Uitspraak
1.Inleiding
2.Procedure
- de dagvaarding van 21 mei 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord met voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie tevens akte wijziging van eis, met producties;
- het tussenvonnis van 15 december 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 21 maart 2022 en de daarin genoemde stukken.
3.Feiten
upon receipt by the Group Companies of the management fees due by [het Arcona Fonds] to [Arcona Fondsbeheer] under its [managementsovereenkomst] (…), an amount equal to 50% (i.e. 25% for each of [RCM] and [ [naam 2] ] of the amounts received by the Group Companies for the Management Fee above a threshold of EUR 800,000 (… ) per annum, and amounts equal to 75% (i.e. 37.5% to each of [RCM] and [ [naam 2] ]), of all amounts received as part of the Management Fee above a threshold of EUR 1,000,000 (…) per annum, up to a maximum amount of EUR 1,000,000 (...) (i.e. EUR 500,000 (…) for each of [RCM] and [ [naam 2] ]).”
Interest shall be payable in arrears in annual installments falling due on 31 December of any year and for the first time on 31 December 2012 in respect of the period elapsed from the [leveringsdatum].”
4.Geschil
€ 299.625,-. Haar vordering tot voldoening van de nabetaling asset realisations van 2017 en 2018 heeft zij voorwaardelijk ingesteld, voor zover Arcona c.s. zou betwisten dat de door RCM ontvangen bedragen op 23 augustus 2021 hierop zien. Over alle nabetalingen is Arcona Capital rente verschuldigd, waarbij zowel de contractuele rente als de boeterente volgens RCM samengesteld moet worden berekend. Voor wat betreft haar vordering tot overdracht van de Slowaakse aandelen, stelt zij zich op het standpunt dat Arcona c.s. de levering verhindert. Arcona c.s. wil dat zij aan allerlei naar Slowaaks recht vereiste leveringsformaliteiten voldoet, die volgens RCM naar dat recht helemaal niet vereist zijn.
holding accountin Slowakije en het aanstellen van een
listing agentin Slowakije;
holding accountopent en een
listing agentaanstelt. Omdat RCM weigert hieraan mee te werken, verkeert zij in schuldeisersverzuim. Voor zover de vordering in conventie met betrekking tot de overdracht van de Slowaakse aandelen wordt toegewezen, wil Arcona c.s. met het door haar in reconventie gevorderde voorkomen dat RCM de overdracht kan blijven frustreren. Als RCM niet meewerkt, kan Arcona c.s. worden bevrijd van haar verplichtingen door de Slowaakse aandelen aan een derde te verkopen en de opbrengst als nabetaling asset realisation aan RCM te betalen.
5.Beoordeling
amounts received” in de staffelbepaling, maar ook in de loans agreement.
deze[onderstreping toegevoegd]berekening in enig jaar meer dan
€ 800.000,00 zou bedragen, aanspraak had op 25% van het bedrag boven die
€ 800.000,00.
de verwijzing naar de managementovereenkomst in de SPA volstrekt zinledig [zou] zijn geweest”.
niet valt in te zien waarom [Arcona Capital] niet aan de eigen opgave in de e-mail (…) kan worden gehouden”. Waarmee zij, zo stelt RCM en begrijpt ook de rechtbank in deze zaak, kennelijk tot uitdrukking heeft willen brengen dat Arcona Capital de verschuldigdheid van hogere bedragen heeft erkend en daaraan wordt gehouden.
the balance of the Sellers Loans” (zie nummer 3.16 hiervoor). De vervallen contractuele rente wordt volgens haar steeds aan dit openstaande saldo toegevoegd en maakt hier onderdeel vanuit, zodat de contractuele rente hierover berekend moet worden. Arcona c.s. weerspreekt de standpunten van RCM. Volgens haar bestaat het openstaande saldo enkel uit de verstrekte leningsbedragen onder de loans agreement en niet mede uit de vervallen contractuele rente. Dat partijen geen samengestelde contractuele rente zijn overeengekomen, blijkt volgens Arcona c.s. ook uit een vergelijking met de bepaling over de boeterente waarin partijen uitdrukkelijk hebben opgenomen dat deze rente samengesteld is.
conform de loans agreement”. Dat het RCM daarbij ging om samengesteld berekende contractuele rente, volgt hier niet uit. Dit blijkt ook niet uit het dictum van het eindvonnis in 2018, waarbij in rechtsoverweging 3.6 en 3.8 de hoofdsommen van voornoemde nabetalingen zijn toegewezen onder vermeerdering met de contractuele rente en de boeterente “(
zoals) opgenomen in de Loans Agreement”.
the balance of the Sellers Loans” beslissend voor de door hen voorgestane uitleg van de bepaling over contractuele rente. Arcona c.s. heeft in dat verband terecht aangevoerd dat de “Sellers Loans” in de loans agreement een door partijen gedefinieerd begrip is, waaronder onder meer de twee soorten nabetalingen vallen (zie nummer 3.14 hiervoor). De vervallen contractuele rente wordt niet als onderdeel van de Sellers Loans genoemd in die definitiebepaling. De rechtbank is met Arcona c.s. van oordeel dat het saldo (
the balance) van de Sellers Loans als een gevolg daarvan niet uit de vervallen contractuele rente bestaat, zodat deze rente daarover niet wordt berekend. Dat uit de systematiek van de loans agreement anders volgt, heeft RCM onvoldoende toegelicht. Met haar standpunt dat de contractuele rente op grond van artikel 2.3 van de loans agreement steeds verschuldigd is over de “
sum whatsover due to [RCM en [naam 2] ] under this agreement (including interest)” miskent zij dat deze bewuste bepaling over de boeterente gaat (zie nummer 3.18 hiervoor) en dus enkel hierop van toepassing is. Zoals Arcona c.s. heeft aangevoerd, wordt deze rente aldus het woord “
compounded” in dezelfde bepaling wel samengesteld berekend.
at no consideration”plaatsvindt (zie nummer 3.11 hiervoor). Arcona c.s. weerspreekt dit en stelt zich op het standpunt dat hieronder enkel de “gebruikelijke” kosten vallen, zoals notariskosten.
at no consideration” in ieder geval zo uit dat Arcona c.s. de kosten draagt die zij als “gebruikelijk” beschouwt bij een aandelenoverdracht, waaronder de notariskosten voor de leveringsakte. Indien en voor zover naar Slowaaks recht bepaalde leveringsformaliteiten zouden komen vast te staan en hieraan kosten verbonden zijn, mag RCM er op grond van dat standpunt in beginsel van uitgaan dat ook deze kosten door Arcona c.s. worden gedragen. Arcona c.s. heeft onvoldoende toegelicht waarom de met deze (wettelijke) leveringsvereisten gemoeide kosten geen “gebruikelijke” kosten zouden zijn.