In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen B&K Kruijd Installatiebedrijf B.V. en twee gedaagden over de hoogte van de vergoeding voor verrichte werkzaamheden. B&K Kruijd vorderde betaling van € 5.977,40 voor werkzaamheden die zij had uitgevoerd in de woning van de gedaagden, na het versturen van twee offertes. De gedaagden erkenden dat er een overeenkomst van aanneming van werk was, maar betwistten de hoogte van de vergoeding en stelden dat zij niet mondeling akkoord waren gegaan met de offertes.
De kantonrechter oordeelde dat niet vast was komen te staan dat de gedaagden de prijs van de werkzaamheden hadden aanvaard, omdat zij de offertes niet ondertekend hadden geretourneerd. De rechter concludeerde dat B&K Kruijd recht had op een redelijke prijs voor de verrichte werkzaamheden, die werd vastgesteld op € 3.509 excl. btw, oftewel € 4.245,89 incl. btw. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf 1 mei 2021, omdat de gedaagden in verzuim waren geraakt. Daarnaast werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.115,33 werden begroot.
De kantonrechter heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.