ECLI:NL:RBAMS:2022:5877

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
722257 / FA RK 22 5430
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met overschrijding van de beslistermijn

Op 27 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en cannabismisbruik. De betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling, ondanks dat hij op de hoogte was van de zitting. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, gezien het ernstige nadeel dat de betrokkene ondervond en het gebrek aan ziektebesef.

De rechtbank constateerde dat de beslistermijn van drie weken was overschreden, waardoor de zorgmachtiging niet voor de verzochte duur van twaalf maanden kon worden verleend. In plaats daarvan werd de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden verleend, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de verplichte zorg evenredig en effectief was. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter G.M. Beunk, met griffier L.F. Datema, en is op 12 oktober 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/722257 FA RK 22/5430
kenmerk: ZM/IND/83911
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 september 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
betrokkene: [betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
zorgaanbieder: Arkin
advocaat: mr. D. Poot te Den Haag

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 2 september 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 september 2022 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- advocaat van betrokkene
- psychiater L. Kruse
- sociaal psychiatrisch verpleegkundige [naam] .
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft geconstateerd dat betrokkene niet bij de mondelinge behandeling is verschenen. De rechtbank stelt vast dat betrokkene naar behoren is opgeroepen. De advocaat heeft verklaard dat het niet gelukt is om met betrokkene in contact te komen. De advocaat heeft per sms en whatsapp de datum en tijd van deze zitting aan betrokkene doorgegeven, maar geen reactie gekregen. Betrokkene heeft de advocaat teruggebeld, maar zei toen niets. De advocaat heeft va de zus van betrokkenen vernomen dat betrokkene sinds de afgelopen week alle contact afhoudt.
De rechtbank concludeert op grond van voornoemde informatie dat betrokkene op de hoogte is van de zitting maar er voor heeft gekozen om niet aanwezig te zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om de behandeling van het verzoekschrift buiten aanwezigheid van betrokkene voort te zetten.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie, een verstandelijke beperking en cannabismisbruik.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het verzoek bepleit, omdat hij geen medicatie en geen zorgmachtiging wil.
2.6.
De rechtbank volgt dit standpunt niet en acht het noodzakelijk dat er opnieuw een zorgmachtiging voor betrokkene komt. Betrokkene heeft geen ziektebesef en wil niet op vrijwillige basis meewerken met de behandeling. Uit de stukken blijk dat betrokkene medicatie nodig heeft om te voorkomen dat hij decompenseert. Tijdens eerdere ontregelingen van zijn psychiatrisch toestandsbeeld ontstond er ernstig nadeel, waaronder zeer agressief gedrag naar anderen.
2.7.
Ten aanzien van de duur van de te verlenen zorgmachtiging overweegt de rechtbank dat de officier van justitie het verzoek tijdig heeft ingediend, maar dat de rechtbank de beslistermijn van drie weken heeft overschreden. De advocaat heeft er terecht op gewezen dat, gelet op artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Wvggz, met het verstrijken van de beslistermijn de vorige zorgmachtiging op 23 september 2022 is vervallen. De consequentie hiervan is dat nu een zorgmachtiging voor de duur van maximaal zes maanden kan worden verleend, en niet de verzochte twaalf maanden.
2.8.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, alsmede hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie,
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening,
  • beperken van de bewegingsvrijheid,
  • insluiten
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene,
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen,
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam
  • opnemen in een accommodatie,
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank zal de zorgmachtiging verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene]
,inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.8 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 27 maart 2023.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 27 september 2022 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. G.M. Beunk, rechter, bijgestaan door mr. L.F. Datema als griffier en op 12 oktober 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.