Op 7 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1976, die betrokken was bij een cocaïnewasserij. De zaak kwam voort uit een politieonderzoek dat begon na een melding van een inbraak op 23 januari 2022. Bij aankomst van de politie werden twee mannen, medeverdachten, op het dak aangetroffen, die bij hun vlucht verwondingen opliepen. De politie ontdekte een cocaïnewasserij in een garage die door de verdachte werd gehuurd. In de wasserij werden diverse materialen en chemicaliën aangetroffen die gebruikt werden voor de productie van cocaïne. De verdachte ontkende betrokkenheid, maar het DNA van hem en de medeverdachten werd op verschillende voorwerpen in de wasserij aangetroffen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van veertig maanden, wat de rechtbank uiteindelijk ook oplegde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft bijgedragen aan de productie van cocaïne en dat hij zich bewust was van de activiteiten in de garage. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op van veertig maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank weegt de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugshandel zwaar mee in de strafoplegging.