Op 9 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Mönchengladbach in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 december 2021 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die geboren is in Polen in 1984 en momenteel gedetineerd is in Nederland. Tijdens de openbare zitting op 26 januari 2022 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en zijn de relevante feiten besproken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De verdediging heeft betoogd dat de kwalificatie van de feiten in het EAB niet correct is, met name de aanduiding van 'moord en doodslag'. De officier van justitie heeft echter gesteld dat het aan de uitvaardigende justitiële autoriteit is om de kwalificatie van de feiten te bepalen. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij gebonden is aan deze kwalificatie en dat het verweer van de raadsman niet opgaat.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, aangezien aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing volgens artikel 29, tweede lid, OLW.