ECLI:NL:RBAMS:2022:8295

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
1 februari 2023
Zaaknummer
13-118054-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en risico op agressie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 september 2022 een ambtshalve zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, geboren in 1982, een aanzienlijk risico op levensgevaar of ernstig lichamelijk letsel voor anderen met zich meebracht, wat leidde tot de noodzaak van verplichte zorg. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de betrokkene medicatietrouw was en openstond voor behandeling, maar dat er geen mogelijkheden waren voor passende zorg op vrijwillige basis. De officier van justitie had aanvankelijk geen zorgmachtiging willen aanvragen, maar de rechtbank besloot anders, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan alternatieven.

De rechtbank baseerde haar beslissing op een medische verklaring van psychiater N. Ruhl, die de diagnose van psychosegevoeligheid en een verstandelijke beperking had gesteld. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene in een gestructureerde omgeving moest worden geplaatst om het risico op agressie te beperken. De zorgmachtiging is geldig voor een periode van zes maanden en omvat verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank benadrukte dat de zorgmachtiging bij voorraad uitvoerbaar is en binnen twee weken ten uitvoer moet worden gelegd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Zorgmachtiging(artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (hierna: Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz))
Parketnummer 13-118054-22
Ambtshalve beschikking van de rechtbank tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats 1] ,
Inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres 1] ,
nu gedetineerd in [detentieplaats]
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
Tijdens de raadkamerzitting van 23 mei 2022 heeft de officier van justitie laten weten dat het Openbaar Ministerie voornemens was om een zorgmachtigingstraject op te starten. Tijdens de raadkamerzitting van 20 juni 2022 heeft de officier van justitie laten weten dat de stukken ter voorbereiding van de zorgmachtiging nog niet binnen waren. Vervolgens heeft de officier van justitie tijdens de raadkamer van 25 juli 2022 laten weten dat de stukken voor de zorgmachtiging naar verwachting eind juli 2022 gereed zouden zijn. Op 15 augustus 2022 heeft het Openbaar Ministerie de rechtbank per brief geïnformeerd dat de voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging was beëindigd, omdat betrokkene vrijwillig meewerkt aan therapie en medicatie inname, waardoor niet wordt voldaan aan de criteria om verplichte zorg toe te passen. Daarnaast is volgens het Openbaar Ministerie het causale verband tussen de psychische stoornis en het delict niet duidelijk. Betrokkene is niet meer gebaat bij een verblijf in een gestructureerde woonomgeving als het gaat om het beperken van het risico op recidive. Verplichte zorg is volgens het Openbaar Ministerie niet doelmatig om het recidiverisico te beperken.
1.2.
Ter terechtzitting van 24 augustus 2022 zijn zowel de strafzaak als de zorgmachtiging besproken. Op de zitting waren aanwezig en zijn gehoord:
  • Betrokkene;
  • de raadslieden, mr. J. Kuijper (Wvggz) en mr. E.J. van Gils;
  • de officier van justitie, mr. M.L.A. ter Veer.
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft in de strafzaak kortgezegd gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde. De officier van justitie heeft zich verder op het standpunt gesteld dat er geen zorgmachtiging afgegeven dient te worden. Betrokkene is medicatietrouw en staat open voor behandeling. Daarnaast zijn er veel pogingen gedaan om de betrokkene op een plek te krijgen waar hij de zorg krijgt die hij nodig heeft. Tot aan de dag van de zitting is dit niet gelukt. De rechtbank heeft geen mogelijkheid tot het afdwingen van een plaatsing in een kliniek als er geen plek is. Door middel van een zorgmachtiging zal de rechtbank niet bewerkstelligen dat voor betrokkene eerder een plek wordt gevonden. De officier van justitie is daarom van mening dat het opleggen van een straf met bijzondere voorwaarden meer soelaas biedt en er geen zorgmachtiging afgegeven dient te worden. Om die reden heeft de officier van justitie geen verzoekschrift ingediend.

3.Standpunt van betrokkene

Mr. J. Kuijper heeft de rechtbank verzocht om ambtshalve te beslissen tot het afgeven van een zorgmachtiging nu aan alle voorwaarden is voldaan. Het is niet gelukt om een geschikte plek voor verdachte te vinden in een vrijwillig kader, waardoor het wenselijk is om verdachte in een verplicht kader te laten opnemen. Betrokkene heeft zich daarbij aangesloten.
De raadsvrouw acht de volgende onderdelen van verplichte zorg op zijn plaats:
- allereerst is het van belang dat verdachte medicatie inneemt;
  • verder is uit de deskundigenrapporten gebleken dat verdachte goed gedijt in een hechte structuur met een beperkte mate van bewegingsvrijheid;
  • daarnaast ligt het in de rede om ter afwending van ernstig nadeel geregeld de verblijfsruimte van verdachte te laten onderzoeken op gevaarlijke voorwerpen en verdovende middelen.

4.Beoordeling

4.1.
Wettelijk kader
Op grond van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg (Wfz) komt de rechter de bevoegdheid toe ambtshalve een zorgmachtiging af te geven. Dat kan in bijzondere situaties zelfs in weerwil van en het standpunt van de officier van justitie, hoewel dat – zo ook is terug te vinden in de wetsgeschiedenis – zich slechts in uitzonderingssituaties zal voordoen. Indien de strafrechter ambtshalve toepassing van artikel 2.3, eerste lid, Wfz overweegt, verzoekt hij de officier van justitie toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 5:19, eerste lid, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dat wil zeggen dat de officier van justitie een verzoekschrift voor een zorgmachtiging zal voorbereiden. Hij moet onder andere een geneesheer-directeur aanwijzen, die een zorgverantwoordelijke en een onafhankelijk psychiater zal zoeken. Of de officier van justitie een verzoekschrift indient is dus niet van belang, gezien artikel 2.3, eerste lid, Wfz. Daarin staat namelijk dat de strafrechter ambtshalve of na een verzoekschrift van de officier van justitie een zorgmachtiging afgeeft.
Het ambtshalve gebruik maken van deze bevoegdheid is alleen mogelijk als de rechtbank beschikt over de gegevens die zij nodig heeft voor die beoordeling. De rechtbank gaat hierna in op de vraag of de rechtbank over voldoende gegevens beschikt om tot het afgeven van een zorgmachtiging over te gaan.
4.2.
De medische verklaring
Voor de afgifte van een zorgmachtiging is een medische verklaring van een onafhankelijk psychiater nodig, die in elk geval zijn bevindingen vermeldt over:
de symptomen die de betrokkene vertoont en een diagnose of voorlopige diagnose van de psychische stoornis van betrokkene,
de relatie tussen de psychische stoornis en het gedrag dat tot het ernstig nadeel leidt, en
de zorg die noodzakelijk is om het ernstig nadeel weg te nemen (artikel 5:9, eerste lid, Wvggz).
Het dossier bevat een medische verklaring opgemaakt door psychiater N. Ruhl van 19 juli 2022. De psychiater is tot de volgende diagnose gekomen: bij verdachte is sprake van psychosegevoeligheid bij beneden gemiddelde intelligentie en mogelijk is er ook sprake van een autistiforme stoornis. Het ernstig nadeel bestaat volgens de psychiater uit (dreigende) agressie naar anderen. Verdachte functioneert relatief goed in een hechte structuur. Verblijf in een zoveel mogelijk gestructureerde woonomgeving is belangrijk als het gaat om het beperken van het risico op agressie. Opname op een psychiatrische afdeling, al dan niet in het kader van verplichte zorg, is volgens de psychiater niet doelmatig.
4.3.
Het zorg-/behandelplan
In deze zaak ontbreekt een zorg-/behandelplan en een zorgkaart. De rechtbank destilleert uit de genoemde medische verklaring en wat er besproken is op de zitting, het benodigde zorg-/behandelplan voor het kunnen afgeven van een zorgmachtiging. In de medische verklaring heeft de psychiater namelijk wel aangegeven dat het gebruik van medicatie kan worden ingezet als maatregel om ernstig nadeel te voorkomen. Daarnaast is het verblijf in een zoveel mogelijk gestructureerde woonomgeving belangrijk om het risico op agressie te beperken. Verder blijkt uit het strafdossier dat onderzoek in de verblijfsruimte van betrokkene naar verdovende middelen en gevaarlijke voorwerpen gezien het delictpatroon passend zijn.
4.4.
Beveiligingsniveau voldoende bij het afgeven van een zorgmachtiging?
De Wvggz heeft als doel passende zorg te realiseren. Naast opname in een reguliere GGZ-instelling kan iemand daarom met een zorgmachtiging ook opgenomen worden in een zorgsetting met een hoger beveiligingsniveau. Onderdeel daarvan kan ook beveiliging zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op het reclasseringsrapport van 23 augustus 2022, opgemaakt door [naam] , reclasseringswerker. Hieruit blijkt dat er diverse pogingen zijn gedaan om verdachte in het kader van een Indicatiestelling Forensische Zorg in een passende kliniek te plaatsen. Dit is tot het moment van de zitting niet gelukt. De reclassering adviseert dat er in eerste instantie behandeling dient plaatst te vinden in een zoveel mogelijk gestructureerde woonomgeving. De inschatting is dat het risico op zowel letsel als recidive zullen afnemen wanneer betrokkene zich in een setting bevindt die tegemoet komt aan zijn zorgbehoefte en waarbij er eveneens sprake is van een aangepast veiligheidsniveau. De rechtbank acht een zorginstelling met een hoger beveiligingsniveau, zoals Inforsa [adres 2] of Inforsa [adres 3] , passend in de situatie van verdachte.

5.Conclusie: ambtshalve verlenen zorgmachtiging

Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat in het geval van betrokkene aanleiding bestaat om van haar ambtshalve bevoegdheid tot het verlenen van een zorgmachtiging gebruik te maken, omdat de rechtbank verplichte zorg aangewezen acht. Immers:
1. Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Uit de medische verklaring is gebleken dat verdachte lijdt aan schizofrenie, gecombineerd met autismespectrumstoornis en een verstandelijke beperking. Dit komt tot uiting in paranoïde wanen en achterdocht;
2. Het gedrag van betrokkene als gevolg van deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het aanzienlijk risico op levensgevaar of gevaar voor ernstig lichamelijk letsel voor anderen. Daarnaast is de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar;
3. Betrokkene heeft verplichte zorg nodig om een crisissituatie en ernstig nadeel af te wenden en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren;
4. Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank baseert de vormen van zorg op de onder 4.2 genoemde medische verklaring, de informatie uit het strafdossier en de verklaringen van betrokkene en zijn raadslieden tijdens de zitting.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht
[...] maanden
toedienen van voeding
[...] maanden
toedienen van medicatie
[6] maanden
het verrichten van medische controles
[...] maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
[...] maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
[6] maanden
insluiten
[...] maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
[6] maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
[...] maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
[6] maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
[6] maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
[...] maanden
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
[...] maanden
opnemen in een accommodatie
[6] maanden
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend. Gelet op het benodigde beveiligingsniveau zal de tenuitvoerlegging van de zorgmachtiging plaats moeten vinden in een kliniek met een forensisch psychiatrisch afdeling (FPA), in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) of in de Kliniek Intensieve Behandeling (KIB) van Inforsa. De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

6.Beslissing

De rechtbank:
Verleent ambtshalve een zorgmachtigingten aanzien van
[verdachte]
geboren op [geoortedag] 1982 te [geboorteplaats 2] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
[6] maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
[6] maanden
insluiten
[6] maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
[6] maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
[6] maanden
opnemen in een accommodatie
[6] maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar en geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van zes maanden, te weten uiterlijk tot en met 6 maart 2023.
Deze machtiging is op 7 september 2022 gegeven door
mr. E.G.C. Groenendaal, voorzitter,
mr. S.F. van Merwijk en mr. K. Duker rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek en mr. J.S.J.H. Spronk, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 september 2022.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.