ECLI:NL:RBAMS:2023:1154

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
C/13/728715 / KG ZA 23-51
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot schorsing en ontzetting uit het lidmaatschap van een vereniging

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, hebben eisers, bestaande uit vier leden van een vereniging, een kort geding aangespannen tegen de vereniging. De eisers vorderen onder andere de schorsing van hun ontzetting uit het lidmaatschap en het behoud van hun stemrecht in de vereniging. De vereniging, opgericht in 1890, heeft recentelijk een pand verkocht en heeft de eisers ontzet uit het lidmaatschap wegens handelen in strijd met de statuten. De eisers stellen dat er sprake is van wanbestuur en dat het bestuur, bestaande uit twee broers, niet voldoet aan de statutaire eisen. Tijdens de zitting op 30 januari 2023 is een tussenvonnis uitgesproken, waarin de vereniging werd geboden een ALV te houden om het ontzettingsbesluit te behandelen. Het eindvonnis, uitgesproken op 23 februari 2023, wijst de vorderingen van de eisers af. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vereniging niet in strijd met de statuten heeft gehandeld en dat de ontzetting van de eisers rechtmatig is. De vorderingen tot schorsing van de besluiten en behoud van stemrecht worden afgewezen, evenals de overige vorderingen van de eisers. De eisers worden in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/728715 / KG ZA 23-51 IHJK/TF
Vonnis in kort geding van 23 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
allen wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 25 januari 2023,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
de vereniging
[gedaagde],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. van der Weijden te Amsterdam.
Eisers zullen hierna gezamenlijk en in enkelvoud [eisers] worden genoemd. De gedaagde zal worden aangeduid als de vereniging.

1.De procedure

1.1.
Ter zitting van 30 januari 2023 heeft [eisers] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en akte vermeerdering eis toegelicht. De vereniging heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben schriftelijke stukken en een pleitnota ingediend. In verband met de spoedeisendheid van de vordering onder VI is op 30 januari 2023 gedeeltelijk de beslissing op dat onderdeel gegeven, in de vorm van een ‘kopstaart tussenvonnis’, waarvan het dictum luidt als volgt:
- gebiedt de vereniging de ALV van 31 januari 2023 te annuleren en binnen veertien dagen een nieuwe ALV te houden waarin alleen het beroep op de ontzetting uit het lidmaatschap van [eisers] wordt behandeld en op dit beroep wordt beslist,
- veroordeelt de vereniging om aan [eisers] een dwangsom te betalen van € 10.000,-- als zij niet aan één of beide geboden onder 5.1 voldoet.
Aan partijen is meegedeeld dat de uitwerking daarvan op 20 februari 2023 zal volgen in het eindvonnis, waarin ook de beslissing op de overige onderdelen van deze vordering en de overige vorderingen wordt gegeven. Na het tussenvonnis heeft mr. Van der Weijden, na afstemming met mr. Loonstein, per e-mail van 17 februari 2023 de voorzieningenrechter een update gegeven van de stand van zaken. Dat zal in de beoordeling aan de orde komen. Aan partijen is bij
e-mail van 20 februari 2023 meegedeeld dat het eindvonnis op 23 februari 2023 zal worden uitgesproken.
1.2.
Ter zitting waren voor zover van belang aanwezig:
aan de kant van [eisers] : [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 4] met mr. H. Loonstein en zijn kantoorgenoot mr. B.Z. Loonstein,
aan de kant van de vereniging: [naam 1] (voorzitter, hierna [naam 1] ), [naam 2] (adviseur) en de heer [naam 3] (adviseur) met mr. Van der Weijden.

2.De feiten

2.1.
De vereniging is op 5 januari 1890 opgericht te Amsterdam. Het doel van de vereniging is het houden van Israëlitische (Joodse) godsdienstoefeningen, ook wel ‘sjoeldiensten’ genoemd. Deze diensten werden tot voor kort gehouden in de synagoge, gevestigd in een pand aan het adres [adres] . Dit pand (hierna: het pand) was vanaf 1967 in eigendom van de vereniging.
2.2.
In de laatstelijk op 17 augustus 2007 gewijzigde statuten van de vereniging staan in artikel 2 onder 2 de overige doelen van de vereniging beschreven. In lid 2 van dit artikel staat dat de vereniging zijn doel (onder andere) tracht te bereiken door het inrichten en onderhouden van een gebedsruimte. Verder staat in de statuten, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
Lidmaatschap
Artikel 4
1. Lid van de vereniging kunnen worden mannelijk Israëlieten, die de leeftijd van achttien (18) jaar hebben bereikt.
2. Leden zijn zij die zich schriftelijk als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als lid zijn toegelaten. Het bestuur beslist in hoogste instantie, bij gewone meerderheid van stemmen over de toekenning van het lidmaatschap. In geval van weigering van het lidmaatschap is het bestuur niet verplicht de reden van weigering op te geven.
(…)
Artikel 5
1. Het lidmaatschap eindigt:
(…)
d. door ontzetting.
(…)
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
(…)
Bestuur
Artikel 8
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie (3), doch telkens een oneven aantal natuurlijke meerderjarige personen, die uit hun midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester aanwijzen.
2. De bestuursleden worden door de algemene ledenvergadering benoemd uit de leden van de vereniging. De algemene ledenvergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
3. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit tot schorsing en ontslag met een meerderheid van twee/derde (2/3de) van de uitgebrachte stemmen.
(…)
5. Jaarlijks treedt één (1) lid van het bestuur af, volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar.
6. Indien het aantal bestuursleden beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.
(…)
Artikel 9
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
2. Het bestuur is, met voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
(…)
Algemene ledenvergaderingen
Artikel 12
1. Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover dan het woord te voeren.
2. Met uitzondering van een geschorst lid heeft ieder lid één stem in de algemene ledenvergadering. (…)
Statutenwijziging
Artikel 16
(…)
3. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene ledenvergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4de) van het aantal uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde (2/3de) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. (…)
(…)
Ontbinding en vereffening
Artikel 17
1. Het bepaalde in artikel 16 leden 1, 2, 3 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene ledenvergadering tot ontbinding van de vereniging.
2. Het batig saldo na vereffening wordt besteed overeenkomstig de doelstelling van de vereniging, of zal ten goede komen aan een andere algemeen nut beogende instelling met en doelstelling die zoveel mogelijk beantwoordt aan de doelstellingen van de vereniging, een en ander als door de vereffenaars te bepalen, voor zover hierin niet reeds bij het besluit tot ontbinding is voorzien.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
(…)”
2.3.
De vereniging wordt al vanaf 1 januari 2009 bestuurd door twee personen: [naam 1] en zijn broer [naam 4] (hierna: [naam 4] ).
2.4.
[eisers] is sinds jaar en dag lid van de vereniging.
2.5.
Op 27 juli 2022 heeft een algemene ledenvergadering (ALV) van de vereniging plaatsgevonden, waarin is ingestemd met de verkoop van het pand.
2.6.
Op 29 juli 2022 heeft het bestuur een ledenlijst van de vereniging aan [eisers] gestuurd waarop de namen van 22 leden staan.
2.7.
In een e-mail van 7 september 2022 heeft [eiser 2] aan het bestuur van de vereniging geschreven, dat besproken onderwerpen in de ALV van 27 juli 2022 in de (concept)notulen ontbreken. Het gaat volgens hem onder andere om de samenstelling van het bestuur en de bestemming van de verkoopopbrengst van het pand voor een nieuwe shul in Amsterdam.
2.8.
Op 15 september 2022 is het pand voor een bedrag van € 2.425.000,00 verkocht. Op 22 september 2022 heeft het bestuur de leden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht.
2.9.
[eisers] heeft in de tussentijd op verschillende manieren getracht zich met de verkoop van het pand te bemoeien en de levering aan de koper tegen te houden.
2.10.
Op 30 december 2022 is het pand geleverd aan de koper. Na aflossing van de hypothecaire lening is het restantbedrag overgemaakt op de rekening van de vereniging.
2.11.
Bij brief van 30 december 2022 heeft het bestuur [eisers] uit het lidmaatschap van de vereniging ontzet vanwege handelen in strijd met de statuten en onredelijke benadeling van de vereniging.
Samengevat verwijt het bestuur [eisers] in de brief dat hij een Din Tora aanhangig heeft gemaakt bij het Beth Din van het Rabbinaat van de Joodse Gemeente te Amsterdam (NIHS, hierna Rabbinaat). Vervolgens heeft het Rabbinaat op zijn verzoek een beslagleggingsbevel uitgevaardigd waarbij het de vereniging werd verboden om enige actie met betrekking tot de verkoop van het pand te ondernemen. Het Beth Din heeft in het kader van de Din Thora geprobeerd de vereniging te dwingen een arbitrageovereenkomst te ondertekenen, waarbij zij onder andere de verkoop van het pand diende te onderwerpen aan het oordeel van het Rabbinaat, dat mogelijk partijdig is.
2.12.
Op 23 januari 2023 heeft het bestuur een online ALV uitgeroepen voor 31 januari 2023. Op de agenda staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
2) Goedkeuring van de notulen van de algemene ledenvergadering van 27 juli 2022
(…)
7) Benoeming bestuurder
8) Het voorstel om de statuten van de vereniging te wijzigen, waarbij de statuten in zijn algemeenheid in lijn zullen worden gebracht met de huidige regelgeving en wetgeving daartoe, waarbij specifiek (onder meer) de volgende zaken zullen worden aangepast:
a. Een tegenstrijdig belang regeling voor de bestuursleden zal in de statuten worden opgenomen
b. Een ontstentenis en belet regeling voor de bestuursleden zal in de statuten worden opgenomen
c. De bepalingen ten aanzien van de jaarrekening en het bestuursverslag zullen in lijn worden gebracht met de huidige wetgeving en
d. Er zal een mogelijkheid in de statuten worden opgenomen waarbij de leden van de vereniging elektronisch een stem kunnen uitbrengen voorafgaand aan de algemene ledenvergadering
(…)”
2.13.
Bij e-mails van 27 januari 2023 heeft [eisers] bezwaar gemaakt tegen zijn ontzetting uit het lidmaatschap.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert – samengevat na eisvermeerdering – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad op straffe van dwangsom:
I. (het bestuur van) de vereniging te verbieden uitvoering te geven aan de ontzettings- en schorsingsbesluiten van 30 december 2022 en deze besluiten te schorsen totdat in een bodemprocedure over de geldigheid van de besluiten is beslist;
II. (het bestuur van) de vereniging te bevelen om te gehengen en te gedogen dat [eisers] hun volledige rechten als leden, daaronder begrepen hun stemrecht kunnen uitoefenen op de algemene ledenvergaderingen van de vereniging;
III. (het bestuur van) de vereniging te verbieden de ontvangen koopsom van het pand voor iets anders aan te wenden dan het inrichten/exploiteren van een nieuwe (tijdelijke) synagoge in Amsterdam, althans te verbieden de gelden te besteden totdat over de geldigheid van de besluitvorming omtrent de verkoop en de besteding van gelden is beslist;
IV. (het bestuur van) de vereniging te gebieden om aan [eisers] te verstrekken een actuele ledenlijst (waaronder begrepen een lijst met namen, telefoonnummers, bewijs betaling contributies, bewijs van inschrijving dan wel uitschrijving);
V. de huidige twee (fungerende) bestuurders te schorsen totdat er op een ALV een nieuw bestuur, bestaande uit (tenminste) drie bestuurders is benoemd, tussen wie geen bloed- of aanverwantschap bestaat tot in de tweede graad, althans een andere voorlopige voorziening te treffen;
VI. (het bestuur van) de vereniging te gebieden de ALV van 31 januari 2023 te annuleren en/of te verbieden een ALV bijeen te roepen en/of te houden, zolang niet is voldaan aan het hiervoor onder IV gevorderde en de vereniging te gebieden eerst een ALV bijeen te roepen met als enige agendapunt het benoemen van een nieuw bestuur, alsook te bepalen dat een volgende ALV niet eerder kan plaatsvinden dan 14 dagen nadat er een nieuw bestuur conform sub V is benoemd, althans een andere voorlopige voorziening te treffen;
VII. (het bestuur van) de vereniging te verbieden de (concept) notulen van 27 juli 2022 op een ALV in stemming te brengen;
VIII. (het bestuur van) de vereniging te bevelen een onafhankelijke notaris aan te wijzen, althans dat de voorzieningenrechter een notaris aanwijst, die op basis van de in de geluidsopnamen van de ALV van 27 juli 2022 die concept notulen samenstelt, die op een volgende ALV ter goedkeuring kunnen worden aangeboden.
3.2.
[eisers] stelt het volgende.
Er is al geruime tijd sprake van onbehoorlijk bestuur, althans wanbestuur. Het bestuur bestaat immers maar uit twee leden die broers van elkaar zijn, terwijl de statuten voorschrijven dat het bestuur uit drie bestuursleden moet bestaan. Alle bestuursbesluiten zijn dus nietig/vernietigbaar. Verder heeft het bestuur al ruim 10 jaar geen contributie geïnd van (een deel van) de leden, waardoor de vereniging in de problemen kwam in verband met de terugbetaling van een geldlening en het pand moest worden verkocht. Voorts weigert het bestuur al jarenlang vaste bezoekers als nieuwe leden te accepteren, terwijl familieleden en vrienden van de bestuursleden wel als nieuwe leden zijn toegelaten. Tot slot houdt het bestuur geen ledenadministratie bij en informeert het bestuur de leden onvoldoende. Ook zijn de (concept) notulen van 27 juli 2022 onvolledig en is de opgenomen stemmingsuitslag valselijk. Er is een geluidsopname van deze vergadering waaruit dat blijkt.
3.3.
[eisers] stelt voorts dat hij de afgelopen maanden openheid van zaken probeert te krijgen over met name de verkoop van het pand. Het bestuur weigert echter informatie hierover te verstrekken. [eisers] vreest dat het bestuur de verkoopopbrengst gaat besteden op een wijze die in strijd is met de statuten. [eisers] heeft zich voor bemiddeling gewend tot het Rabbinaat. Het bestuur heeft echter oproepen voor dit rabbinale college genegeerd. Sterker nog hij heeft [eisers] ontzet/geschorst als lid van de vereniging. Dit besluit is echter ongeldig, althans nietig/vernietigbaar. Deze ontzetting heeft vermoedelijk te maken met de plannen van het bestuur om zijn invloed binnen de vereniging te vergroten. Dit met het idee om de statuten te kunnen wijzigen om de verkoopopbrengst van het pand te besteden aan een ander doel dan waarvoor deze is bestemd. Op 31 januari 2023 staat een ALV gepland en van belang is dat [eisers] daar zijn stemrecht kan uitoefenen. Het gewraakte ontzettingsbesluit mag niet worden uitgevoerd, omdat aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel komt dat dit besluit nietig is op grond van artikel 2:14 BW en/of artikel 2:15 BW. Het doorlopen van de beroepsprocedure ex artikel 5 sub 4 van de statuten tegen het ontzettingsbesluit op een ALV is zinloos, omdat een meerderheid van de leden bestaat uit familieleden van het bestuur. Uit de ledenlijst volgt dat de familie [familienaam] met acht leden (waaronder [naam vader] met zeven zonen) oververtegenwoordigd is. Verder staan er twee schoonzonen van [naam vader] op de lijst. Bijna alle leden wonen bovendien in het buitenland en zijn niet (meer) actief binnen de vereniging. Andere leden werden niet of nauwelijks toegelaten. Ook overigens heeft [eisers] belang bij ordemaatregelen, met name de maatregel met betrekking tot het vermogen van de vereniging (bestaande uit de verkoopopbrengst van het pand). Met de verkoop van het pand is het voortbestaan van de vereniging op de tocht komen te staan. In feite houdt die op te bestaan en onduidelijk is wat er nu gaat gebeuren.
3.4.
De vereniging voert – samengevat – het volgende verweer.
[eisers] wil de verkoop en levering van het pand terugdraaien, dan wel grip krijgen op het bedrag van € 2 miljoen aan overwaarde. De vereniging sluit niet uit dat een andere Joodse vereniging claimt aanspraak te kunnen maken op het geld. Jarenlang heeft [eisers] geen punt gemaakt van de samenstelling van het bestuur en het ledenbestand. [eisers] probeert het bestuur nu ten onrechte op een zijspoor te zetten om met een eigen bestuur en leden te beslissen over het geldbedrag.
De vereniging had geen andere keuze dan het pand te verkopen. Er was sprake van een structureel exploitatietekort en de hypotheekhouder dreigde tot executoriale verkoop over te gaan. De leden hebben op de ALV van 27 juli 2022 unaniem vóór verkoop gestemd. Ook drie van de vier eisers. Er is dus zorgvuldig gehandeld.
De ontzetting van [eisers] was terecht, omdat hij de levering van het pand aan de koper trachtte te frustreren. Verder heeft hij langs religieuze wegen druk uitgeoefend op het bestuur. Daardoor heeft hij het democratisch proces binnen de vereniging ernstig ondermijnd en de vereniging op onredelijke wijze benadeeld. De vele verwijten van [eisers] worden betwist, dan wel betreffen omstandigheden waarover door geen van de leden ooit een punt is gemaakt. Tot slot is [eisers] niet ontvankelijk in zijn vordering omdat de behandeling van het beroep tegen de ontzetting nog moet plaatsvinden.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna voor zover van belang nader op ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De situatie binnen de vereniging is – samengevat – dat [eisers] als leden zijn ontzet en de vereniging zich moet buigen over wat er met de verkoopopbrengst van het pand moet gebeuren en voor het overige orde op zaken moet stellen. [eisers] heeft er geen vertrouwen in dat het huidige bestuur (en de leden) dat op een eerlijke wijze zal doen en vordert vooruitlopend op de bodemprocedure ordemaatregelen. Eerst zal aan de orde komen of er reden is om het bestuur te schorsen en daarna of [eisers] zijn positie moet behouden.
Op de vorderingen zal hierna, inhoudelijk worden ingegaan.
4.2.
Het bestuur van de vereniging bestaat – in afwijking van artikel 8 lid 1 van de statuten – al 14 jaar uit twee bestuursleden, die bovendien broers van elkaar zijn. [eisers] heeft (samen met de andere leden van de vereniging) deze situatie jarenlang gedoogd en hierover pas medio vorig jaar aan de bel getrokken. Dat gebeurde nadat het bestuur in zijn visie onaanvaardbaar handelde in verband met de verkoop van het pand en opeenvolgende onrechtmatige besluiten nam. Volgens [eisers] heeft hij in de ALV van 27 juli 2022 daarover vragen gesteld. Voorop staat dat op grond van artikel 8 lid 6 van de statuten het bestuur bevoegd blijft indien het aantal bestuursleden beneden het vermelde minimum is gedaald. Wel moet de vacature zo spoedig mogelijk worden vervuld. Dat laatste is niet gebeurd. In de statuten is geen sanctie opgenomen voor het geval die verplichting niet wordt nagekomen. Ook blijkt niet dat de zittende bestuursleden (jaarlijks) zijn herbenoemd of opnieuw gekozen. De statuten bepalen echter niet dat in dat geval het bestuurslidmaatschap eindigt. In artikel 8 lid 6 van de statuten staat dat in dat geval het bestuur niettemin bevoegd blijft om besluiten te nemen. De gewraakte besluiten die de afgelopen maanden zijn genomen, zijn dan ook niet, zoals [eisers] stelt, nietig omdat het bestuur uit slechts twee leden bestaat. Ook de omstandigheid dat de thans zittende bestuursleden (in strijd met artikel 8 lid 5 van de statuten) niet jaarlijks zijn afgetreden of dat sprake zou zijn van een ongeldige benoeming van één van de bestuursleden – zoals [eisers] heeft aangevoerd – betekent niet dat al die jaren sprake is geweest van nietige besluiten. Dit geldt ook voor de omstandigheid dat de twee bestuursleden broers zijn. De statuten bepalen niets over al dan niet toegestane familiale banden tussen bestuursleden. Overigens hebben de leden dit jarenlang gedoogd. Verder heeft de vereniging onbetwist gesteld dat door de jaren heen steeds weinig animo bij de leden bestond om de functie van bestuurder te vervullen. Op een oproep in juli 2022 tot het stellen van kandidaten voor het bestuur is geen enkele reactie gekomen, aldus de vereniging.
4.3.
Gelet op het voorgaande kan in dit kort geding niet worden geoordeeld dat het huidige bestuur zich enkel op grond van zijn samenstelling schuldig maakt aan onbehoorlijk bestuur en belangenverstrengeling. Ook voor het overige zijn onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die leiden tot het oordeel dat sprake is van wanbestuur. De vereniging heeft expliciet betwist dat zij al 10 jaar lang geen contributie int en dat dat de oorzaak is geweest van de problemen die hebben geleid tot de verkoop van het pand. [eisers] heeft bovendien verklaard dat hij de verkoop van het pand niet wil terugdraaien. Er bestaat geen grond om vooruitlopend op het oordeel van de bodemrechter het bestuur te schorsen. De vordering onder V zal daarom worden afgewezen.
4.4.
[eisers] vordert onder I en II om in afwachting van de uitkomst in de bodemprocedure omtrent de rechtsgeldigheid van de ontzettingsbesluiten het lidmaatschap van [eisers] in stand te laten.
4.5.
Op basis van artikel 5 sub 4 van de statuten is het ontzette lid van de vereniging bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de ALV. Op 30 januari 2023 had deze ALV nog niet plaatsgevonden. De vereniging is dan ook bij tussenvonnis van die datum geboden deze vergadering alsnog te laten plaatsvinden, zodat andere leden van de vereniging konden stemmen over het al dan niet terechte besluit van het bestuur om [eisers] uit de vereniging te zetten. Dat deze beroepsprocedure, zoals [eisers] stelt, bij voorbaat al zinloos is, kan niet worden vastgesteld en voor het afwijken van de statuten bestaat geen grond. In dit stadium kan niet worden vastgesteld dat er in deze zaak sprake is onbehoorlijk bestuur of belangenverstrengeling binnen de vereniging. De standpunten van partijen hierover staan lijnrecht tegenover elkaar en vergen nader onderzoek. Wel staat vast dat de vergadering waarin het ontzettingsberoep zou worden behandeld, diende plaats te vinden voor de ALV van 31 januari 2023. De vereniging is dan ook geboden deze vergadering van 31 januari 2023 te annuleren. De vordering onder VI is in die zin (bij kopstaart vonnis van 30 januari 2023) toegewezen. Op 17 februari 2023 heeft de advocaat van de vereniging, met instemming van de advocaat van [eisers] , aan de voorzieningenrechter bericht dat op 13 februari 2023 deze vergadering heeft plaatsgevonden en het ontzettingsbesluit in stand is gebleven.
4.6.
Gelet op deze uitkomst en nu niet kan worden vastgesteld dat de ontzettingsbesluiten nietig/vernietigbaar dan wel onrechtmatig waren is er geen grond om te verbieden die uit te voeren en [eisers] hun stemrecht te laten behouden. De vorderingen onder I en II worden daarom eveneens afgewezen.
4.7.
Het is de vraag of [eisers] bij de overige vorderingen nog belang heeft, nu in de ALV is besloten het ontzettingsbesluit in stand te laten. Nu hij kennelijk van plan is in een bodemprocedure de rechtsgeldigheid van deze besluiten aan te vechten, ziet de voorzieningenrechter aanleiding desalniettemin de vorderingen te beoordelen.
4.8.
[eisers] stelt dat met de verkoop van het pand de vereniging in feite is opgehouden te bestaan. Hij vreest dat de vereniging van plan is de opbrengst van het pand weg te sluizen naar Israël. Hij wijst er op dat de vereniging met het oog daarop productie 22, de notulen van de ALV van 30 september 1967 heeft overgelegd, met daarin het besluit dat bij liquidatie het vermogen van de vereniging wordt overgebracht naar Israël.
4.9.
Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat het bestuur en de leden bezig zijn met de liquidatie van de vereniging. In de ALV van 31 januari 2023 stonden geen onderwerpen geagendeerd die daarop wijzen. De voorzitter heeft ter zitting te kennen gegeven dat daarvoor geen plannen bestaan en dat de vereniging met hulp van een makelaar op zoek is naar een nieuwe ruimte in Amsterdam of omstreken voor het houden van godsdienstuitoefeningen en daarover een verkennend gesprek heeft gevoerd met de gemeente.
Bij vereffening van de vereniging zal het batig saldo overeenkomstig de doelstelling van de vereniging moeten worden besteed. De statuten zijn duidelijk over wat er na vereffening met het batig saldo moet gebeuren en een bepaling dat het vermogen bij liquidatie naar Israël wordt overgebracht komt daarin niet voor. De vordering onder III zal worden afgewezen.
4.10.
Ook vordering IV zal – voor zover die verder strekt dan hetgeen bij het kopstaart vonnis op 30 januari 2023 is bepaald - worden afgewezen. [eisers] had zwaarwegend belang bij duidelijkheid omtrent de status als leden van de vereniging, alvorens er nieuwe besluiten aan de ALV zouden worden voorgelegd. De vereniging heeft daartegen onvoldoende verweer gevoerd, reden waarom er een voorziening is getroffen. Die duidelijkheid heeft [eisers] inmiddels – na uitvoering van het kopstaart vonnis en de daarop gevolgde ALV - verkregen. [eisers] heeft geen belang bij toewijzing van de overige onderdelen van deze vordering. Als productie 4 heeft [eisers] een ledenlijst overgelegd. Er zijn geen gemotiveerd onderbouwde aanwijzingen dat deze onjuist is. Er zijn nu nog 18 leden over.
4.11.
Er bestaat geen aanleiding om de vereniging te gebieden een ALV bijeen te roepen met als enige agendapunt het benoemen van een nieuw bestuur. De samenstelling van het bestuur stond bovendien al op de agenda van de ALV die aanvankelijk was gepland op 31 januari 2023. Verder is de ledenlijst al afdoende verstrekt (zie onder 4.10) Het gevorderde onder VI wordt dan ook - alleen al daarom -afgewezen.
4.12.
[eisers] stelt dat hij in de ALV van 27 juli 2022 onderwerpen aan de orde heeft gesteld die in de (concept) notulen van die vergadering ontbreken. Het hoort vooralsnog in de ALV thuis om de (concept)notulen te bespreken. Dat [eisers] nu niet meer welkom is op de vergadering maakt dit niet anders. De vorderingen onder VII en VIII worden afgewezen.
4.13.
Nu de vorderingen van [eisers] voor het merendeel worden afgewezen, zal hij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen, voor zover daarop bij kopstaart vonnis van 30 januari 2023 niet anders is beslist;
5.2.
veroordeelt [eisers] in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van de vereniging begroot op:
– € 676,00 aan griffierecht en
– € 1.079,00 aan salaris advocaat,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2023. [1]

Voetnoten

1.type: GHF