Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 april 2021 met producties 1 t/m 60,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 5,
- het tussenvonnis van 1 september 2021,
- de akte overlegging producties 61 t/m 80 en aanvulling eis van [eiser] ,
- de akte overlegging productie 6 van [gedaagde] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 december 2021,
- de brief van mr. Van Marle van 10 december 2021 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
Pagina16” te lezen is, maar [eiser] heeft specifiek gezocht op het overeengekomen merk voor de verf.
2.De feiten
geen handtekening dus hun ook niet”.
Pas betalen na tekenen contract”.
Het lijkt er verder op dat er bij de uitvoering geen constructieve tekeningen zijn gebruikt. Ik krijg ook niet het idee dat het een professionele bouwkundige aannemer is’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vonnis uit 2020
geen handtekening dus hun ook niet”. Beide partijen hebben de opdrachtbevestiging niet ondertekend. Het klopt dat hij op de offerte geschreven, maar hij heeft deze niet ondertekend. Ook zijn vrouw heeft dit niet gedaan, zij ondertekent nooit voor hem. [gedaagde] gaat nooit akkoord met een boetebeding, dat volgt ook uit de andere overeenkomsten tussen partijen. Van de drie projecten waarin [gedaagde] werkzaamheden voor [eiser] in verricht, is slechts bij één project een boetebeding overeengekomen, aldus steeds [gedaagde] .
geen handtekening dus hun ook niet”. Onder die omstandigheden wordt een grafologisch onderzoek zoals door [eiser] verzocht niet nodig geacht. Aan dit stuk wordt daarom geen bijzondere bewijskracht toegekend.
onder protest/uit schappelijkheid” destijds geaccepteerd zijn. Hiermee komt volgens [gedaagde] vast te staan dat het werk conform afspraak en onder aanvaarding van [eiser] is verricht.