3.3.Oordeel van de rechtbank
De vordering is gegrond op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel (hierna: het rapport). Het in het rapport berekende wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op de onderliggende zaaksdossiers van het onderzoek ‘13Pellaea’ en het veroordelend vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 december 2020 (hierna: het veroordelend vonnis). In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat de veroordeelde zich in de periode van 11 december 2016 tot en met 20 februari 2019, samen met anderen, heeft schuldig gemaakt aan straatroven, waarbij (exclusieve) horloges zijn weggenomen van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] .
De opsteller van het rapport heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op de winst die de veroordeelde met de verkoop van deze weggenomen goederen zou hebben verdiend.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Nu het rapport is gegrond op de aan de strafzaak ten grondslag liggende wettige bewijsmiddelen, gaat de rechtbank – voor zover de rechtbank hierna niet tot een ander oordeel komt – uit van de juistheid van de berekening. De rechtbank zal per zaak beoordelen wat de opbrengst van de verkoop van de horloges is geweest, van welke opbrengsten veroordeelde profijt heeft gehad en welke delen van de opbrengsten dus als wederrechtelijk genoten voordeel door de veroordeelde kunnen worden aangemerkt.
Zaak 1: [benadeelde partij 1]
In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat veroordeelde als medepleger betrokken is geweest bij de beroving van het horloge van [benadeelde partij 1] .Uit het rapport komt naar voren komt dat € 3.020,00 een aannemelijke opbrengst is voor de verkoop van het bij [benadeelde partij 1] weggenomen horloge.De rechtbank concludeert dat de verkoop van het horloge verband houdt met het doel dat veroordeelde en zijn medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] , [medeveroordeelde 2] en [medeveroordeelde 3] voor ogen hadden met het stelen van het horloge, namelijk op een snelle wijze geld verkrijgen. Daarmee is ook aannemelijk dat de veroordeelden het horloge hebben verkocht met als doel de buit gelijkwaardig te verdelen. De rechtbank gaat er echter van uit dat medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 3] niet hebben meegedeeld in de opbrengst van de verkoop van het horloge, omdat zij kort na het incident zijn aangehouden en in het kader van de voorlopige hechtenis in hun strafzaak gedetineerd raakten. De rechtbank zal het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde daarom vaststellen op de helft van € 3.020,00, omdat aannemelijk is dat veroordeelde de buit alleen met medeveroordeelde [medeveroordeelde 2] heeft gedeeld. Het wederrechtelijk verkregen voordeel ten behoeve van veroordeelde wordt daarom vastgesteld op de helft van € 3.020,00, namelijk op € 1.510,00.
Zaak 2: [benadeelde partij 2]
Uit het veroordelend vonnis komt naar voren dat veroordeelde zich samen met twee mededaders schuldig heeft gemaakt aan de beroving van het horloge van [benadeelde partij 2] .Uit het rapport volgt dat € 5.760,00 een aannemelijke opbrengst is voor de verkoop van het bij [benadeelde partij 2] weggenomen horloge.Zoals overwogen in zaak 1 concludeert de rechtbank dat de verkoop van het horloge verband houdt met het doel dat veroordeelde en zijn medeveroordeelden voor ogen hadden met het stelen van het horloge, namelijk snel geld verkrijgen. De rechtbank acht het dan ook aannemelijk dat de veroordeelden het horloge van [benadeelde partij 2] hebben verkocht en de opbrengst daarvan gelijkwaardig hebben verdeeld. Het wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde wordt daarom vastgesteld op één derde deel van € 5.760,00, te weten € 1.920,00.
Zaak 3: [benadeelde partij 3]
In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat veroordeelde zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan afpersing van [benadeelde partij 3] , waarbij [benadeelde partij 3] haar horloge heeft moeten afgeven aan onder meer veroordeelde.Uit een op 19 februari 2019 opgenomen OVC-gesprek waarin veroordeelde is te horen blijkt dat het bij [benadeelde partij 3] weggenomen horloge voor € 9.500,00 is verkocht in Antwerpen. Uit het rapport volgt dat dit een aannemelijke verkoopprijs is voor dit horloge, zodat ook aannemelijk is dat de opbrengst van de verkoop van het horloge neerkomt op € 9.500,00.Op basis van dezelfde redenring als in de zaken 1 en 2 stelt de rechtbank vast dat de verkoop van het door [benadeelde partij 3] afgegeven horloge verband houdt met het doel dat veroordeelde en zijn mededader voor ogen hadden met de afpersing. Daarmee is aannemelijk dat veroordeelde en zijn mededader ieder de helft hebben gekregen van de opbrengst van de verkoop van het horloge, zodat het wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde wordt vastgesteld op de helft van € 9.500,00, namelijk € 4.750,00.
Zaak 4: [benadeelde partij 4]
In het veroordelend vonnis is vastgesteld dat [benadeelde partij 4] als gevolg van afpersing zijn horloge heeft moeten afgeven aan veroordeelde en zijn mededader.Uit het rapport volgt dat € 10.200,00 een aannemelijke opbrengst is voor de verkoop van het door [benadeelde partij 4] afgegeven horloge.Op basis van dezelfde overwegingen als in zaken 1 tot en met 3 komt de rechtbank tot de conclusie dat het aannemelijk is dat veroordeelde en zijn mededader het horloge van [benadeelde partij 4] hebben verkocht, waarna zij de opbrengst daarvan gelijkwaardig hebben verdeeld. Het wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde wordt daarom vastgesteld op de helft van € 10.200,00, te weten € 5.100,00.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde wederrechtelijk voordeel verkregen uit de opbrengsten van de verkoop van de weggenomen horloges van
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] . De rechtbank schat de opbrengsten van de verkoop van de goederen op:
1 € 3.020,00
2 € 5.760,00
3 € 9.500,00
4 € 10.200,00
------------- +
€ 28.480,00
Omdat aannemelijk is dat veroordeelde de opbrengsten met zijn mededaders heeft gedeeld, waarbij ieder een gelijk deel heeft ontvangen, schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de veroordeelde op:
Zaak Opbrengst Aantal verdachten Opbrengst per persoon
1 € 3.020,00 2 € 1.510,00
2 € 5.760,00 3 € 1.920,00
3 € 9.500,00 2 € 4.750,00
4 € 10.200,00 2 € 5.100,00
------------- +
Wederrechtelijk verkregen voordeel:€ 13.280,00