3.3.Oordeel van de rechtbank
De vordering is gegrond op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel (hierna: het rapport). Het in het rapport berekende wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op de onderliggende zaaksdossiers van het onderzoek ‘13Pellaea’ en het veroordelend vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 december 2020 (hierna: het veroordelend vonnis). In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat de veroordeelde zich in de periode van 27 januari 2019 tot en met 20 februari 2019, samen met anderen, heeft schuldig gemaakt aan straatroven, waarbij goederen – waaronder (exclusieve) horloges – zijn weggenomen van
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 3] . De opsteller van het rapport heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op de winst die de veroordeelde met de verkoop van deze weggenomen goederen zou hebben verdiend.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Nu het rapport is gegrond op de aan de strafzaak ten grondslag liggende wettige bewijsmiddelen, gaat de rechtbank – voor zover de rechtbank hierna niet tot een ander oordeel komt – uit van de juistheid van de berekening. De rechtbank zal per zaak beoordelen wat de opbrengst van de verkoop van de horloges is geweest, van welke opbrengsten veroordeelde profijt heeft gehad en welke delen van de opbrengsten dus als wederrechtelijk genoten voordeel door de veroordeelde kunnen worden aangemerkt.
Zaak 1: [benadeelde partij 1]
Veroordeelde werd kort na de beroving van het horloge van [benadeelde partij 1] aangehouden, waarna hij in het kader van het voorarrest in de strafzaak gedetineerd raakte.
De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat veroordeelde heeft meegedeeld in de opbrengst van de verkoop van het horloge van [benadeelde partij 1] , zodat de opbrengst van de verkoop van het horloge van [benadeelde partij 1] niet zal worden aangemerkt als wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde.
Zaak 2: [benadeelde partij 2]
Uit het veroordelend vonnis komt naar voren dat veroordeelde heeft verklaard dat het bij [benadeelde partij 2] weggenomen horloge voor € 7.200,00 is verkocht in België, waarna hij en zijn drie mededaders de opbrengst onderling hebben verdeeld waarbij een ieder
€ 1.800,00 heeft gekregen. Uit het rapport volgt dat € 7.200,00 een aannemelijke opbrengst is voor de verkoop van het bij [benadeelde partij 2] weggenomen horloge.Nu de opbrengst door vier daders is verdeeld wordt het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde vastgesteld op één vierde deel van € 7.200,00, te weten op € 1.800,00.
Zaak 3: [benadeelde partij 4]
In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat veroordeelde samen met twee mededaders [benadeelde partij 4] ‘s nachts heeft beroofd van zijn horloge, waarna veroordeelde het horloge in de ochtend heeft verkocht in België.Uit het rapport komt naar voren dat € 3.940,00 een aannemelijke opbrengst vormt voor de verkoop van het bij [benadeelde partij 4] weggenomen horloge.De rechtbank concludeert dat de verkoop van het horloge verband houdt met het doel dat veroordeelde en zijn mededaders voor ogen hadden met het stelen van het horloge, namelijk op een snelle wijze geld verkrijgen. Daarmee is aannemelijk dat veroordeelde en zijn mededaders de opbrengst van de verkoop van het horloge gelijkwaardig hebben verdeeld, zodat het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde wordt vastgesteld op één derde deel van € 3.940,00, namelijk € 1.313,33.
Zaak 4: [benadeelde partij 5]
Uit het veroordelend vonnis komt naar voren dat minimaal drie daders, waaronder veroordeelde, betrokken zijn geweest bij de beroving van [benadeelde partij 5] , waarbij zijn MacBook en een horloge zijn weggenomen.Op basis van een op 19 februari 2019 opgenomen OVC-gesprek tussen veroordeelde, [medeveroordeelde 2] en medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 3] stelt de rechtbank vast dat de gestolen MacBook is verkocht voor € 600,00 en het gestolen horloge voor € 4.000,00. Uit het rapport komt naar voren dat dit aannemelijke verkoopprijzen zijn voor deze gestolen goederen, zodat het aannemelijk is dat de opbrengst van de verkoop van deze goederen neerkomt op € 4.600,00.Zoals is overwogen in zaak 3 concludeert de rechtbank dat de verkoop van de gestolen goederen verband houdt met het doel dat veroordeelde en zijn mededaders voor ogen hadden met het stelen daarvan. Daarmee is aannemelijk dat veroordeelde en zijn mededaders de opbrengsten van de verkoop van de MacBook en het horloge gelijkwaardig hebben verdeeld, zodat het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde wordt vastgesteld op één derde deel van € 4.600,00, namelijk € 1.533,33.
Zaak 5: [benadeelde partij 3]
In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat veroordeelde samen met twee mededaders [benadeelde partij 3] heeft beroofd van zijn horloge.Uit een op 18 februari 2019 opgenomen OVC-gesprek tussen veroordeelde en zijn medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 3] komt naar voren dat het horloge is verkocht voor € 4.000,00. Uit het rapport komt naar voren dat € 4.000,00 een aannemelijke opbrengst vormt voor de verkoop van het gestolen horloge van [benadeelde partij 3] .Op basis van dezelfde redenering als in zaken 3 en 4, acht de rechtbank aannemelijk dat veroordeelde en zijn mededaders de opbrengst van de verkoop van het horloge gelijkwaardig hebben verdeeld. Het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde wordt daarom vastgesteld op één derde deel van € 4.000,00, te weten € 1.333,33.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde wederrechtelijk voordeel verkregen uit de opbrengsten van de verkoop van de weggenomen goederen van [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 3] . De rechtbank schat de opbrengsten van de verkoop van de goederen op:
2 € 7.200,00
3 € 3.940,00
4 € 4.600,00
5 € 4.000,00
------------- +
€ 19.740,00
Nu aannemelijk is dat veroordeelde de opbrengsten met zijn mededaders heeft gedeeld, waarbij ieder een gelijk deel heeft ontvangen, schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van de veroordeelde op:
Zaak Opbrengst Aantal verdachten Opbrengst per persoon
2 € 7.200,00 4 € 1.800,00
3 € 3.940,00 3 € 1.313,33
4 € 4.600,00 3 € 1.533,33
5 € 4.000,00 3 € 1.333,33
------------- +
Wederrechtelijk verkregen voordeel:€ 5.979,99