In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Marwijmo Vastgoed B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiser, Marwijmo, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat de huurder zich schuldig zou hebben gemaakt aan illegale onderverhuur. De huurder betwistte deze beschuldiging en stelde dat hij altijd met huisgenoten heeft samengewoond met toestemming van de verhuurder. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 januari 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de huurovereenkomst en de communicatie tussen partijen. De rechter concludeerde dat de huurder niet in strijd handelde met het verbod op onderverhuur, omdat er voldoende bewijs was dat hij toestemming had voor het samenwonen met huisgenoten. Daarom werd de vordering van Marwijmo afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van de huurder.