Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10012558 CV EXPL 22-9648
vonnis van: 21 november 2022
fno.: 569
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de naamloze vennootschap Menzis Zorgverzekeraar N.V.
gevestigd te Wageningen
eiseres
nader te noemen: Menzis
gemachtigde: mr. E. Kerbof, Flanderijn & Van Eck Gerechtsdeurwaarders
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 24 mei 2022 met producties;
- antwoord;
- instructievonnis;
- repliek met producties;
- dupliek;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat vast:
1.1.
Tussen Menzis en [gedaagde] bestond in 2021 een verzekeringsovereenkomst ingevolge de Zorgverzekeringswet.
1.2.
Krachtens de verzekeringsovereenkomst alsmede de bijhorende polisvoorwaarden is [gedaagde] premies en/of eigen risicobijdragen aan Menzis verschuldigd.
1.3.
[gedaagde] heeft de premie over de maand november 2021 van € 123,50 niet aan Menzis betaald.
1.4.
De gemachtigde van Menzis heeft [gedaagde] bij email van 18 januari 2022 aangemaand om € 123,50 te voldoen binnen 15 dagen nadat de e-mail door [gedaagde] is ontvangen, bij gebreke waarvan [gedaagde] ook buitengerechtelijke incassokosten van € 48,80, inclusief BTW, verschuldigd wordt.
Vordering en verweer
2. Menzis vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 123,50 aan hoofdsom;
b. rente over € 123,50 vanaf dagvaarding.;
c. € 1,09 aan rente berekend tot dagvaarding;
d. € 48,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;
e. de proceskosten.
a. € 123,50 aan hoofdsom;
b. rente over € 123,50 vanaf dagvaarding.;
c. € 1,09 aan rente berekend tot dagvaarding;
d. € 48,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;
e. de proceskosten.
3. Menzis stelt hiertoe – kort gezegd – dat [gedaagde] ondanks herhaalde aanmaning een bedrag van € 123,50 aan hoofdsom onbetaald heeft gelaten. Menzis heeft bij de dagvaarding en bij akte een specificatie daarvan overgelegd. De e-mail van 18 januari 2022 is aan het door [gedaagde] op 4 november 2021 telefonisch doorgegeven mailadres verzonden en moet dus ontvangen zijn. Nu Menzis in het kader van de Algemene Gegevensverordening (AVG) een verificatietoets heeft uitgevoerd was er geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het telefoongesprek. Daarnaast heeft Menzis in ieder geval een sommatie per e-mail aan [gedaagde] gezonden, ten behoeve van de premie over de maand november 2021. Overigens is er ook telefonisch contact geweest op 4 november 2021, 9 november 2021 en10 november 2021 waarin [gedaagde] zijn nieuwe e-mailadres doorgeeft en meedeelt de premie over de maand november pas op 20 november te kunnen betalen.
4. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer en voert – kort gezegd – aan dat het door Menzis gebruikte e-mail adres hem onbekend is. Hij weet niets van het doorgeven van het e-mailadres en kent het emailadres niet. Hij heeft de sommaties niet ontvangen. Hij maakt sinds medio 2021 geen gebruik meer van budgetbeheer en heeft niet goed opgelet met betrekking tot tijdige betaling van de premies. Hij ging ervan uit dat bij de overgang naar de nieuwe zorgverzekeraar alle premie was betaald. Hij is pas op de hoogte geraakt van de achterstand door de dagvaarding. Hij maakt bezwaar tegen de incassokosten en wil een regeling ter zake van de oorspronkelijke schuld.
Beoordeling
5. De verschuldigdheid van de hoofdsom wordt niet betwist. De gevorderde hoofdsom, evenals de daarover gevorderde, niet bestreden, rente zijn toewijsbaar als hierna te melden.
6. Gelet op artikel 3:37 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) krijgt een verklaring pas haar werking nadat deze is ontvangen door degene aan wie die verklaring is gericht. Weliswaar is niet weersproken dat partijen in november 2021 telefonisch contact hebben gehad over de betalingsachterstand maar met name is van belang wat er nadien is gebeurd. [gedaagde] heeft gemotiveerd betwist zijn e-mailadres te hebben gewijzigd en heeft gemotiveerd betwist de sommaties te hebben ontvangen. Menzis heeft niet aangetoond dat [gedaagde] het e-mailadres heeft gewijzigd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is de onderbouwing dat daaraan voorafgaande een verificatietoets op grond van de AVG is uitgevoerd onvoldoende. Menzis kiest ervoor om via e-mail te communiceren. Dat is een keuze die haar vrij staat. Maar gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat de sommaties door [gedaagde] zijn ontvangen hetgeen, gelet op het gekozen medium, ook beter voorstelbaar is dan ter zake van brieven die gericht zijn aan een huisadres. Dat betekent dat Menzis ook het risico ervan dient te dragen dat bij een gemotiveerde betwisting van de ontvangst van de sommaties, zoals in deze zaak, niet komt vast te staan dat de sommaties zijn ontvangen. Van Menzis dan wel haar gemachtigde had verwacht mogen worden om zich ervan te verwittigen dat de sommaties door [gedaagde] waren ontvangen alvorens te dagvaarden, ook omdat zij beschikte over het telefoonnummer van [gedaagde] .
7. Gelet op het voorgaande ziet de kantonrechter aanleiding om de incassokosten af te wijzen en de proceskosten te compenseren als hierna te melden. Voor een betalingsregeling na vonnis dient [gedaagde] zich te wenden tot de gemachtigde van Menzis.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Menzis van:
- € 123,50 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente daarover vanaf 24 mei 2022 tot aan de voldoening;
- € 1,09 aan vervallen rente tot 24 mei 2022;
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.