Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2022 in de zaak tussen
[eisers] , uit Abcoude, eisers
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
De lijst aan ontbrekende gegevens met betrekking tot de aanvraag blijft:
Actuele en getekende huurovereenkomst tussen [naam B.V.] en [eisers] .
Bewijsdocumenten waaruit blijkt hoe de aankoop van de aandelen [eisers] in de nieuwe situatie is geregeld c.q. gefinancierd.
Bewijsdocumenten waaruit blijkt hoe de goodwill en de inventaris van de ondernemingen [adres 1] en [adres 2] in de nieuwe situatie is geregeld.
Bewijsdocumenten waaruit blijkt hoe de nieuwe inrichting van de bedrijfsruimtes [adres 1] en [adres 2] wordt gefinancierd.
De leenovereenkomst met financier [naam] d.d. 29 december 2017, voor een leenbedrag van € 500.000, was geldig tot 1 mei 2018. Indien u wederom gebruik zult maken van deze financiering dan wordt u verzocht deze leenovereenkomst te (laten) actualiseren en te laten ondertekenen door partijen.
Bewijsdocumenten waaruit de bron en de omvang van het leenbedrag van€ 500.000 blijkt.
Eventueel andere (oudere) financieringen c.q. leenovereenkomsten, anders dan hiervoor genoemd, die van toepassing zijn in de nieuwe situatie, geactualiseerd en ondertekend.”
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Je vroeg mij mee te werken aan een aanpassing van de ingangsdatum van de huur van [adres 1] en [adres 2] te Amsterdam. De aanleiding daarvoor vormt het feit dat het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Centrum nog steeds geen benodigde vergunning heeft verleend, zodat de automatenhallen niet per 1 augustus 2014 in gebruik kunnen worden genomen en er, dus evenmin, inkomsten gegenereerd kunnen worden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan eisers te vergoeden.