ECLI:NL:RBAMS:2022:5865
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan gronden en informatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De rechtbank ontving op 25 april 2022 een beroepschrift van de eiser, gericht tegen een besluit van verweerder van 17 maart 2022. Eiser heeft echter geen afschrift van het bestreden besluit overgelegd en heeft in het beroepschrift geen gronden vermeld. De griffier heeft eiser op 26 april 2022 verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep in te dienen, met de waarschuwing dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien hieraan niet wordt voldaan.
Eiser heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend en ook geen verzoek om uitstel gedaan. Hierdoor heeft de rechtbank besloten het onderzoek te sluiten, omdat voortzetting niet nodig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet aan de orde komt. Tevens heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om de verzoeken van derden, die als belanghebbenden aangemerkt wilden worden, te beoordelen.
De rechtbank heeft in haar beslissing geen proceskostenveroordeling opgelegd, gezien de uitkomst van de zaak. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen, waarbij zij binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift kunnen indienen.