ECLI:NL:RBAMS:2022:740

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
9153192 CV 21-5768
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke geschil over dekking voor schade aan chalet door rotsverschuiving

In deze zaak vorderen eisers, eigenaren van een chalet in Zwitserland, schadevergoeding van de verzekeraar Hiscox voor schade aan hun chalet veroorzaakt door een rotsverschuiving. De eisers stellen dat de schade gedekt is onder hun Aon Residence opstalschadeverzekering, terwijl Hiscox zich beroept op uitsluitingen in de polisvoorwaarden. De procedure begon met een incident in oktober 2021, gevolgd door een tussenvonnis in december 2021 en een bijeenkomst van partijen in januari 2022. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak vastgesteld, waaronder de aard van de verzekering en de polisvoorwaarden. De kern van het geschil draait om de vraag of de schade aan de zijwand van het chalet gedekt is onder de verzekering, en of de oorzaak van de schade valt onder de uitsluitingen van de polis. De kantonrechter concludeert dat de schade niet gedekt is, omdat deze voortvloeit uit verzakking of instorting, wat expliciet is uitgesloten in de polisvoorwaarden. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van Hiscox.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 9153192 CV 21-5768
Uitspraak: 18 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:

1.[eiser 1] , en

2.
[eiser 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
gemachtigde mr. E.M. Horssius,
t e g e n
de vennootschap naar buitenlandsrecht
HISCOX SA,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
gedaagde,
gemachtigden mr. E.M. van Orsouw en mr. E. Jagt.
Partijen worden hierna [eisers] c.s. en Hiscox genoemd.

1.Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het vonnis in incident van 7 oktober 2021 en de daarna ontvangen akte uitlating en overlegging producties van [eisers] c.s. van 11 oktober 2021 en de conclusie van antwoord van 19 november 2021. Ingevolge een tussenvonnis van 3 december 2021 heeft op 19 januari 2022 een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. De door de griffier gemaakte aantekeningen hiervan en de spreekaantekeningen van partijen, deels op voorhand toegezonden, bevinden zich bij de stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

2.Feiten en omstandigheden

2.1.
[eisers] c.s. zijn, sinds 2010, eigenaar van een onroerende zaak (hierna:
het chalet) gelegen te [adres] .
2.2.
[eisers] c.s. hebben een Aon Residence opstalschadeverzekering (hierna:
de verzekering), via One Underwriting, afgesloten bij Hiscox.
2.3.
In de voor deze procedure relevante periode zijn de AON Residence Verzekering 2018 voorwaarden (hierna:
de polisvoorwaarden) van toepassing op de verzekering.
2.4.
De polisvoorwaarden bevatten onder meer de volgende bepalingen:
“(…)
1 Definities(…)
1.6.
Gebeurtenis
Onder een gebeurtenis wordt verstaan:
o elk plotseling en onvoorzien van buiten komend voorval of een reeks samenhangende voorvallen ten gevolge waarvan schade is ontstaan; (…)
1.7.
Gebouw
De op het polisblad genoemde verzekerde onroerende zaak, met inbegrip van:
o alles wat daar volgens de verkeersopvatting deel van uitmaakt, met uitzondering van de funderingen;
o alle bijbehorende bouwwerken die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven, zoals bijgebouwen, zwembaden, antennes, zonnepanelen, satellietschotels inclusief aansluitingen en masten, vlaggenstokken, zonweringen, terrassen, patio’s, tennisbanen, oprijlanen, voetpaden en omheiningen met uitzondering van tuinaanleg en beplanting;
(…)

3.Algemene uitsluitingen (…)

3.6.
Slijtage, oxidatie en andere geleidelijk werkende invloeden
Niet verzekerd is schade aan de verzekerde zaak zelf veroorzaakt door slijtage, oxidatie en andere geleidelijk werkende invloeden, waaronder vocht in dubbele beglazing. (…)

5.Gebouw — Rubriek A

U kunt slechts aanspraak maken op deze dekking indien uit het polisblad volgt dat de rubriek Gebouw verzekerd is.
5.1
Dekking(…)
5.1.2.
Met inachtneming van de van toepassing zijnde uitsluitingen dekt deze verzekering alle schade aan het gebouw onverschillig door welke oorzaak ontstaan.
5.2
Niet gedekt
In aanvulling op de Algemene Uitsluitingen zijn de in dit artikel genoemde uitsluitingen van toepassing op deze rubriek: (…)
5.2.2
Verzakking of instorting
Niet verzekerd is schade veroorzaakt door verzakking of instorting, tenzij veroorzaakt door aardbeving, wateraccumulatie (anders dan door overstroming) of sneeuwdruk. (…)”
2.5.
Bij e-mail van 25 mei 2018 hebben [eisers] c.s. een foto gestuurd naar Inter-Agence waarop te zien is dat een steen en gruis afkomstig van de rotswand aan de rechterzijde van het chalet terecht is gekomen op het balkon aan de zijkant van het chalet.
2.6.
Bij e-mail van 17 mei 2019 meldt Inter-Agence aan [eisers] c.s. dat er stenen en gruis aan de zijkant van het chalet naar beneden zijn gekomen en ook op het balkon aan de rechterzijde van het chalet terecht zijn gekomen.
2.7.
[eisers] c.s. hebben dit gemeld bij One Underwriting. Op 16 juli 2019 heeft One Underwriting op haar beurt de schade van [eisers] c.s. bij Hiscox gemeld als nieuwe schade. Op 18 juli 2019 heeft Hiscox One Underwriting geïnformeerd dat zij Crawford hebben ingeschakeld om de schade te beoordelen en dat Hiscox een terugkoppeling van de expert afwacht. Crawford communiceert telefonisch en via e-mail met [eisers] c.s. [eisers] c.s. verzoeken Crawford langs te komen in Zwitserland, wat Crawford in eerste instantie afwijst.
2.8.
Hiscox deelt One Underwriting bij e-mail van 20 september 2019 mee:
“We ontvingen inmiddels de terugkoppeling van onze expert Aernout de Graaf. Uit de tot op heden ontvangen informatie begrijpen we dat een deel van een rotswand c.q. rotsblok is afgebroken en tegen het chalet en de balustrade van het terras van verzekerde is gerold/ geschoven. De exact ontstane schade aan het chalet en de balustrade alsmede de oorzaak van het afbrokkelen/verschuiven van de rotswand zijn op dit moment niet bekend. (…)
Wij verzekeren het chalet in Zwitserland, de rond het chalet liggende rotswanden behoren niet tot de verzekerde opstal. (…)
Nu de rond het chalet liggende rotswanden niet tot de verzekerde opstal behoren, komt eventueel aan de rotswand ontstane schade niet voor vergoeding in aanmerking. Daarnaast begrijpen we dat verzekerde graag beschermingsmaatregelen zou treffen aan het chalet om schade als gevolg van afbrokkelende/verschuivende rotswanden te voorkomen. Zoals eerder al aangegeven valt het treffen van beschermings- / preventiemaatregelen tevens buiten het bereik van de onderhavige polis.”
2.9.
Op 4 oktober 2019 heeft [naam 1] van Crawford Partner (Switzerland) AG (hierna:
[naam 1]) de situatie ter plekke bij het chalet bekeken. [naam 1] heeft in een brief van 7 oktober 2019 de bevindingen van het onderzoek vastgelegd en deze brief is ook aan [eisers] c.s. verstrekt. In deze brief staat onder meer:
“(…)
On the right side of the chalet (looking at it from the entrance), the securing of the ground
was apparently not done completely with anchors and only concrete sprayed on a few cm
was applied to the rock.
Over time, the rock, which is quite friable, has gradually deteriorated. With rainwater
seeping through the ground adjacent to the cottage and annual freeze-thaw events moving
the rocks, the rock gradually advanced against the cottage and deformed the balustrade of
the 1 St floor balcony (Photos IMG 5400, _5403). The rock now also rests against the 1 St
floor slab. Some of the rock had already collapsed in 2018 and screes had been observed.
In the spring of 2019, a piece of sprayed concrete of about 1 m2 detached from the wall
and formed a fairly large scree on the side of the chalet (Photos IMG_5397, _5399). There
is a fear that these screes will continue, especially with the new winter coming and the
situation must be stabilized very quickly, as damage is likely to occur to the cottage. (…)
In summary, the causes of the land and rock movements that led to these landslides are the
combination of:
- Friability of the rock
- Rainwater infiltration and snowmelt on the adjacent property
- Freeze/thaw actions each winter, which gradually breaks the rock
- Securing the land at this location, which is too weak.
However, we cannot talk about an accumulation of water or a pocket of water behind the
wall that would have, by its pressure, pushed the wall in.
(…)”
2.10.
Bij brief van 7 september 2020 van [eisers] c.s. aan Hiscox delen zij mee dat volgens hen sprake is geweest van een plotselinge en onvoorziene verzekerde gebeurtenis en dat sprake is van gedekte schade onder de verzekering. [eisers] c.s. sommeren Hiscox om tot een schadevaststelling te komen.
2.11.
Op 12 februari 2021 dienen [eisers] c.s. een formele klacht in bij One Underwriting en Hiscox. Bij e-mail van 3 maart 2021 reageert Hiscox op de klacht. Zij wijst de claim opnieuw af. Redengevend daarvoor is onder meer:
“(…)
Uitsluiting in verband met verzakking
Los van het feit dat zonder een plotseling en onvoorziene gebeurtenis er geen ingang is tot de polis, wijzen we ook nog op de volgende twee uitsluitingen.
Uit het rapport van Crawford maken wij op dat er sprake is geweest van een geleidelijk proces. Hoewel de ‘schade’ aan de (onder)grond sowieso niet verzekerd is nu deze grond geen deel uitmaakt van het verzekerde chalet wijzen wij op de uitsluiting zoals deze opgenomen is in artikel 3.6 van de polisvoorwaarden:
“Niet verzekerd is schade aan de verzekerde zaak zelf veroorzaakt door slijtage, oxidatie en andere geleidelijk werkende invloeden (...)”.
Los daarvan bestaat er volgens de uitsluiting in art 5.2.2. van de polisvoorwaarden geen dekking indien de schade is veroorzaakt “door verzakking of instorting”. Dat is enkel anders indien de verzakking of instorting het gevolg is van “wateraccumulatie (anders dan door overstroming) of sneeuwdruk”. Nu van dat laatste geen sprake is (de expert van Crawford heeft dat met betrekking tot de wateraccumulatie expliciet bevestigd in zijn tussenbericht van 7 oktober 2019), is de verzakking van de (onder)grond geen gedekte gebeurtenis.
(…)”
Als bijlage van deze e-mail is een rapport van Crawford van 1 maart 2021 gevoegd. Daarin staat onder meer:
“(…)
ZIENSWIJZE CRAWFORD
Wij concluderen dat er geen schade is ontstaan aan het chalet zelf. De balustrade was licht
gedeformeerd doch was in onze optiek eenvoudig reparabel. De rotspartij aan de rechter zijkant van het chalet was verzakt cq afgebrokkeld en diende te worden hersteld. Door de verzakte grondslag vertoonde de natuurstenen trap en de bijbehorende houten leuning op helling aan de rechterzijde van het chalet ook lichte verzakkingsverschijnselen. Bij het treffen van voorzieningen aan deze rotspartij moest de trappartij worden weggenomen en na het treffen van de voorzieningen opnieuw worden aangelegd.
Wij zijn de expliciete mening toegedaan dat de thans gekozen wijze van herstel niet overeenkomstig de oude situatie is. (…)
Het realiseren van een voorziening voor het rotsblok is naar onze mening een preventieve maatregel. Het is geen herstel in oude situatie. De rotspartij is niet meer in zijn originele vorm terug te brengen. De kosten voor het aanbrengen van de betonnen keerwandconstructie en de adviseurskosten zijn gemaakt om verdere verzakking van de rotspartij te voorkomen en is als zodanig een preventieve maatregel, lees “verbetering”. (…)
Wij zijn de mening toegedaan dat de onderhavige verzakking is ingeleid door een langdurig erosie proces. Daarnaast heeft mevrouw [eiser 2] aan onze Zwitserse collega aangegeven dat er voordat het stuk spuitbeton loskwam er reeds sprake was van het afbrokkelen van de wand.
(…)”
2.12.
[eisers] c.s. hebben eind 2020/begin 2021 werkzaamheden laten uitvoeren waarbij aan de zijkant van het chalet een nieuwe keerwand is geplaatst die verankerd is in de rotswand. Daarbij is ook een nieuwe trap aangebracht.

3.Vordering en verweer

3.1.
[eisers] c.s. vorderen – samengevat – dat Hiscox bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 25.000,- aan hoofdsom, waarmee daadwerkelijk wordt overgegaan tot verlening van dekking onder de verzekering;
b. de wettelijke rente ex 6:119 BW over de hoofdsom met ingang van de dag van de dagvaarding;
c. de proceskosten van [eisers] c.s., te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
[eisers] c.s. stellen – kort weergegeven – dat zich een onder de verzekeringsvoorwaarden gedekte schade heeft voorgedaan en dat Hiscox is gehouden tot uitkering van schadepenningen. Hiscox heeft dit geweigerd. Zij dient alsnog tot uitkering over te gaan.
3.3.
Hiscox voert verweer tegen de vordering. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eisers] c.s. in de proceskosten van Hiscox vermeerderd met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.Beoordeling

4.1.
Deze zaak gaat over de vraag of Hiscox onder de verzekering gehouden is om dekking te verlenen voor de schade die [eisers] c.s. hebben geleden.
4.2.
Het is in beginsel aan [eisers] c.s. om te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat zich een verzekerd voorval heeft voorgedaan. Als zij daarin slagen, rust op Hiscox de bewijslast en het bewijsrisico van haar stelling dat zij niet gehouden is uit te keren omdat een van de uitsluitingen zoals opgenomen in de verzekering van toepassing is. Hiscox beroept zich bij die verweren immers op een rechtsgevolg, namelijk bevrijding van haar betalingsverplichtingen.
zijwand onderdeel van het verzekerde gebouw?
4.3.
De verzekering biedt dekking voor schade aan het verzekerde gebouw en bijbehorende bouwwerken zoals vermeld in artikel 1.7 van de polisvoorwaarden (r.o. 2.4.).
4.4.
De gestelde schade waar [eisers] c.s. vergoeding van vorderen, bestaat samengevat uit kosten voor het verwijderen van (een deel van) de rotswand aan de zijkant van het chalet (hierna:
de zijwand), het plaatsen van een betonconstructie (keerwand) die verankerd is in de rotswand, het afvoeren van puin en grond en het aanbrengen van een nieuwe trap aan de rechterzijde van het chalet.
4.5.
Volgens [eisers] c.s. is de zijwand onderdeel van het chalet en dus van het gebouw, zodat de schade aan de zijwand is gedekt (artikel 5.1. van de polisvoorwaarden). De zijwand is namelijk een door mensenhanden geconstrueerde keerwand, destijds opgericht met cyclopische stenen (net als de achterwand), en dient als een omheining van het chalet, aldus [eisers] c.s.
4.6.
Hiscox betwist dat deze kosten onder de dekking vallen. In de eerste plaats voert zij daartoe aan dat de zijwand geen onderdeel is van het gebouw.
4.7.
Een centrale vraag voor dekking is dus of de zijwand deel uitmaakt van het gebouw onder de verzekering. Volgens de definitie (artikel 1.7 van de polisvoorwaarden) gaat het bij een gebouw om de op het polisblad genoemde onroerende zaak, met inbegrip van (i) alles wat daar volgens verkeersopvatting deel van uitmaakt en (ii) alle bijbehorende bouwwerken die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven, waarna een opsomming volgt waarin ‘omheiningen’ is opgenomen. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Dat komt omdat het antwoord mede afhankelijk is van de vraag waar de zijwand uit bestond voordat deze werd vervangen.
Als, zoals [eisers] c.s. stellen, de zijwand deels was opgebouwd uit een gemaakte constructie van cyclopische stenen, ligt in de rede dat sprake was van een bij het gebouw behorend bouwwerk, vergelijkbaar met een omheining, dat naar diens aard en inrichting bestemd was om duurzaam ter plaatse te blijven.
Als, zoals Hiscox aanvoert, sprake zou zijn geweest van een rotswand waarop enkel een laag spuitbeton is aangebracht, dan is geen sprake van een bij het gebouw behorend bouwwerk in de zin van de verzekering. Beide partijen hebben hun tegengestelde standpunten uitgebreid gemotiveerd, maar op basis van de nu in het dossier voorhanden zijnde stukken kan niet worden vastgesteld of sprake was van een bouwwerk op het moment dat de schade ontstond en dus of de zijwand onderdeel was van het verzekerde gebouw. Daarbij speelt mee dat de zijwand, zoals die bestond ten tijde van de schade, niet meer bestaat omdat inmiddels een verankerde keerwand is geplaatst voor de rotswand.
4.8.
Het antwoord op deze vraag kan evenwel in het midden blijven omdat als veronderstelleerwijs wordt aangenomen dat de zijwand onderdeel is van het verzekerde gebouw (zoals [eisers] c.s. stellen), Hiscox terecht stelt dat sprake is van een uitsluiting.
verzakking of instorting oorzaak van schade?
4.9.
Hiscox stelt dat het verschuiven en/of afbrokkelen van de rotswand zijn oorzaak vindt in het verzakken en/of (deels) instorten van de zijwand. Dit valt onder de uitsluiting opgenomen in artikel 5.2.2. van de polisvoorwaarden. Er zijn immers verschillende rotsblokken naar beneden gekomen als gevolg van de verschuivingen die hebben plaatsgevonden, zodat in ieder geval van instorting van dat deel van de rotswand sprake is, aldus Hiscox. Voorts is geen sprake van de in artikel 5.2.2. van de polisvoorwaarden opgenomen uitzondering (insluiting): de verzakking of instorting is niet veroorzaakt door aardbeving, wateraccumulatie (anders dan door overstroming) of sneeuwdruk.
4.10.
[eisers] c.s. betwisten dat de uitsluiting van toepassing is. Zij voeren aan dat de betreffende bepalingen niet voldoende expliciet is geformuleerd als uitzondering op een expliciete dekkingsnorm. Alhoewel sprake was van enige verschuiving, is dat geen uitgesloten schadeoorzaak. [eisers] c.s. voeren verder aan dat het beroep op verzakking/instorting van de ondergrond van het gebouw een te ruime uitleg is van hetgeen door de partijen is overeengekomen. De polisvoorwaarden zijn namelijk opgesteld met het oog op Nederlandse situaties en zijn niet toegesneden op een Zwitsers chalet. Dus is bedoeld verzakking/instorting van de ondergrond waarop de fundering van de gebouwde opstal rust, aldus steeds [eisers] c.s.
4.11.
De kantonrechter overweegt als volgt. De uitsluiting van artikel 5.2.2. van de polisvoorwaarden is begrijpelijk geformuleerd en laat geen twijfel toe dat daarmee is bedoeld om dekking uit te sluiten als de schadeveroorzakende gebeurtenis verzakking of instorting is. Hiscox heeft met de bevindingen van [naam 1] in zijn brief van 7 oktober 2019 en het mede daarop gebaseerde rapport van Crawford van 1 maart 2020 voldoende onderbouwd gesteld dat de schadeveroorzakende gebeurtenis een verzakking of instorting is geweest van de rotswand en dat de relevante insluiting op de uitsluiting (wateraccumulatie) niet van toepassing is. Wat [eisers] c.s. daartegenover hebben aangevoerd is onvoldoende. Het verweer dat de Nederlandse polisvoorwaarden niet zo ruim kunnen worden uitgelegd dat daaronder vallen een verzakking of instorting van een Zwitserse bergwand is te algemeen. [eisers] c.s. hebben juist een verzekeringspolis willen afsluiten voor hun chalet in Zwitserland en zijn met het afsluiten van deze polis akkoord gegaan met de bijbehorende polisvoorwaarden. Het had bovendien, gelet op de gemotiveerde en onderbouwde stelling van Hiscox, op de weg gelegen van [eisers] c.s. om concrete aanwijzingen aan te voeren dat de door Crawford geconstateerde verzakking niet onder het begrip verzakking valt zoals vermeld in de polisvoorwaarden. Dat hebben zij niet gedaan.
4.12.
De kantonrechter volgt daarom Hiscox in haar stelling dat de uitsluiting zoals bedoeld in artikel 5.2.2. van de polisvoorwaarden van toepassing is. De conclusie is dat de door [eisers] c.s. gestelde schade niet gedekt is onder de verzekering.
bereddingskosten?
4.13.
[eisers] c.s. stellen verder dat de kosten van onder meer het plaatsen van een betonconstructie (keerwand) die verankerd is in de rotswand (deels) kwalificeert als bereddingskosten en om die reden gedekt zijn onder de verzekering. Hiscox betwist dit.
4.14.
Van bereddingskosten is sprake als kosten worden gemaakt voor buitengewone maatregelen die tot afweer van onmiddellijk dreigend gevaar of tot bestrijding van een acute schade-oorzaak, moeten worden genomen (vgl. artikel 7:957 BW). Het plaatsen van deze betonconstructie (keerwand) kwalificeert niet als een dergelijke buitengewone maatregel. Er was in dit geval geen sprake van een acuut dreigend gevaar. Er bestond weliswaar een kans dat door verdere verzakking vallende rotsen schade zouden toebrengen aan het gebouw. Echter, gezien het tijdsverloop tussen de lente van 2018 toen voor het eerst melding is gedaan van steen en gruis afkomstig van de rotswand (r.o. 2.5), de lente van 2019 toen opnieuw melding is gedaan (r.o. 2.6) en het plaatsen van de betonconstructie (keerwand) eind 2020/ begin 2021 (r.o. 2.12), was geen sprake van een acuut dreigend gevaar. De kosten die [eisers] c.s. hebben gemaakt kwalificeren daarom ook niet als bereddingskosten die door Hiscox vergoed moeten worden. Ook op deze grond kan de vordering niet worden toegewezen.
4.15.
Bij deze uitkomst behoeven de overige verweren van Hiscox geen behandeling. De vorderingen van [eisers] c.s. worden dus afgewezen.
4.16.
[eisers] c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Hiscox worden begroot op: € 996,- aan salaris gemachtigde (2 punten × tarief € 498,00).
4.17.
Verder zal [eisers] c.s. worden veroordeeld in de nakosten voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot, op de wijze zoals in de beslissing vermeld. De over de proces- en nakosten gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

5.BESLISSING

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eisers] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Hiscox tot op heden begroot op € 996,- inclusief eventueel verschuldigde btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt [eisers] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,- aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.4.
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. M.L.S. Kalff, kantonrechter, bijgestaan door mr. D.K.W. Collins, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2022.
De griffier De kantonrechter