Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 maart 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 27 mei 2022.
2.De feiten
[de werken]), waarvoor zij in 2010 een prijs heeft ontvangen. Een selectie van deze zelfportretten is tentoongesteld in Nederland (in 2010) en Moskou (in 2016).
[de werken]deel zouden uitmaken. In dat kader heeft [naam 1] aan [gedaagde] verzocht om een tekst te schrijven bij de in dit boekwerk op te nemen
[de werken] .[gedaagde] heeft deze opdracht aanvaard.
[de werken](hierna: de Werken) van [eiser] ontvangen en meegenomen.
legally not obliged’ is de Werken aan [eiser] te retourneren.
3.Het geschil
(i) in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende verplichting om als een goed huisvader te zorgen voor de bewaring en het behoud van de Werken;
(ii) in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende verplichting om de Werken aan [eiser] te retourneren, althans
(iii) onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] door de Werken niet te retourneren;
en
(iv) aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [eiser] geleden schade;
4.De beoordeling
Bruikleen?
[de werken], een fotoserie waarmee [eiser] als kunstenaar internationale roem had vergaard. [gedaagde] had – naar eigen zeggen – met toestemming van [eiser] al foto’s gemaakt van de Werken, maar vond het prettig om ook fysieke exemplaren mee te nemen.
[de werken]doet aan het voorgaande geen afbreuk. [gedaagde] , die zich als kunstkenner bewust moet zijn geweest van de waarde van de serie, heeft uit dat enkele gegeven nog niet mogen afleiden dat het om eenvoudige – waardeloze – kopieën (‘Hema-afdrukken’) van de kunstwerken ging. Zoals [eiser] heeft gesteld en niet is betwist, is iedere afdruk van een fotograaf per definitie onderdeel van het oeuvre en heeft daarmee waarde.
[de werken]geen negatieven meer heeft. Dat vormt tegenover de betwisting van [gedaagde] onvoldoende onderbouwing van haar standpunt. [gedaagde] wijst in dat verband ook op de hiervoor genoemde brief van 2 augustus 2021, waarin [eiser] zelf schrijft dat zij van de ongeveer 25 foto’s die zij van de
[de werken]heeft weten te bewaren ongeveer 12 à 14 aan [gedaagde] heeft toevertrouwd. Nu verder uit het boekwerk [naam boekwerk] ook niet blijkt dat [gedaagde] over meer dan 12 foto’s heeft beschikt wordt het ervoor gehouden dat [gedaagde] 12 foto’s van [eiser] heeft ontvangen. Daaraan doet niet af dat [gedaagde] in [naam boekwerk] heeft geschreven dat zij ongeveer 30 foto’s van [eiser] had ontvangen; ter comparitie heeft [gedaagde] verklaard dat zij dat schreef omdat zij wilde overbrengen dat zij de hele serie in bezit had gehad en dit aantal waarschijnlijk heeft gebaseerd op een gesprek met [eiser] , maar dat voor haar nooit duidelijk was hoeveel foto’s er in de serie zaten.
1.126,00(2 punt × tarief € 563,00)
5.De beslissing
(ii) in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende verplichting om de Werken aan [eiser] te retourneren,
(iii) aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [eiser] geleden schade;