Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
HR 5 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2010:BL5629volgt uit rechtspraak van het EHRM dat bij een niet-gerechtvaardigde inbreuk op artikel 8 EVRM geen rechtsgevolg hoeft te worden verbonden aan een dit verzuim, als het recht op een eerlijk proces zoals bedoeld in artikel 6 EVRM daardoor niet wordt geraakt. Hiervan is in dit geval geen sprake. Voorts is het belang van verdachte dat het gepleegde feit niet wordt ontdekt, volgens de Hoge Raad geen in dit verband te rechtens respecteren belang
(HR 4 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BM6673). Verdachte heeft geen nadeel ondervonden dat compensatie behoeft. Dat betekent dat de rechtbank geen rechtsgevolg verbindt aan het geconstateerde verzuim.
- er gesprekken zijn die vermoedelijk gaan over internationale drugstransporten
- foto’s zijn gevonden van grote stapels met contant geld, flesjes met vermoedelijk oranje/bruine vloeistof erin, opgestapelde zilverkleurige verpakkingen (die de verbalisant ambtshalve bekend zijn als pakjes harddrugs, waaronder cocaïne)
- foto’s van transacties zijn gevonden die duiden op internationale drugshandel.
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
5 (vijf) maanden.
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.