ECLI:NL:RBAMS:2022:6478

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
9 november 2022
Zaaknummer
C/13/708648 / HA ZA 21-924
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis in een civiele zaak tussen twee besloten vennootschappen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de rechtbank op 21 september 2022 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak tussen de besloten vennootschap [eiseres] B.V. en de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. Het herstelvonnis betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis dat op 20 juli 2022 was gewezen. De eiseres had verzocht om een vermindering van het toegewezen bedrag in reconventie met € 15.500, wat de factuurwaarde van een specifiek voorwerp betrof. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, waardoor het toegewezen bedrag te hoog was vastgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres niet verplicht was om de koopprijs voor het voorwerp te betalen, omdat er sprake was van non-conformiteit. Hierdoor heeft de rechtbank het verzoek tot verbetering toegewezen en het bedrag dat de eiseres aan de gedaagde moest betalen, aangepast van € 219.939,89 naar € 204.439,89, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 30 maart 2021. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis moeten retourneren aan de griffie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/708648 / HA ZA 21-924
Herstelvonnis van 21 september 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H.M. Punt te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij B-formulier van 5 september 2022 is namens [eiseres] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 20 juli 2022 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het in reconventie onder 5.4 toegewezen bedrag verminderd wordt met € 15.500 (de factuurwaarde van voorwerp 22).
1.2.
De rechtbank heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Daar is geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 20 juli 2022 sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. In reconventie wordt [eiseres] onder meer veroordeeld om te betalen voor geleverde kunstwerken. In rov. 4.21.5 heeft de rechtbank overwogen dat ten aanzien van voorwerp 22 sprake was van non-conformiteit zodat daarvoor geen koopprijs meer verschuldigd was. Deze was nog niet betaald, zodat zij geen onderdeel uitmaakt van de vordering tot terugbetaling in conventie (rov 4.22). Door in het onder 5.4 toegewezen bedrag de factuurwaarde van € 15.500 mee te nemen is deze te hoog vastgesteld. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat onder 5.4 van het op 20 juli 2022 tussen [eiseres] en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat
“veroordeelt [eiseres] tot betaling aan [gedaagde] van € 219.939,89, vermeerderd met de wettelijke handelsrente (6:119a BW) vanaf 30 maart 2021 tot de dag van betaling;”
wordt gewijzigd in
“veroordeelt [eiseres] tot betaling aan [gedaagde] van € 204.439,89, vermeerderd met de wettelijke handelsrente (6:119a BW) vanaf 30 maart 2021 tot de dag van betaling;”
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 21 september 2022 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 20 juli 2022,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 20 juli 2022 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2022. [1]

Voetnoten

1.type: AAK