Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Inleiding
26 september 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt verder vast dat recentelijk een aantal soortgelijke zaken van dezelfde gemachtigde op zitting zijn geweest bij deze rechtbank. Op 27 juli 2022 is in die zaken uitspraak gedaan. [2] In die uitspraken is geoordeeld dat de inzageverzoeken onvoldoende waren gespecificeerd en dat verweerder om die reden mocht volstaan met een algemeen overzicht van de verwerkte gegevens en afgifte van een aantal afschriften van documenten. De rechtbank verwijst naar de overwegingen 7 tot en met 9 van de genoemde uitspraak en maakt die overwegingen tot de hare. De rechtbank ziet geen aanleiding om in deze zaak anders te oordelen dan in die uitspraak is gedaan.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Staat om aan eiser een vergoeding voor immateriële schade te betalen van € 1.000,-;
- veroordeelt verweerder in de kosten van eiser van deze procedure tot een bedrag van € 379,50.
mr.N. Bissumbhar, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
7 november 2022.