ECLI:NL:RBAMS:2023:1412
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen en proceskostenveroordeling
Op 8 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen [eiser] en [gedaagde]. De eiser vorderde schadevergoeding van de gedaagde wegens onrechtmatig handelen, specifiek omdat de gedaagde niet naar behoren meewerkte aan de verdeling van een gemeenschap. De eiser stelde dat dit heeft geleid tot extra procedures en proceskosten, die slechts gedeeltelijk zijn toegewezen in eerdere zaken. De gedaagde betwistte de onrechtmatigheid van haar handelen en beroept zich op gezag van gewijsde met betrekking tot eerdere proceskostenveroordelingen.
De rechtbank heeft de vordering van de eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat de eiser in eerdere procedures de mogelijkheid had om een volledige proceskostenveroordeling te vragen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank benadrukte dat alleen de rechter die de zaak heeft behandeld kan oordelen over de vraag of er onrechtmatig is geprocedeerd. Daarnaast heeft de eiser geen concrete schade aangetoond die buiten de eerdere procedures is ontstaan, waardoor er geen reden was om de zaak door te verwijzen naar een schadestaatprocedure.
De rechtbank heeft de eiser veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn vastgesteld op € 1.500,00. Tevens zijn de nakosten toegewezen, met een specificatie van de kosten die de eiser moet vergoeden. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de kosten kan vorderen zonder dat de eiser eerst in hoger beroep kan gaan.