Op 7 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991, die betrokken was bij een cocaïnewasserij. De zaak kwam aan het licht na een politieactie op 23 januari 2022, waarbij de verdachte en een medeverdachte werden aangehouden na een melding van een inbraak. Bij het onderzoek bleek dat de mannen niet inbraken, maar toegang hadden gekregen tot een garage waar een cocaïnewasserij was gevestigd. De politie vond daar aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en bewijs dat de verdachte betrokken was bij de productie ervan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk had bijgedragen aan het omzetten van cocaïnebase naar cocaïne-HCl en dat hij samen met anderen handelde in strijd met de Opiumwet. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij zich bewust was van zijn rol in de criminele activiteiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de samenleving.