Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
26Waluwe
[adres] .
1.Inleiding
19 september 2022 de raadsman van verdachte in onderzoek
26Waluwe, mr. C.C. Polat, verzocht eventuele onderzoekswensen uiterlijk 14 oktober 2022 schriftelijk in te dienen bij de rechtbank, zodat het Openbaar Ministerie daarop tijdig voorafgaand aan de zitting schriftelijk kon reageren. Zodoende kon op de regiezitting een inhoudelijk debat plaatsvinden, met name over het onderwerp SkyECC, een communicatiedienst die een applicatie aanbiedt waarmee versleuteld kan worden gecommuniceerd.
20 oktober 2022 schriftelijk gereageerd.
26Argusaan het dossier toegevoegd, welke daar per abuis nog geen onderdeel van uitmaakten. Op 31 oktober 2022 heeft zij de brief van (onder meer) de zaaksofficieren van justitie van de onderzoeken
26Argusen
26Lemontvan 28 oktober 2022, inclusief de vertaling van het arrest van de Franse Hoge Raad van 11 oktober 2022, aan de rechtbank en de verdediging verstrekt.
2.Onderzoekswensen met betrekking tot het onderwerp SkyECC
26Argusen alle informatie uit dat onderzoek over verdachte;
26Argusen de officieren van justitie bij het Landelijk Parket (hierna: LAP).
Joint Investigation Team(hierna: JIT) bij het verzamelen van informatie over de gebruikers van SkyECC hebben gehandeld op basis van de geldende rechtsregels in het betreffende land. Voor zover deze documenten in de Franse taal zijn opgesteld dienen deze vertaald te zijn in de Nederlandse taal;
SkyECC-hack.
26Argusvan 2 juni 2022, blijkt dat de inzet van de interceptietool heeft plaatsgevonden onder de verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten, met toestemming van de Franse onderzoeksrechter en op basis van Franse strafvorderlijke bevoegdheden. Dat sprake is geweest van een voorafgaande samenwerking, overleg en uitwisseling van informatie tussen Frankrijk, België en Nederland betekent niet dat de verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek is verschoven naar Nederland. Die verantwoordelijkheid heeft steeds bij de Franse autoriteiten gelegen. De omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan Frankrijk heeft geleverd, maakt het voorgaande niet anders. Frankrijk is lid van de Europese Unie en aangesloten bij het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het in het internationale rechtshulpverkeer geldende vertrouwensbeginsel brengt met zich mee dat de toetsing van de Nederlandse rechter slechts beperkt is tot eventuele gevolgen voor het recht op een eerlijk proces ex artikel 6, eerste lid, EVRM. De Nederlandse rechter mag erop vertrouwen dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met het recht op privacy ex artikel 8 EVRM heeft plaatsgevonden. De rechtbank overweegt dat de door de raadsman aangehaalde juridische procedures in het buitenland vooralsnog niet afdoen aan de toepasselijkheid van het vertrouwensbeginsel. Immers, deze buitenlandse procedures lopen nog en het is daarin nog niet tot onherroepelijke einduitspraken gekomen die zouden maken dat het beroep op het vertrouwensbeginsel in een ander licht komt te staan.
afgewezen.
26Argusvan 2 juni 2022 biedt voldoende informatie over de wijze waarop is samengewerkt met Nederland.
afgewezen.
SkyECC-berichten binnen het onderzoek
26Argus;
26Argusaangaande de analyse van informatie die is gedeeld met het onderzoeksteam in het onderhavige onderzoek;
26Argusmet betrekking tot de verdachten in het onderhavige onderzoek.
26Argusvan 2 juni 2022 voldoende informatie voorhanden is om de werkwijze in dat onderzoek te kunnen toetsen, in het licht van een eventueel te voeren verweer op grond van artikel 359a Sv.
afgewezen.
26Arguswelke ziet op de SkyECC-ID GMHH5T, welke aan verdachte wordt toegeschreven.
toegezegdten aanzien van SkyECC-ID GMHH5T voor inzage te zorgen in de chatberichten in de periode tussen het eerste en het laatste bericht die onderdeel uitmaken van de zaaksdossiers van het onderzoek
26Waluwe. Gelet op deze toezegging, neemt de rechtbank
geen beslissingop het onder 10 geformuleerde verzoek van de raadsman.
SkyECC-servers in [plaats 2] alsmede de aanvragen daarvan;
afgewezen.
26Arguste horen omtrent de door hun afgegeven machtigingen ex artikelen
126t en 126uba Sv. Daarnaast heeft de raadsman verzocht de LAP-officieren van justitie 0813, 0814 en 0832 te horen omtrent de rol van Nederland bij het onderzoek naar SkyECC, de verwerking van de chatberichten nadat de servers naar Nederland waren overgebracht en de wettelijke grondslag daarvoor.
26Arguswelke ziet op SkyECC-ID GMHH5T. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de verdediging onvoldoende heeft gemotiveerd wat de relevantie is van het horen van de hierboven genoemde getuigen in het licht van de te nemen beslissingen in het kader van de artikelen 348 en 350 Sv of een eventueel te voeren verweer op grond van artikel 359a Sv. Het enkele feit dat de verdediging vraagtekens zet bij de motivering van de machtigingen die door de rechter-commissarissen zijn verleend, is daarvoor onvoldoende. Gelet op het voorgaande wordt dit verzoek van de raadsman
afgewezen.
26Arguste horen over het Franse onderzoek. De brief met bijlagen van deze officieren van justitie van 2 juni 2022 en het schriftelijk standpunt van de officier van justitie in de onderhavige zaak biedt voldoende informatie over de gang van zaken, inclusief de Nederlandse betrokkenheid. De verdediging heeft het belang bij het horen van de hierboven genoemde getuigen dan ook onvoldoende onderbouwd. Gelet op het voorgaande wordt dit verzoek van de raadsman
afgewezen.
3.Overige onderzoekswensen
- D7LIV7, bijnaam: [bijnaam 1] ;
- U23EJI, bijnaam: [bijnaam 2] ;
- U8PUV3;
- 46OMH4;
- 36RGC6;
- CPOMTZ, bijnaam: [bijnaam 3] ;
- [medeverdachte 1] (RDDA7P);
- [medeverdachte 2] (6X67NQ);
- [medeverdachte 3] (R409U6);
- 9LPBSP, bijnaam: [bijnaam 4] ;
- XHDX8G;
- 3484DG;
- J5D05D;
- 73680C;
- FA190O;
- F50011;
- 4084B4;
- Q18ATC;
- F9SAC7;
- 4WG78Z, vermoedelijk: “ [bijnaam 5] ”;
- 8G3OCF;
- GGAKNKL.
26Zenne, omdat de verdediging onvoldoende heeft gemotiveerd dat deze personen – zijnde deelnemers aan belastende chatgesprekken – kunnen worden aangemerkt als personen die een verklaring met een belastende strekking hebben afgelegd.
wijstde verzoeken tot het horen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en
[medeverdachte 3] van het onderzoek
26Zennetoe.
De raadsman dient op voorhand aan de rechter-commissaris door te geven waarover hij deze personen wenst te horen. Derechter-commissaris zal nagaan bij deze personen of zij zich ten aanzien van deze vragen zullen verschonen. Indien dat het geval is, dan kan de rechter-commissaris afzien van het oproepen van deze personen als getuige.
wijstde rechtbank
af. De rechtbank verwijst hiertoe naar de motivering van het Openbaar Ministerie dat de vraag welke gebruikers al dan niet zijn geïdentificeerd en of er processen-verbaal van identificatie beschikbaar zijn niet kan worden beantwoord vanwege het zwaarwegende opsporingsbelang om het onderzoek
26Argusof andere gestarte dan wel nog op te starten opsporingsonderzoeken tegen deze gebruikers niet te schaden.
26Zenneintegraal te verstrekken. Daarnaast heeft de raadsman verzocht te bevestigen of de verstrekte stukken van de onderzoeken Kogelbout, Koken, Kombaars, Kooktoestellen, Kruiphoogte en Konvooi compleet zijn, dan wel het volledige dossier te verstrekken.
26Zenne. Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie bevestigd dat de verstrekte stukken van de onderzoeken Kogelbout, Koken, Kooktoestellen, Kruiphoogte en Konvooi compleet zijn. Ten aanzien van het onderzoek Kombaars heeft het Openbaar Ministerie toegelicht dat dit niet tot relevante stukken voor het onderzoek
26Waluweheeft geleid, omdat daarin geen belastende dan wel ontlastende informatie voor verdachte is verkregen. Desondanks verzet zij zich niet tegen voeging van de stukken uit dit onderzoek.
toezeggingvan het Openbaar Ministerie om voor inzage te zorgen in het onderzoek
26Zenne, neemt de rechtbank
geen beslissingop het door de raadsman geformuleerde verzoek tot het verstrekken daarvan. Voor zover de verdediging deze stukken wenst te voegen, is het verzoek vooralsnog onvoldoende gemotiveerd. Gelet op de
bevestigingvan het Openbaar Ministerie dat de verstrekte stukken uit de overige onderzoeken compleet zijn en zij zich niet verzet tegen voeging van de stukken uit het onderzoek Kombaars, neemt de rechtbank ook op dit gedeelte van het verzoek
geen beslissing.
4.Conclusie
wijstde verzoeken opgenomen onder 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7
af;
wijstde verzoeken opgenomen onder 3.1. voor zover het gaat om het horen van
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
toeen wijst de verzoeken voor het overige
af;
neemtop de verzoeken opgenomen onder 2.4 en 3.2
geen beslissing;
stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, om [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en
[medeverdachte 3] als getuigen te horen en voorts al datgene te verrichten wat hij of zij in het belang van het onderzoek acht.