Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juni 2022,
- de akte houdende overlegging van producties,
- de incidentele conclusie strekkende tot onbevoegdheidsverklaring, met producties,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
Plaats van de vergadering
Daarnaast blijkt uit het “Meldingsformulier benoeming” dat de heer [gedaagde] in Frankrijk woont, de heer [naam 2] woont in België en de heer [naam 3] woont in Nederland. Graag vernemen wij hoe [ [eiser 1] , rb] voldoet aan artikel 4:40 Wet op het financieel toezicht waarin staat dat de personen die het dagelijks beleid van een beheerder van een icbe met zetel in Nederland bepalen, hun werkzaamheden in verband daarmee verrichten vanuit Nederland.
3.Het geschil
Ferho/Spies-arrest). Hiertoe voeren zij aan dat onbehoorlijke taakvervulling als een verbintenis uit overeenkomst kwalificeert. Op basis van artikel 7 lid 1 sub b is de rechtbank bevoegd van de plaats waar de ‘diensten’ volgens de overeenkomst uitgevoerd werden of hadden moeten worden. [eisers] zijn gevestigd te Amsterdam. Bovendien bepaalt het bestuurdersreglement van [eiser 1] dat de bestuurdersvergaderingen van [eiser 1] in Amsterdam worden gehouden.
4.De beoordeling
Ferho/Spies-arrest
,punt 53). De genoemde vorderingen van [eisers] betreffen dus ‘verbintenissen uit overeenkomst’ in de zin van artikel 7 lid 1 Brussel I-bis Verordening. Het voorgaande is tussen partijen ook niet in geschil.
Ferho/Spies-arrest
,punt 58). De genoemde vorderingen van [eisers] betreffen dus meer in het bijzonder een overeenkomst betreffende de ‘verstrekking van diensten’, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 onder b Brussel I bis-Verordening. Ook dit is niet tussen partijen in geschil.
NJ2010/522, ‘
Wood Floor/Silva Trade’,punt 38), althans uit de
Ferho/Spies-arrest
,punt 62
).
Ferho/Spies-arrest
,punt 64
).
5.De beoordeling
21 december 2022voor conclusie van antwoord,