ECLI:NL:RBAMS:2023:1412

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
C/13/728576 / HA ZA 23-75
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen en proceskostenveroordeling

Op 8 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen [eiser] en [gedaagde]. De eiser vorderde schadevergoeding van de gedaagde wegens onrechtmatig handelen, specifiek omdat de gedaagde niet naar behoren meewerkte aan de verdeling van een gemeenschap. De eiser stelde dat dit heeft geleid tot extra procedures en proceskosten, die slechts gedeeltelijk zijn toegewezen in eerdere zaken. De gedaagde betwistte de onrechtmatigheid van haar handelen en beroept zich op gezag van gewijsde met betrekking tot eerdere proceskostenveroordelingen.

De rechtbank heeft de vordering van de eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat de eiser in eerdere procedures de mogelijkheid had om een volledige proceskostenveroordeling te vragen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank benadrukte dat alleen de rechter die de zaak heeft behandeld kan oordelen over de vraag of er onrechtmatig is geprocedeerd. Daarnaast heeft de eiser geen concrete schade aangetoond die buiten de eerdere procedures is ontstaan, waardoor er geen reden was om de zaak door te verwijzen naar een schadestaatprocedure.

De rechtbank heeft de eiser veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn vastgesteld op € 1.500,00. Tevens zijn de nakosten toegewezen, met een specificatie van de kosten die de eiser moet vergoeden. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de kosten kan vorderen zonder dat de eiser eerst in hoger beroep kan gaan.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/728576 / HA ZA 23-75
(voorheen zaaknummer / rolnummer C/13/695540 HA ZA 21-16 en zaaknummer / rolnummer: C/13/709913 / HA ZA 21-1004)
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 8 maart 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Ossentjuk te Leiden.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.
Tegenwoordig zijn mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, en mr. A. Chu, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- [eiser] ,
- mr. Loonstein, voornoemd,
- [gedaagde] ,
- mr. Ossentjuk, voornoemd.
In deze zaak heeft vandaag een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarvan afzonderlijk proces verbaal wordt opgemaakt. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p, derde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt.
De rechter doet de volgende uitspraak.

1.De beoordeling

1.1.
In deze procedure wordt schadevergoeding gevorderd wegens het gestelde onrechtmatig handelen van [gedaagde] , te weten dat zij niet naar behoren meewerkt aan de verdeling van de tussen partijen te verdelen gemeenschap. Gesteld wordt dat hierdoor procedures nodig zijn geweest waarbij proceskosten zijn gemaakt die slechts gedeeltelijk in de genoemde procedures zijn toegewezen. Ook is gesteld dat er overige schade is ontstaan door dit niet naar behoren meewerken. De gestelde schade is onderbouwd door te wijzen op ten onrechte gemaakte proceskosten. Concrete andere schadeposten zijn niet gesteld.
1.2.
[gedaagde] betwist dat zij op onrechtmatige wijze heeft geprocedeerd en zij beroept zich op gezag van gewijsde met betrekking tot de in de procedures uitgesproken proceskostenveroordelingen.
1.3.
De rechtbank zal de vordering afwijzen, omdat het beroep op gezag van gewijsde slaagt. [eiser] had de kans in elk van de procedures een volledige proceskostenveroordeling te vragen en heeft dit niet gedaan. De beslissing over de proceskostenveroordeling kan ook niet achteraf op basis van onrechtmatige daad worden gewijzigd. Alleen de rechter die de zaak heeft behandeld, kan oordelen over de vraag of er onrechtmatig geprocedeerd is en zo ja, of dit grond is voor een volledige proceskostenveroordeling.
1.4.
Voor zover [eiser] stelt dat ook buiten de genoemde procedures onrechtmatig is gehandeld door niet mee te werken aan de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, geldt dat [eiser] geen concreet daardoor veroorzaakte schade heeft gesteld. Die schade is dus ook niet aannemelijk geworden zodat er ook op die grond geen reden is voor verwijzing naar de schadestaatprocedure.
1.5.
[eiser] zal in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
304,00
- salaris advocaat
1.196,00
(2,00 punten × € 598,00)
Totaal
1.500,00
1.6.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
2.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.500,00,
2.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
2.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.