafbaarheid van het feit en de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De verdachte is als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, wat invloed heeft gehad op de strafmaat.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 40 dagen geëist, waarvan 32 dagen voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 dagen, met 22 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft geen bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, omdat de verdachte niet openstaat voor behandeling van zijn stoornis. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de ernst van de bedreigingen en de omstandigheden van de verdachte.