In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 14 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting behandeld. Eiseres stelt dat haar voertuig, dat zij als bromfiets kwalificeert, geen parkeerbelasting verschuldigd is. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd op 29 april, 24 september, 19 oktober en 25 november 2021, en zijn door de heffingsambtenaar gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat het voertuig van eiseres zowel onder de categorie bromfiets als onder de subcategorie brommobiel valt. Volgens de Parkeerverordening 2013 van de gemeente Amsterdam zijn brommobielen wel parkeerbelasting verschuldigd wanneer zij op een fiscale parkeerplek staan. De rechtbank concludeert dat de EU-Verordening 168/2013 geen strijd oplevert met de heffing van parkeerbelasting, aangezien deze verordening niet van toepassing is op de heffing zelf. Eiseres had moeten nagaan of zij parkeerbelasting moest betalen, en het feit dat de importeur van het voertuig haar anders heeft voorgelicht, verandert hier niets aan. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de naheffingsaanslagen.