In deze zaak vorderde eiser, een woningeigenaar, schadevergoeding van gedaagde, een tegelzetter, wegens gebrekkig geleverde werkzaamheden bij het leggen van een tegelvloer in 2018. Eiser had een overeenkomst van opdracht gesloten met gedaagde voor het leggen van tegels in zijn woning voor een bedrag van € 4.500,00, waarvan hij een aanbetaling van € 1.000,00 had gedaan. Na de oplevering van de werkzaamheden ontstonden er klachten over de kwaliteit van het tegelwerk, waaronder hol klinkende tegels en loslatend voegwerk. Eiser heeft gedaagde herhaaldelijk verzocht om de gebreken te verhelpen, maar gedaagde gaf aan niet meer in staat te zijn om de werkzaamheden uit te voeren omdat hij zijn bedrijf had stopgezet.
Eiser heeft vervolgens een deskundigenonderzoek laten uitvoeren, waaruit bleek dat 50% van het tegelwerk gebrekkig was aangebracht. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen, zowel in de uitvoering van de werkzaamheden als in zijn waarschuwingsplicht. De rechter stelde vast dat gedaagde niet had gewaarschuwd voor de risico's van de door hem gehanteerde werkwijze en dat hij onvoldoende had gelet op de kwaliteit van het geleverde werk.
De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van € 3.000,00 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, € 1.724,25 aan onderzoekskosten en € 514,25 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.