Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het proces-verbaal van mondeling vonnis van 25 april 2022
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 juli 2022, per ongeluk was op het proces-verbaal de datum 27 april 2022 vermeld,
- de akte overlegging producties van de zijde van [eiser] van 24 augustus 2022
- de akte overlegging producties van de zijde van Achmea van 25 augustus 2022
- de akte van de zijde van [eiser] van 21 september 2022
- de antwoordakte van de zijde van Achmea van 22 september 2022.
2.Aanvulling van de feiten
“Tegenpartij is schuldig, want hij was aan het inhalen.”De taxi is volgens dat formulier geraakt aan de linker zijkant en de scooter aan de rechter zijkant. Het formulier is alleen door [taxibestuurder] getekend. De volgende tekening is daarin opgenomen.
voertuigen. De bestuurder van de bromfiets liep hierdoor beenletsel op.”Over de taxi staat vermeld dat die materiele schade heeft aan de linker zijkant en over de scooter dat die materiele schade heeft op meerdere plaatsen. Voorts staat vermeld dat er ter plaatse van de kruising een afslag linksaf naar de P.C. Hooftstraat is. Er zijn foto’s in het dossier opgenomen, maar daaruit is niet goed op te maken welke schade er aan de auto en aan de scooter is ontstaan door dit ongeval.
“Ik reed op de Stadhouderskade. Ik reed richting de Hobbemakade ter hoogte van de P.C. Hooftstraat. Precies op die kruising hoorde ik plotseling een knal tegen de auto. Toen ik in de spiegel keek, zag ik een brommer op de grond liggen. Ik heb echt geen idee wat er is gebeurd. Ik reed met normale snelheid en heb die hele brommer nog nooit gezien.”Deze verklaring heeft [taxibestuurder] niet ondertekend.
“Ik reed over de Stadhouderskade. (...) Ter hoogte van de P.C. Hooftstraat reed daar een taxi. De bestuurder reed heel langzaam. Ik wilde de taxi inhalen omdat hij zo langzaam reed. Op dat moment draaide de bestuurder de taxi om vervolgens om de vluchtheuvel heen te rijden en in dezelfde richting als vanwaar hij kwam ook weer terug te rijden. Op het moment dat hij draaide raakte hij met zijn taxi mij en mijn scooter. Direct na de aanrijding heeft hij de taxi verplaatst en ergens anders neergezet.”
“Ik rijd over de Stadhouderskade, het regende en het was donker. Ik hoorde opeens een knal van een bromfiets tegen mij aan.”Verder verklaarde hij het volgende. Hij had op dat moment klanten in zijn taxi. Hij kwam vanaf het Parkhotel, hij was net weggereden vanaf het Parkhotel. Hij wilde op het moment van het ongeval rechtdoor rijden. Hij reed stapvoets - in elk geval niet hard, omdat het druk was. De andere betrokkene kwam van achter hem vandaan, op een bromfiets. Hij heeft hem niet gezien, hij zag hem pas toen hij naast hem op de grond lag. Hij dacht dat de betrokkene hem aan het inhalen was, dat is het enige wat hij kan verzinnen, ook gelet op de schade. Hij denkt dat de betrokkene vrij hard reed, het was ‘
een goede knal’.
3.Het geschil
4.De verdere beoordeling
“(...) kwam [taxibestuurder] naar mij toe. Hij keek. Hij rende naar de taxi en parkeerde de taxi dus aan de andere kant van de weg half op het fietspad in de tegenovergestelde rijrichting, in de richting van het Leidseplein.”.Als getuige heeft hij verklaard:
“Ik heb de heer [taxibestuurder] gesproken voordat de politie kwam. Hij kwam naar mij toe en vroeg mij of alles goed ging. Ik zei: ‘nee, het gaat niet goed, mijn hele been is stuk’. Daarna heb ik de heer [taxibestuurder] niet meer gezien. [taxibestuurder] is weggereden van de plek van het ongeval. Toen de politie kwam, stond de taxi niet meer op de zelfde plek. Hij was aan de andere kant van de weg gaan staan, op een veilige plek op een fietspad. Daarna heb ik hem niet meer gezien. Ik kon het ook niet zien omdat de ambulance en mensen ertussen stonden.”De taxi stond na het ongeval zoals de politie hem heeft gefotografeerd half op het fietspad in de oorspronkelijke rijrichting en niet meer op de plaats waar de aanrijding had plaatsgevonden. Hoewel deze verklaringen van [eiser] hierover dus feitelijk onjuist zijn, klopt het wel dat de taxi verplaatst is voordat de politie aankwam. Dit blijkt uit de situatieschets van de politie waarin de plaats van de botsing en de plaats van de auto niet bij elkaar passen. Dat heeft [eiser] namelijk ook verklaard bij de politie zoals blijkt uit het proces-verbaal van 22 oktober 2019: ‘
Direct na de aanrijding heeft hij de taxi verplaatst en ergens anders neergezet’. Aan de duiding van de rijrichting door [eiser] – tegenovergesteld aan de rijrichting waarin de taxi en de scooter voor het ongeluk reden – wordt minder waarde gehecht, omdat [eiser] door de botsing een zware beenbreuk had en pijn, hij op de grond lag, zijn zicht werd belemmerd en mogelijk de rijrichting niet goed in zich heeft opgenomen.
5.De beslissing
11 januari 2023; daarna zal Achmea op de nadere schadeopstelling en de nadere bewijsstukken kunnen reageren;