Op 29 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een verzoek om aanvullende toestemming voor uitbreiding van de vervolging afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 6 januari 2022, in het kader van de Overleveringswet (OLW). De zaak betreft een overgeleverde persoon, geboren in Polen, die in Nederland is overgeleverd. De rechtbank heeft het verzoek aangehouden omdat niet was gebleken dat de overgeleverde persoon de mogelijkheid had gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken. Tijdens een zitting op 19 oktober 2021 in Polen was de opgeëiste persoon niet bijgestaan door een advocaat en had hij verklaard geen afstand te doen van het specialiteitsbeginsel. Dit leidde tot de conclusie dat de overgeleverde persoon niet effectief kon worden beschermd in zijn rechten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Poolse autoriteiten niet voldoende informatie hebben verstrekt over de mogelijkheid voor de overgeleverde persoon om zijn standpunt te delen. De rechtbank benadrukt dat de vereisten voor effectieve rechterlijke bescherming niet zijn nageleefd, wat betekent dat zij niet in staat was om een weloverwogen beslissing te nemen over het verzoek. De rechtbank heeft het verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging afgewezen, maar laat de mogelijkheid open voor de Poolse autoriteiten om een nieuw verzoek in te dienen, mits de overgeleverde persoon de kans krijgt om zijn opmerkingen en bezwaren te uiten.