In deze zaak gaat het om een geschil tussen een kunstgalerie-eigenaar en een restaurator over de restauratie van een schilderij. De eigenaar, aangeduid als [eiser], stelt dat de restaurator, aangeduid als [gedaagde], tekortgeschoten is in haar verplichtingen uit de overeenkomst. De eigenaar beweert dat de restaurator niet tijdig overleg heeft gepleegd voordat zij met schoonmaakwerkzaamheden begon en dat zij originele verf en oude retouches heeft verwijderd. De restaurator betwist deze claims en stelt dat zij de werkzaamheden correct heeft uitgevoerd.
De procedure begon met een dagvaarding op 8 maart 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 augustus 2022. De kantonrechter heeft de feiten en de overeenkomst tussen partijen onderzocht. De overeenkomst hield in dat de restaurator oppervlaktevuil en vergeeld vernis moest verwijderen, retoucheren en nieuw vernis aanbrengen. De kantonrechter oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de restaurator tekortgeschoten is. Er is onvoldoende bewijs dat de restaurator originele verf of oude retouches heeft verwijderd. De kantonrechter concludeert dat de restaurator heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam vakgenoot verwacht mag worden.
In reconventie vordert de restaurator betaling voor haar werkzaamheden, wat de kantonrechter toewijst. De eigenaar wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 16 september 2022.