2.16.Op 28 april 2020 heeft DEKRA Experts (DEKRA) opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de door de VVE’s ervaren problemen. DEKRA heeft daarbij op onderdelen advies gevraagd aan ingenieursbureau Boorsma (Boorsma). Op 6 mei 2021 heeft DEKRA onderstaand rapport uitgebracht. In het rapport zijn de VVE’s aangeduid als partij 1, Benecke als partij 2 en de Ontwikkelingsscombinatie/VOF als partij 3.
“(…)
Informatie voor beantwoording vragen
(…)
In het bestemmingsplan en het aanvullende raadsbesluit over het bestemmingsplan wordt goedkeuring gegeven aan een woonschepenhaven voor 40 zelfvarende woonschepen, die afgeschermd worden met een golfbreker. De navolgende in ons bezit zijnde documenten van partij 3 geven een nadere invulling aan het voornoemde goedkeuring:
- de Technische omschrijving Waterkavels [locatie] fase 2, d.d. 10 maart 2015;
- het document ‘Buitendijkswonen IJburg [locatie] ” (boekje met studie naar drijvende steiger en aanvulling op de omgevingsvergunning), d.d. 6 november 2014;
- de aanvraag omgevingsvergunning “Waterkavels [locatie] ”, d.d. 6 november 2014 van Hund Falk Architecten.
De documenten maken onderdeel uit van de beschikking van het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie Oost van de gemeente Amsterdam.
In voornoemde stukken met bijbehorende tekeningen van partij 3 wordt beschreven dat in het vigerende bestemmings- en uitwerkingsplan voor de waterkavels en ligplaatsen voor varende woonschepen onder andere de volgende bepalingen zijn opgenomen:
- De gronden zijn onder meer aangewezen voor varende woonschepen;
- Ten behoeve van de woonschepenlocatie mag één golfbreker worden gerealiseerd;
- Voor woonschepen gelden een minimum- en maximumlengte van 15 meter, respectievelijk 45 meter en een maximum hoogte boven de waterlijn van 4 meter exclusief de stuurhut en 5,5 meter inclusief de stuurhut.
Voorts wordt in de documenten onder meer de volgende informatie vermeld:
- De locatie is “buitendijks gelegen” en ‘de invloed van het open water is voelbaar”;
- “Het plan concept is een lange, drijvende steiger evenwijdig aan en op 15 meter van de [locatie] met haaks daarop de kavels voor de zelfstandig varende woonschepen”;
- “ Er moet rekening worden gehouden met een maximale peilfluctuatie van + 1 meter en -1 meter”;
- “De golfbreker, die er voor moet zorgen dat de golven van het Markermeer gedempt worden, wordt los gehouden van de kade en maakt onderdeel uit van het steigerplan” en moet zorgen “voor een relatief rustig woonwater”.
Uit de schetsen/tekeningen in de documenten blijkt eveneens, dat de drijvende steiger bestaat uit 17
secties met haaks daarop 34 kavels voor varende woonschepen. De 17 secties zijn om en om verankerd aan steigerpalen. Voorts blijkt uit de documenten, dat aan de Markermeer- c.q. noordzijde en haaks op de steiger de uit drie secties bestaande golfbreker is gelegen, waarvan de buitenste secties zijn verankerd aan elke twee steigerpalen.
(…)
Tijdens onze bezoeken op 25 mei 2020 en 29 januari 2021 deelde voornoemde contactpersonen van
partij 1 ons het volgende kort samengevat mee:
- Het bouwbestek, de ontwerptekeningen, werktekeningen en berekeningen van partij 2 en/of de architect van de drijvende steiger en golfbreker zijn, ondanks herhaaldelijk verzoek van partij 1 aan partij 2, niet door partij 2 verstrekt;
(…)
- Vanaf de oplevering tot februari 2020 heeft partij 2 herstel- en provisorische werkzaamheden en aanpassingen aan de steiger en de dwarssteiger/’golfbreker’ uitgevoerd;
- De provisorische/aanpassingswerkzaamheden bij de dwarssteiger/’golfbreker’ hebben bestaan uit
a) het plaatsen van twee extra verankeringspalen bij de ‘golfbreker’,
b) het vastlassen van de steeds loskomende en soms afbrekende bouten van verankeringsramen (het verankeringsraam verbindt een sectie van de steiger/golfbreker met de verankeringspaal),
c) het aanpassen van de overgang tussen de secties van de steiger,
d) het star verbinden van de traanplaat overgang tussen de vingersteigers met de hoofdsteiger,
e) het medio 2017 op waterniveau plaatsen van een houten palenrij vlak voor de golfbreker, f) geluidshinder veroorzakende aanpassingen ter plaatse van de overgang tussen de secties van de steiger en
g) het tot driemaal doen van aanpassingen (aluminium bakken, kunststofbakken en met tyraps vastgemaakte rubberen flappen) aan de overgangen tussen de steigerelementen van de hoofdsteiger ter bescherming van de kabels en leidingen (stroom, riool, cai ed.). Voornoemde aanpassingen met als laatste de rubberen flappen voldeden/voldoen volgens partij 1 geen van alle, waardoor de kabels en leidingen thans onvoldoende beschermd zijn;
- Na februari 2020 heeft partij 2 geen reparatie- of aanpassingswerkzaamheden meer uitgevoerd.
(…)
Inspectie 25 mei 2020
Tijdens de op 25 mei 2020 gehouden inspectie hebben wij de door partij 1 hiervoor genoemde gebreken en provisorische/aanpassingswerkzaamheden geconstateerd. In aanvulling daarop noemen wij:
- loszittende of gebroken boutverbindingen van verankeringsramen;
- losliggende metalen overgangsplaten tussen de steigerconstructie en de vingersteigers. Deze zijn op aanvraag van partij 1 door partij 2 losgedraaid omdat de oorspronkelijke vaste verbinding als gevolg van torsie beschadigd raakte. Overigens leiden de losliggende platen ook tot struikelgevaar en is het losdraaien geen deugdelijke oplossing;
- defecte/vastzittende inspectieluiken voor de walaansluiting van het woonschip. Zo zijn de
luikslotjes met zand verstopt, breken de sleutels af en worden enkele luiken met behulp van een trottoirtegels op de plaats gehouden;
- betonbeschadigingen aan drijvende secties;
- verbogen hoekprofielen waartussen de vingerpieren zijn bevestigd;
- het ontstaan van speling op de geleidenblokken van de vingersteigers langs de meerpalen;
- De door partij 2 gerealiseerde aanpassing in het ontwerp van de scharnierverbinding tussen de steigersecties leidt tot schade aan de internet- en stroomkabels en geeft een risico op schade aan de waterleiding en de riolering. De aanpassing is door partij 2 gedaan omdat de oorspronkelijke scharnierverbinding onvoldoende functioneerde c.q. torsiebestendig was. Echter, de thans gerealiseerde oplossing van dwarsverbindingen met kabels leidt dus tot schade aan de kabels;
- De door partij 1 gerealiseerde noodvoorzieningen bestonden uit het koppelen van de secties van de ‘golfbreker’ met de verankeringspalen met behulp van banden, noodzakelijk in verband met het bezwijken van de verankeringsramen/boutverbindingen.
Inspectie 29 januari 2021
Tijdens het op 29 januari 2021 gehouden overleg hebben wij tevens wederom een inspectie uitgevoerd, waarbij wij diverse verslechteringen van eerder geconstateerde gebreken hebben waargenomen.
Stormschade weekend 6 en 7 februari 2021
Deze geïmproviseerde noodvoorzieningen is echter tijdens de stormachtige noordoosten wind in het
weekend van 6 en 7 februari 2021 bezweken, waarbij een van de drie pontons van de ‘golfbreker’ is
losgekomen en weggedreven. Hierdoor ontstond een gevaarlijke situatie op voor de aanwezige
woonschepen en overig vaarwegverkeer. Partij 1 heeft de losgeslagen ponton met een vaartuig veilig
gesteld. Met een brief van 18 februari 2021 heeft de gemeente Amsterdam de VVE’s aangeschreven om op straffe van een dwangsom de losgeslagen ponton terug te plaatsen op de oorspronkelijke plaats en de drie pontons van de golfbreker zodanig te verankeren dat deze ook bij een zware storm niet kunnen losraken.
(…)
Beantwoording vragen
Vraag 1
Welke uitgangspunten dienen gehanteerd te worden bij het ontwerp van een golfbreker/ steigerconstructie op de locatie woonbotenhaven van cliënte?
Antwoord:
Ten eerste merken wij op dat geen sprake is van een woonbotenhaven, maar van een haven voor
woonschepen. Het verschil is dat woonboten of woonarken gelegen zijn in binnenwater en het
bestemmingsplan spreekt nadrukkelijk over woonschepen, die buitendijks zijn gelegen in openwater. Ten tweede merken wij op dat de ligging van de golfbreker/steigerconstructie van woonbotenhaven aan het openwater van het Markermeer een zeer verraderlijke plek is, waar absoluut geen sprake is van standaard omstandigheden.
De uitgangspunten die bij het ontwerp van een steigerconstructie met een golfbreker op de locatie van de woonschepenhaven gehanteerd dienen te worden zijn:
- Het realiseren van een drijvende steiger met een golfbreker voor “varende woonschepen” in een woonhaven grenzend aan het openwater van het Markermeer. De golfbreker moet er voor zorgen “dat de golven van het Markermeer gedempt worden” en een “relatief rustig woonwater”.
Voornoemde wordt beschreven in het eerder genoemde ontwerpplan van partij 3. Echter, wordt niet
duidelijk gemaakt wat onder “relatief rustig woonwater” en “varende woonschepen” moet worden
verstaan. Er bestaan geen specifieke normen, richtlijnen aangaande eisen met betrekking tot “varende woonschepen” en definities over wat “relatief rustig woonwater” inhoudt.
Op basis van de in het ontwerpplan opgenomen voorwaarden en de geconstateerde woonschepen
concluderen wij dat de woonhaven bij “relatief rustig water” wooncomfort moet bieden voor tot woning omgebouwde binnenvaartschepen met een maximum lengte van 45 meter. Ofwel een niet-zeewaardig vaartuig dat in de oorspronkelijke bestemming goederen en/of personen vervoert over de binnenwateren. Wooncomfort bij “relatief rustig water” is weliswaar benoemd in de omgevingsvergunning, maar is niet in normen of richtlijnen gedefinieerd, maar houdt in een dynamisch (licht wiebelend) effect bij langsvarende schepen. Nu is “relatief rustig vaarwater” ook afhankelijk van de windkracht, maar als deze omschrijving wordt vermeld in een omgevingsvergunning in Nederland, dan zou “relatief rustig vaarwater” tot in ieder
geval een windkracht van 4-6 Beaufort realiteit moeten zijn.
- Een steigerconstructie met golfbreker’ in een buitendijks en noordoost gesitueerd en aan het openwater van het Markermeer gesitueerde woonschepenhaven, moet dus constructief bestand zijn tegen:
o De klimatologische en nautische omstandigheden en de krachten die door de
bewegingen van de woonschepen door golfslag en wind op de steiger/ golfbrekerconstructie worden uitgeoefend;
o De maximale golfslag van het Markermeer. Door de geringe diepte van circa 4 meter van het Marker- en IJsselmeer zijn de golven niet hoog, maar wel kort. Die korte golf kan bovendien worden versterkt door de tegenstroom, die door de wind kan ontstaan. De golfslag in het Markermeer ontwikkelt zich snel en groeit bij een krachtige wind van 40 cm tot gemiddeld 60 cm hoogte en bij storm tot circa 150 cm. Al na een uur kunnen de golven volgroeid zijn en bij onweer kan dat sneller geschieden. Ofwel, door storm veranderen de omstandigheden snel: de golven worden hoger en de waterstand (oppervlakte water) stijgt en daalt voortdurend. Rijkswaterstaat beoordeelt het Marker- en IJsselmeer vanaf windkracht 5 dan ook als een verraderlijk vaargebied;
o De klimatologische omstandigheden in relatie tot de noordoost positie van de
woonhaven. Zoals eerder vermeld is de haven gelegen aan openwater en zal bij storm of zware storm uit het westen/zuidwesten het water door zuiging uit de haven richting het Markermeer worden gestuwd, waardoor de waterstand in de haven en dus ook ter plaatse van de woonschepen sterk daalt. Volgens partij 1 zou een dergelijke daling meer dan een meter bedragen. Een dergelijke waterdaling leidt tot het ontstaan van forse krachten op de verankeringspalen door de woonschepen.
Vraag 2
Komen deze uitgangspunten overeen met hetgeen bepaald is in de omgevingsvergunning voor de
golfbreker/steigerconstructie?
Antwoord:
Het uitgangspunt in het bestemmingsplan IJburg is het realiseren van een woonschepenhaven voor 40 zelfvarende woonschepen die zijn afgeschermd met een golfbreker. Over de constructie en dat sprake moet zijn van een drijvende constructie wordt in het bestemmingsplan niets vermeld; dat is een keuze van partij 3. In de aanvraag omgevingsvergunning van 6 november 2014 van partij 3 worden uitgangspunten beschreven met betrekking tot de realisatie van een drijvende constructie, maar deze zijn zeer globaal gesteld en voldoen niet aan de door ons onder vraag 1 beschreven uitgangspunten. Voorts merken wij op dat partij 2 ook heeft nagelaten om de door ons onder vraag 1 beschreven uitgangspunten in de realisatie te betrekken.
Vraag 3
Zijn bij het ontwerp en de bouw van de golfbreker/steigerconstructie deze uitgangspunten toegepast?
Antwoord;
Zoals wij onder vraag 1 hebben beschreven zou “relatief rustig vaarwater” tot in ieder geval een
windkracht van 4-6 Beaufort realiteit moeten zijn. De praktijk in de afgelopen 4,5-5 jaar heeft geleerd dat vanaf een matige tot Vrij krachtige wind (vanaf windkracht 4 op de schaal van Beaufort) de woonschepen nabij de golfbreker’ in hevige mate bewegen en dat geen sprake is van “relatief rustig vaarwater”, doordat de golven vanuit het Markermeer in onvoldoende mate door de ‘golfbreker’ worden gebroken.
Voor wat betreft het uitgangspunt of de “golfbreker”/steigerconstructie in de woonbotenhaven constructief bestand is tegen de krachten, die gezien de ligging (buitendijks en noordoost gesitueerd aan het openwater van het Markermeer) bij de klimatologische en nautische omstandigheden op de
steiger/golfbreker worden uitgeoefend, concluderen wij dat dit uitgangspunt onvoldoende bij de bouw van de steiger is toegepast. Immers, eveneens is de afgelopen 4,5—5 jaar uit de praktijk gebleken dat de constructie van zowel de steiger als de ‘golfbreker’ niet bestand is tegen de klimatologische en nautische omstandigheden. Dat is gebleken uit het breken en losraken van boutverbindingen, verankeringsramen, verbindingen van vingersteigers, onderlinge verbindingen van pontons tot zelfs het losraken van een ponton van de golfbreker’ bij krachtige tot harde wind (windkracht 6 tot 7 op schaal van Beaufort). Door het losraken van een ponton van de ‘golfbreker’ is sprake van het bezwijken van de ‘golfbreker’, waarna de golven ongehinderd op de woonschepen beukten. Ook eerdere door partij 2 gerealiseerde aanpassingen hebben niet tot verbetering geleid.
Of de uitgangspunten ook in het ontwerp onvoldoende zijn toegepast kunnen wij door het ontbreken van de een technische omschrijving, het bouwbestek, e.d. niet goed beoordelen. In haar rapport van 22 oktober 2020 heeft Boorsma onder de samenvatting vermeld, dat de drijvende dwarssteiger (golfbreker) niet voldoet aan de eisen ten aanzien van de constructieve veiligheid.
Dat in de omgevingsvergunning is gekozen voor een drijvende steiger met “golfbreker” is principieel niet fout, omdat het realiseren van een drijvende steiger en golfbreker zelfs in zeehavens wordt toegepast. Wel hebben wij ernstige bedenkingen bij de gerealiseerde uitvoering van de ‘golfbreker’, waarbij drie afzonderlijk beweegbare pontons c.q. secties oorspronkelijk met twee verankeringspalen op de plaats werden gehouden. Bovendien is de lengte van de ‘golfbreker’ 6,9 meter korter dan de maximaal toelaatbare lengte van 45 meter van een woonschip (zie figuur 1). Dit betekent dat bij een woonschip van langer dan 57,1 meter de golven de ‘golfbreker’ passeren en door het schip worden gebroken.
Door die gekozen uitvoering ontstaan door golfslag forse torsiekrachten op de verankeringsramen en de onderlinge verbindingen van de pontons en de praktijk heeft bewezen dat de constructie niet tegen die optredende krachten bestand is. Ook het bijplaatsen van twee extra ankerpalen en het plaatsen van de houten palenwand in de bodem van de haven heeft niet tot het gewenste resultaat geleid.
Los van het feit dat de golfbreker’ constructief niet bestand is tegen de optredende krachten, blijkt deze onvoldoende de golven te breken. Wij zijn dan ook van mening dat geen sprake is van een ‘golfbreker’, maar van een dwarssteiger die meebeweegt met de golven en nauwelijks golven breekt. De golven rollen meer onder de ‘golfbreker’ door en worden vervolgens gebroken door de eerste woonschepen, waardoor geen sprake is van “relatief rustig vaarwater” en zelfs schade ontstaat.
Een door partij 2 in oktober 2018 vlak voor de ‘golfbreker’ geplaatste houtenpalenwand in de bodem van het Markermeer heeft nauwelijks tot verbetering geleid en heeft bij een oostenwind, waarbij de het water sterk kan stijgen, helemaal geen effect. Bovendien lijkt de houtenpalenwand in strijd met een uitgangspunt in de omgevingsvergunning, dat er geen “voorzieningen verankerd mogen worden aan de ondergrond (kavelbodem)”.
Vraag 4
Zijn de golfbreker en steigerconstructie aangelegd conform de eisen van goed en deugdelijk werk?
Antwoord:
In de periode vanaf de oplevering tot heden is gebleken dat bij normale klimatologische en nautische
omstandigheden schade aan de steiger en de ‘golfbreker’ ontstaat en dat de ‘golfbreker’ bij windkracht 6-7 van Beaufort zelfs is bezweken. Ook aanpassingen aan de constructie en het plaatsen van een palenrij voor de golfbreker door partij 2, heeft tot heden niet geleid tot een stabiele en schadevrije situatie en het in voldoende mate breken van golven. Ofwel, de gerealiseerde constructie van de steiger en de “golfbreker” is onvoldoende sterk uitgevoerd en voldoet zeker niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk en voldoet dus ook niet aan de eisen van constructieve veiligheid. Voorts functioneert de ‘golfbreker’ onvoldoende, omdat de golven onvoldoende worden gebroken en geen “relatief rustig vaarwater” wordt gerealiseerd.
De gerealiseerde constructie lijkt erg op een constructie die normaliter wordt gerealiseerd bij woonarken in binnenwater, waarbij de woonark door de ankerpaal met verankeringsraam op de plaats wordt gehouden en waarbij sprake is van een geringe verplaatsing/beweging. Er is dus onvoldoende rekening gehouden met de klimatologische en nautische omstandigheden van het Markermeer.
Op basis van de thans bekende informatie concluderen wij dat in het ontwerp, als bij de technische
uitwerking van het ontwerp als bij de uitvoering fouten zijn gemaakt.
Vraag 5
Wat is de reden dat de golfbreker/steigerconstructie bij herhaling schade oploopt?
Antwoord:
Zoals gemotiveerd bij het antwoord op vraag 4 concluderen wij dat de “golfbreker” en de
steigerconstructie te licht” is uitgevoerd en dat in het ontwerp onvoldoende rekening is gehouden met de klimatologische en nautische omstandigheden van het Markermeer. Daardoor ontstaat bij herhaling schade, ook na realisatie van door partij 2 gerealiseerde aanpassingen.
Vraag 6
Wat is de reden dat de golfbreker de golven onvoldoende breekt om veilig en comfortabel te kunnen
wonen?
Antwoord:
Zoals gemotiveerd bij het antwoord op vraag 4 is uit de praktijk sinds de oplevering in 20215/2016
gebleken dat de “golfbreker” de golven onvoldoende breekt en dat bij een normale veel voorkomende
windkracht 4 (KNMI definitie: matig wind) geen “relatief rustig vaarwater” wordt gerealiseerd. De reden is dus kort samengevat gelegen in het gekozen ontwerp.
Vraag 7
Welke tijdelijke maatregelen moeten genomen worden om ergere schade te voorkomen?
Antwoord:
(…)
In opdracht van ons heeft Boorsma de huidige constructie beoordeeld en twee oplossingen ontworpen en berekend, waardoor de golfbrekersteiger voldoet aan de eisen ten aanzien van de constructieve
veiligheid en waarmee de steiger dus voldoende veilig zou zijn om de klimatologische omstandigheden in Nederland te doorstaan. De twee oplossingen zijn:
a. Constructief versterken van de “golfbreker” annex dwarssteiger (rapport Boorsma van 28 oktober 2020, bijlage 1):
o Het aanbrengen van twee nieuwe stalen buispalen (steiger- c.q. verankeringspalen) per steigerelement. De golfbreker bestaat uit drie elementen dus in totaal moeten zes nieuwe buispalen worden aangebracht;
o Het aanbrengen van twaalf wrijfgordingen naast de zes bestaande en de zes nieuwe buispalen van de drie steigerelementen van de golfbreker;
o Het aanbrengen van twaalf stootblokken op de steigerelementen van de golfbreker om de drukkrachten van de buispalen op de steigerelementen op te vangen.
Ter verduidelijking verwijzen wij u kortheidshalve naar figuur 4 op bladzijde 5 van het rapport van Boorsma.
Probleem van deze oplossing is dat de “golfbreker” nog steeds onvoldoende de golven breekt en dat bij windkracht 4 dus nog steeds geen “relatief rustig vaarwater” wordt gerealiseerd en onvoldoende
bescherming wordt geboden tegen de golfbelasting op de hoofdsteiger en de vingerpieren. Overigens
kan deze oplossing in constructief opzicht wel worden beschouwd als een definitieve oplossing, waarmee de ‘golfbreker’ constructief veilig is.
b. Het constructief versterken van de “golfbreker” en het plaatsen van een damwand voor de “golfbreker” (rapport Boorsma van 28 oktober 2020 en rapport Boorsma van 19 februari 2021, bijlage 1 en 2):
o De onder a. beschreven maatregelen;
o Het plaatsen van een damwandscherm met een lengte van circa 56 meter.
Daarbij heeft elke negende plank een lengte van 2,05 meter zodat daar water onderdoor kan stromen. Daardoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er grote waterstandverschillen optreden door opstuwing van water over de lengte van het damwandscherm.
Het plaatsen van het damwandscherm zou eveneens als een definitieve oplossing kunnen worden
beschouwd. Echter, op dit moment is onduidelijk of de gemeente Amsterdam en eventuele andere
instanties met een dergelijke definitieve oplossing akkoord gaan c.q. daar vergunning voor verlenen.
Oplossing a voorziet dus in het constructief veilig maken van de ‘golfbreker’, maar niet in het voldoende breken van de golven. Met oplossing a is dus eigenlijk een constructief veilige dwarssteiger gerealiseerd, maar geen golfbreker. Oplossing b voorziet wel in het voldoende mate breken van de golven, maar niet in het constructief veilig maken van de dwarssteiger. De uit drie pontons bestaande dwarssteiger zijn namelijk constructief onvoldoende om bestand te zijn tegen de klimatologische omstandigheden. Weliswaar heeft partij 2 de middelste ponton, die oorspronkelijk niet verankerd was aan buispalen, na het ontstaan van schade met het aanbrengen van twee extra buispalen ook verankerd, maar de praktijk heeft uitgewezen dat die maatregel onvoldoende was. Een afdoende noodoplossing, die tevens als definitieve oplossing kan dienen, is derhalve het realiseren van zowel optie a en optie b.
Vraag 8
Welke duurzame oplossing dient gerealiseerd te worden om de huidige steiger constructief deugdelijk te maken (inclusief ontwerp ten behoeve van de vergunningsaanvraag)?
Antwoord:
Zoals onder vraag 7 is beschreven zal het realiseren van de onder a beschreven oplossingen leiden tot een constructief deugdelijke dwarssteiger (voorheen ‘golfbreker’ genoemd). Eenzelfde oplossing is naar onze mening ook noodzakelijk om de steigerconstructie, die parallel aan de kade is gelegen (verder te noemen langs-steiger) constructief deugdelijk en veilig te maken.
Dat houdt in dat de dwarssteiger wordt voorzien van zes extra buispalen en het aanbrengen van
zijgeleiders in de uitvoering van een wrijfgording met aanslagblok ten behoeve van de zes nieuwe en de zes bestaande buispalen. Voor de verdere detailuitwerking verwijzen wij naarbijlage 1. Voor de langs-steiger houdt dit in dat elke ponton aan de kadezijde moet worden verankerd aan mimimaal twee buispalen met zijgeleiders, die bestaan uit een stalen paalraam. Thans zijn acht pontons niet verankerd aan buispalen, waardoor teveel torsie/beweging tussen de pontons ontstaat en schade of het risico daarop ontstaat aan de pontons, de verbindingen van de vingersteigers en de in mantelbuizen gelegen door de pontons gevoerde infrastructuur (stroom, water, riool en CAI). Voor de langs-steiger betekent dit het aanbrengen van 16 extra buispalen met zijgeleiders in de uitvoering van paalramen en het vervangen van twee beschadigde paalramen van het eerste ponton vanaf de ‘golfbreker’. In totaal moeten dus 18 nieuwe paalramen gerealiseerd worden. Naast het aanbrengen van de 16 extra buispalen zullen bij de ‘oude’ buispalen de wrijfblokken van de zijgeleiders/paalramen opnieuw moeten worden afgesteld op voldoende speling, om het ‘hangen’ van een ponton aan een buispaal te voorkomen.
Voorts zullen de bevestigingen/schuifbeugels van de 17 vingerpieren aan de langs-steiger versterkt
moeten worden om verbuigen en afscheuren te voorkomen en zullen de op dit moment beschadigde
verbindingen van de vingerpieren moeten worden vervangen. De 16 gebrekkige en deels kapotte
kunststof kabelbakken, die ten behoeve van de infrastructuur tussen de pontons zijn aangebracht, zullen moeten worden vervangen door metalen kabelbakken. Daarbij merken wij op dat de CAI/Internet kabels voldoende speling moeten hebben om de bewegingen tussen de pontons op te vangen. Wij hebben niet kunnen beoordelen of dit thans wel of niet het geval is. Tenslotte zullen vaste en deels kapotte verbindingen van de traanplaatovergangen tussen de langs-steiger en de vingerpieren moeten worden vervangen door “beweging volgende” verbindingen. Het is inherent aan het ontwerp dat een vaste verbinding de bewegingen van de pontons en vingerpieren niet kunnen volgen en kapot gaan.
Vraag 9
Welke duurzame oplossing dient gerealiseerd te worden om een situatie te realiseren van “relatief rustig woonwater” (citaat uit aanvraag omgevingsvergunning) en waardoor de waterkavels aan de noordzijde worden beschermd?
Antwoord:
Zoals onder vraag 7 is beschreven leidt het ontwerp van een dwars op de langs-steiger gelegen drijvende ‘golfbreker’ niet tot “relatief rustig woonwater” en bij een windkracht vanaf 4 op schaal van Beaufort, ook geen bescherming voor de eerste woonschepen achter de ‘golfbreker’. Wij zijn van mening dat met het realiseren van een damwandscherm de golven afdoende worden gebroken en een voor woonschepen acceptabel wooncomfort zal worden bereikt.
Zoals onder 7b reeds beschreven worden met het plaatsen van een damwandscherm de uitgangspunten van het ontwerp van een drijvende steiger losgelaten en zal voor deze oplossing een
vergunningsaanvraag noodzakelijk zijn.
(…)
Om dat te voorkomen zal de dwarssteiger circa een meter in de richting van het Markermeer moeten
worden verplaatst en dat houdt in het trekken en opnieuw plaatsen van de al aanwezige buispalen.
Voorts moet in het kader van het verplaatsen ook de houten palenwand worden verwijderd, maar dat
moet naar onze mening sowieso moeten worden gedaan. Overigens vallen de extra te plaatsen zes
buispalen wel binnen de 1,5 meter van perceel 1, dat volgens voornoemde tekening is gereserveerd voor ankerpalen.
(…)
Vraag 10
Wat zijn de geraamde kosten om de duurzame oplossingen als vermeld onder vraag 8 en vraag 9 te
realiseren?
Antwoord:
Wij hebben de kosten voor het realiseren van de onder de vragen 8 en 9 beschreven oplossingen als
volgt globaal geraamd:
- Versterken/herstellen dwarssteiger EUR 63.000,00;
- Versterken/herstellen langs-steiger inclusief vingerpieren, kabelbakken e.d.EUR 180.000,00;
- Realiseren damwandscherm, circa EUR 142.000,00;
- Eventuele kosten voor het verplaatsen van de golfbreker EUR pm;
- Trekken en afvoeren houten palenwand, circa EUR 7.500,00;
- Totaal exclusief btw en pm EUR 392.500,00;
- Btw2l% EUR 82.425,00;
- Totaal inclusief btw en pm EUR 474.925.00.
Een globale specificatie van voornoemde bedragen hebben wij alsbijlage 4bijgevoegd.
Naast de kosten voor het realiseren van een duurzame oplossing heeft partij 1 sinds de oplevering ook kosten gemaakt aan het realiseren van noodvoorzieningen e.d. Partij 1 heeft ons een overzicht verstrekt van de tot heden door haar gemaakte kosten, totaal een bedrag vanEUR 9.319,53 inclusief btw. Wij hebben dit overzicht als bijlage 5 bijgevoegd.
Wij hebben de kostenopgave globaal gecontroleerd en beoordelen deze als redelijk. Partij 1 heeft de
kosten beperkt weten te houden door de werkzaamheden zelf uit te voeren en de materialen zo voordelig mogelijk in te kopen. Met betrekking tot de eventueel nog te maken kosten c.q. aanvullende schade kan een aanvullend rapport worden gemaakt.
(…)”