ECLI:NL:RBAMS:2023:1417

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
C/13/716686 / HA ZA 22-335
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke geschil over dekking van brandschade in een cafetaria en de gevolgen van het niet naleven van de schoonmaakclausule

In deze zaak vordert de eiser, een eenmanszaak die een lunchroom exploiteert, dat de verzekeraar, Accelerant Insurance Limited, wordt veroordeeld tot betaling van € 87.051,97 wegens schade door een brand die op 2 oktober 2020 in zijn lunchroom heeft plaatsgevonden. De brand ontstond door een vlam in de pan en leidde tot aanzienlijke schade. De verzekeraar heeft dekking geweigerd op basis van de 'Frituren, Bakken en Koken' clausule in de polisvoorwaarden, die vereist dat de afzuiginstallatie en bijbehorende motoren minimaal elke 12 maanden door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf moeten worden schoongemaakt. De eiser stelt dat de schade niet is veroorzaakt of vergroot door het niet naleven van deze clausule, en heeft rapporten van twee experts, Efectis en NLOI, overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft voldaan aan de schoonmaakverplichting, maar dat hij moet bewijzen dat de schade niet is vergroot door de vervuiling in de afzuiginstallatie. De rechtbank concludeert dat de eiser hierin niet is geslaagd. De rapporten van de experts bieden geen overtuigend bewijs dat de schade niet is vergroot door de aanwezige vervuiling. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten van de verzekeraar, die zijn vastgesteld op € 5.065,00. De beslissing is genomen op 11 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/716686 / HA ZA 22-335
Vonnis van 11 januari 2023
in de zaak van
[eiser]
te [woonplaats] ,
eisende partij,
advocaat: mr. J.G.M. Daemen te Brunssum,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ACCELERANT INSURANCE LIMITED,
gevestigd te Malta,
gedaagde partij,
advocaat: mr. J.H. Duyvensz te Amsterdam.
Partijen worden hierna [eiser] en de verzekeraar genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 april 2022 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 24 augustus 2022,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 december 2022,
- de brief van de verzekeraar van 22 december 2022 met opmerkingen op het proces-verbaal,
- het bezwaar van [eiser] van 22 december 2022 tegen de brief van de verzekeraar, met het verzoek om de brief niet op te nemen in het dossier en terug te sturen naar de verzekeraar.
Het laatste verzoek van [eiser] wordt afgewezen. Zowel de brief van de verzekeraar als het bezwaar van [eiser] zijn bij het proces-verbaal gevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] exploiteert als eenmanszaak Lunchroom [bedrijf] (hierna: de lunchroom) te [woonplaats] .
2.2.
In 2015 heeft [eiser] via assurantietussenpersoon Westenburg een verzekering voor zijn lunchroom afgesloten bij (onder meer) de verzekeraar onder de titel “totaalpakket voor ondernemers”. De verzekering wordt jaarlijks automatisch met een jaar verlengd.
2.3.
Op 2 oktober 2020 woedde er een brand in de keuken van de lunchroom door een vlam in de pan. Daardoor is schade ontstaan. Dit is beschreven in een onderzoeksrapport van 7 oktober 2020, zoals hierna (gedeeltelijk) weergegeven in randnummer 2.6.
2.4.
In de op 2 oktober 2020 geldende polisvoorwaarden Voorwaarden Totaalpakket voor ondernemers, ‘TVO 07-2020’, staat onder meer:
“Indien in geval van schade blijkt, dat niet aan de onderstaande clausule(s), speciale conditie(s) en/of uitsluitingen is voldaan vervalt alle recht op schadevergoeding, tenzij u bewijst dat de schade hierdoor niet veroorzaakt of vergroot werd. (…)
Frituren, Bakken en Koken clausule:
Deze verzekering is geaccepteerd onder de expliciete voorwaarden dat indien er gefrituurd, gebakken of gekookt wordt binnen het gebouw: (...)
Ten aanzien van de afzuiginstallatie en bijbehorende motoren (…)
m) de gehele lengte van alle schoorstenen en extractiebuizen met extractiemotoren en ventilatoren, moeten minimaal elke 12 maanden worden gereinigd door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf* of een kortere periode als de vervuiling daar aanleiding voor geeft of het reinigingsbedrijf dit adviseert.”
2.5.
Op 5 oktober 2020 heeft de schadebehandelaar van de verzekeraar, Sedgwick Nederland B.V., de lunchroom bezocht. In haar rapport van 7 oktober 2020 staat onder meer:
“Volgens opgave van de heer [eiser] had hij enkele minuten voorafgaand aan de brand een pan met zonnebloemolie op de gasgestookte kookplaat gezet en is hij vervolgens naar het toilet gegaan. (…) Door oververhitting is vlam in de pan ontstaan en is een kunststof tl-balk, die in de afzuigkap was gemonteerd, gaan branden.”
2.6.
In opdracht van de schadebehandelaar heeft de heer C.C.M. van der Zande op 7 oktober 2020 namens onderzoeksbureau I-TEK de lunchroom bezocht voor technisch onderzoek. In het rapport van 14 oktober 2020 staat over de schade, de plaats van het ontstaan van de brand en de oorzaak van de brand onder meer:
“3.2 Brandonderzoek
(…) Aan de hand van de sporen kan nog worden vastgesteld dat de brand met name op het gasfornuis woedde en wel aan de linkerzijde (zijde frituurpannen). De afzuigkap boven het gasfornuis was plaatselijk door vuur en hitte aangetast. (…) In het gedeelte boven het verlaagde plafond waren elektrische leidingen nabij het afzuigkanaal, dat onder het plafond naar de achtergevel werd geleid, door hitte aangetast. [foto] In de keuken ontstond verder forse rook- en roetschade. Ook in het restaurantgedeelte ontstond de nodige rook- en roetschade. Het afzuigkanaal was door de achtergevel geleid. In de ruimte achter de lunchroom, met daarin de wenteltrap (zie eerdere situatieschets), hing de afzuigmotor. Die was zwaar door vuur en hitte aangetast en geheel vernietigd
.Het afgaande deel van het afzuigkanaal was ter hoogte van de aansluiting op de motor plaatselijk (door het vuur) vernietigd. Daardoor konden rook en hitte uit de afzuiging ontsnappen waardoor in de traphal de nodige rook-, roet- en hitteschade ontstond. [foto] Het afzuigkanaal was vanaf de motor horizontaal naar de wenteltrap geleid om vervolgens verticaal naast de trap naar het dak te worden geleid. Op de hoek van het gebouw was het kanaal door het dak geleid. Dat deel van het kanaal werd niet of nauwelijks door vuur en hitte aangetast. (…)
3.4
Oorzaakonderzoek
(…) Gelet op de aangetroffen sporen en het brandbeeld is het aannemelijk dat de oorzaak van de brand een vlam in de pan was. (…)
3.6
Resumé technisch onderzoek
(…) Het vuur kon zich in het afzuigkanaal (beperkt) uitbreiden. Gelet op de aantasting van de afzuigmotor en de directe omgeving daarvan was in de behuizing van die motor sprake van de nodige (brandbare) vervuiling ten tijde van het ontstaan van de brand. (…)
4.3
Samenvatting verklaringen
(…) Hij [
[eiser] , toevoeging rechtbank] verklaarde dat begin september 2020 de heer [naam] van het bedrijf MN Gastro Service in de lunchroom was geweest waarbij die onderhoud pleegde aan de keukenapparatuur. Bij die gelegenheid zou hij ook het afzuigkanaal hebben gecontroleerd op aanwezige vervuiling. Hij vond het echter te weinig om het kanaal te (laten) reinigen.”
2.7.
Bij e-mail van 13 november 2020 heeft de schadebehandelaar namens de verzekeraar geweigerd dekking te verlenen voor de schade, omdat niet was voldaan aan de ‘Frituren, Bakken en Koken’ clausule die voorschrijft dat de schoorstenen en extractiebuizen met extractiemotoren en ventilatoren elke 12 maanden door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf moeten worden schoongemaakt (zie hiervoor onder 2.4).
2.8.
[eiser] heeft brandexpert Efectis Nederland B.V. (hierna: Efectis) opdracht gegeven een second opinion af te geven. In haar rapport van 11 december 2020 staat onder meer:
“Het doel van de second opinion is om vast te stellen of de schade in het kanaal, de ventilatorunit en de naastgelegen ruimte is ontstaan als gevolg van vervuiling in de kanalen. (…)
Analyse
Ervan uitgaande dat de brand ontstaan is als gevolg van een vlam in de pan is het aannemelijk dat de vlammen door de afzuiginstallatie het kanaal ingetrokken zijn. (…) Uit foto 12 van het I-TEK rapport blijkt dat een deel van het kanaal nog onaangetast was. Dit deel van het kanaal bevindt zich in de buitenlucht en is daardoor het meest koele deel van het kanaal. Vervuiling ontstaat eerst en meest in het koele deel van het kanaal, omdat door afkoeling de vetdampen op deze plaats kunnen condenseren. I-TEK had op deze plaats waarschijnlijk de mate van vervuiling vast kunnen stellen.
De omvang van de schade is niet alleen te verklaren op basis van de in het kanaal en de ventilatorunit aanwezige vuurbelasting (vervuiling). De ventilatiestroom speelt een grote rol. Door de ventilatie wordt veel lucht het kanaal in getrokken, zodat sprake is van een efficiënte verbranding en daardoor van hoge temperaturen en grote schade aan de ventilatorunit.
Op foto 11 uit het rapport van I-TEK is zichtbaar dat de brandschade niet alleen ontstaan is als gevolg van een brand in de ventilatorunit. Op de muur en de stalen bevestigingsbeugel van de ventilatorunit zijn brandsporen zichtbaar die alleen verklaard kunnen worden door een brand onder de unit. Uit de tekening in figuur 6 van dit rapport blijkt dat onder de ventilatorunit naast papierrollen onder andere 5 liter desinfectiemiddel aanwezig was. (…) De materialen onder de ventilatorunit kunnen ontstoken zijn door brandend vallende delen van de ventilatorunit. (…) Gezien het schadepatroon op de muur onder de ventilatorunit is het niet uit te sluiten dat de handgel op enig moment bij de brand betrokken is geraakt en een groot deel van de schade aan de ventilatorunit en de omgeving daarvan kan verklaren. [foto]
Niet de aanwezigheid van vervuiling, maar de mate van vervuiling in een kanaal is relevant. Er is immers altijd sprake van vervuiling met uitzondering van het moment waarop de afzuiginstallatie net gereinigd is. Direct nadat de eerste keer gebruikt gemaakt is van de afzuiginstallatie zal vervuiling optreden. De vervuiling in een afzuiginstallatie is afhankelijk van de duur en de intensiteit van het gebruik. Door de heer [eiser] werd aangegeven dat er weinig gebruikt gemaakt werd van olie om te frituren. Daarnaast werd door een monteur vastgesteld dat de mate van vervuiling zodanig was dat reiniging nog niet nodig werd geacht.
(…) Verder heeft I-TEK niet verklaard waarom de rest van het kanaal niet beschadigd is geraakt terwijl daar de grootste mate van vervuiling te verwachten was.”
2.9.
[eiser] heeft ook het Nederlands Onderzoeks Instituut NLOI B.V. (hierna: NLOI) opdracht gegeven een second opinion af te geven. NLOI heeft zich gericht op de vraag of [eiser] zich succesvol op de bewijsmogelijkheid kan beroepen die (onder meer) de Frituren, Bakken en Koken clausule hem biedt. NLOI heeft in haar rapport van 14 december 2020 geschreven dat het niet aannemelijk is dat er in de periode tussen de inspectie van de heer [naam] in september 2020 (waarbij hij heeft geconstateerd dat er geen reden was om de buizen te reinigen) en de brand, ‘aanzienlijke vervuiling’ in de buizen is ontstaan. Verder heeft NLOI op basis van het rapport van Efectis de conclusie getrokken dat er geen relatie mag worden gelegd tussen de mate van vernietiging van de behuizing van de afzuigmotor en eventuele vervuiling. Als eindconclusie heeft NLOI geschreven:
“Op grond van onze bevindingen kan verzekerde/opdrachtgever een beroep doen op de mogelijkheid die de clausule hem biedt. In onze ogen is opdrachtgever erin geslaagd te bewijzen dat (…) het niet nakomen van een verplichting oorzaak is geweest van de schade dan wel dat die schade daardoor is vergroot (Frituren/Koken clausule).
In onze ogen is deze schade daarom onterecht afgewezen door (…) verzekeraars.”
2.10.
De assurantietussenpersoon van [eiser] heeft de rapporten van Efectis en NLOI naar de schadebehandelaar gestuurd. Op 11 januari 2021 heeft de schadebehandelaar namens de verzekeraar opnieuw dekking geweigerd.
2.11.
Partijen hebben (via hun advocaat) daarna verder gecorrespondeerd over de dekking onder de verzekering. In dat kader heeft de verzekeraar opdracht gegeven aan I-TEK om twee aanvullende vragen van [eiser] te beantwoorden. In het aanvullende rapport van I-TEK van 15 maart 2021 staat daarover onder meer:
“1) Kan Sedgwick een verklaring geven voor het ontbreken van schade aan een deel van de installatie en kan er zo nodig nog een onderzoek worden gedaan naar de mate van vervuiling in het onaangetaste deel van het kanaal, waar de grootste mate van vervuiling verwacht mag worden? (…)
2) Kan Sedgwick bij haar onderzoek betrekken de vuurbelasting van de tijdens de brand onder de ventilatie-unit bevindende papierrollen en brandgevaarlijk desinfectiemiddel en daaraan gekoppeld de vraag of deze vuurbelasting de aantasting van de afzuigmotor en de directe omgeving daarvan kan hebben vervuild?
Als antwoord op deze vragen kunnen wij u thans het volgende berichten.
1)
Tijdens het ter plaatse ingestelde onderzoek kon de afzuiginstallatie redelijk worden beoordeeld. Dit in ieder geval voor wat betreft de afzuigkap in de keuken, de afzuigmotor in het trappenhuis achter de lunchroom en een deel van de afzuigbuis in het trappenhuis. In de afzuigkap is geen vervuiling aangetroffen, maardat deel van de afzuiginstallatie was goed toegankelijk en werd naar verwachting dan ook regelmatig gereinigd en was mogelijk deels schoongebrand. (…) Ter hoogte van de dakdoorvoer in het trappenhuis was een opening in de afzuigbuis gemaakt, kennelijk door de brandweer bij het blussen van de brand. Via dat gat kon in het bovenste deel van de buis worden gekeken en is geconstateerd dat daar nauwelijks vervuiling aanwezig was en/of verbanding van aanslag plaatsvond. [foto] Kennis en ervaring leren dat vettige dampen, die bij het bereiden van voedsel vrijkomen, vooral aan het begin van een afzuigkanaal zullen neerslaan. Dit vooral bij bochten in het kanaal en in hoeken waar het zich kan ophopen.
Dit komt overeen met het schadebeeld in het deel aansluitend op de afzuigkap. De afzuigkap en het bochtstuk konden vanuit de keuken eenvoudig met de hand worden gereinigd. Voorbij de bocht was reinigen zonder hulpmiddelen c.q. het loshalen van de afzuigbuis niet meer mogelijk. (…)
De behuizing was niet vrij toegankelijk en er waren geen inspectieluiken aanwezig waarlangs een en ander gereinigd kon worden.
Verder van de bron vandaan slaat minder aanslag aan de binnenzijde van het kanaal neer, omdat de meeste vettigheid al eerder is neergeslagen. Vandaar dat bovenin geen of minder vervuiling is aangetroffen. (…)
2)
Tijdens het onderzoek ter plaatse zijn onder de afzuigmotor in het trappenhuis geen (verbrande) resten van het in de vraag genoemde papier en/of de brandgevaarlijke desinfectiemiddelen aangetroffen. (…) Gelet op de aantasting op het muurdeel onder de afzuigmotor is het mogelijk dat er brandbare goederen stonden. (…) Feit is wel dat, indien er brandbare goederen in het gebied onder de afzuigmotor stonden, die alleen kunnen zijn ontstoken door vallende brandende (vet)resten uit de afzuigmotor en/of de afzuigbuis.
Welke rol de eventueel aanwezige goederen bij de uitbreiding van de brand speelden en voor welke vuurbelasting deze zorgden, kon niet worden vastgesteld, omdat er tijdens het onderzoek geen resten meer waren.
Kennelijk was deze rol echter van een geringer belang dan door de advocaat van verzekerde wordt verondersteld.
Bij de afzuigmotor hing namelijk de buitenunit van de airconditioningsinstallatie. De behuizing van die unit was aan de linker bovenzijde fors door hitte aangetast. Dit aan de zijde van de afzuigmotor.
Het schadebeeld aan de behuizing van de airco-unit kan geheel worden verklaard aan de hand van de hittestraling die bij de brand in de afzuigmotor ontstond. [foto] Zouden de genoemde aanwezige papier en desinfectiemiddelen hebben gezorgd voor een grote vuurbelasting dan had verwacht mogen worden dat de airco-unit aan de onderzijde veel meer door hitte en/of vuur zou zijn aangetast dan nu het geval was.
Het is dan ook niet aannemelijk dat het verbranden van de eventueel aanwezige goederen onder de afzuigmotor het schadebeeld aan de afzuigmotor en afzuigbuis veroorzaakten.”
2.12.
NLOI heeft in het kader van haar onderzoek gesproken met de heer [naam] van [naam] ’s Gastroservice. In een interviewverslag van 19 mei 2021 dat NLOI heeft opgesteld staat onder meer:
“Vraag: Kun je aangeven hoe vaak je bij [eiser] ben geweest de afgelopen jaren en hoe vaak je toen de afzuigkanalen en de motor hebt geïnspecteerd?
Antwoord: Het kanaal en afzuigmotor is door mij elk jaar geïnspecteerd en er was geen vervuiling van meer dan 1 mm te zien. In de kast/box waarin de afzuigmotor, die overigens 3 jaar geleden is vervangen vanwege defecte lagers en in de motor zelf was ook geen vervuiling van meer dan 1 mm te zien. (…)
Nadat ik bij de afzuigmotor buiten de keuken de panelen los heb gehaald controleer ik ook altijd de binnen-panelen op aantasting en ook hier bleken de panelen een zeer geringe vetaanslag te hebben.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de verzekeraar veroordeelt tot betaling van € 87.051,97, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 13 november 2020, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiser] heeft kort gezegd het volgende gesteld. [eiser] heeft niet voldaan aan de polisvoorwaarde dat de schoorstenen en extractiebuizen met extractiemotoren en ventilatoren elke 12 maanden moeten worden schoongemaakt door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf. Maar uit de rapporten van Efectis en NLOI volgt dat de schade door de brand niet is veroorzaakt of vergroot door het niet naleven van die voorwaarde. Dat betekent dat de schade wordt gedekt onder de verzekering.
3.3.
De verzekeraar betwist dat uit de rapporten van Efectis en NLOI volgt dat de brand niet is vergroot of veroorzaakt door schending van de ‘Frituren, Bakken en Koken’ clausule. Verder betwist de verzekeraar de schade en de daarover gevorderde wettelijke handelsrente. De verzekeraar concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , hetzij [eiser] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, hetzij [eiser] zijn vorderingen te ontzeggen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Deze zaak gaat over de vraag of de brandschade in de lunchroom is gedekt onder de verzekering.
systematiek en uitleg van de verzekering
4.2.
In de polisvoorwaarden staan de volgende bepalingen:
“Indien in geval van schade blijkt, dat niet aan de onderstaande clausule(s), speciale conditie(s) en/of uitsluitingen is voldaan vervalt alle recht op schadevergoeding, tenzij u bewijst dat de schade hierdoor niet veroorzaakt of vergroot werd. (…)”
[hierna:
de dekkingsclausule]
“Frituren, Bakken en Koken clausule:
Deze verzekering is geaccepteerd onder de expliciete voorwaarden dat indien er gefrituurd, gebakken of gekookt wordt binnen het gebouw: (...)
Ten aanzien van de afzuiginstallatie en bijbehorende motoren (…)
m) de gehele lengte van alle schoorstenen en extractiebuizen met extractiemotoren en ventilatoren, moeten minimaal elke 12 maanden worden gereinigd door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf* of een kortere periode als de vervuiling daar aanleiding voor geeft of het reinigingsbedrijf dit adviseert”
[hierna:
de schoonmaakclausule]
4.3.
Tussen partijen staat vast dat [eiser] niet heeft voldaan aan de verplichting uit de schoonmaakclausule. De verzekering biedt daarom geen dekking voor schade, tenzij [eiser] bewijst dat de schade niet is veroorzaakt of vergroot door schending van de verplichtingen uit de schoonmaakclausule. Dit is expliciet zo afgesproken met de dekkingsclausule. Ter zitting is gebleken dat partijen het er over eens zijn dat de dekkingsclausule en de schoonmaakclausule in dit geval zo moeten worden uitgelegd, dat [eiser] moet bewijzen dat de schade niet is veroorzaakt of vergroot door vervuiling in de afzuigapparatuur (de afzuigmotor en de daarbij behorende buizen). Met ‘vervuiling’ wordt de vetaanslag bedoeld die in de afzuigapparatuur neerslaat door bakken/frituren. De rechtbank zal daarom ook uitgaan van deze uitleg.
heeft [eiser] bewezen dat de brand niet is veroorzaakt of vergroot door de vervuiling?
4.4.
Tussen partijen staat vast dat de oorzaak van de brand een vlam in de pan is geweest. Dat volgt ook uit het eerste onderzoeksrapport van I-TEK (zie 2.6). De vraag die partijen dus nog verdeeld houdt is of [eiser] heeft bewezen dat de schade niet is vergroot door de vervuiling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] dit niet bewezen. Daartoe is het volgende van belang.
4.5.
Vetaanslag is brandbaar materiaal. Vetaanslag in afzuigapparatuur kan daarom in zijn algemeenheid brandschade vergroten. Dat maakt de rechtbank op uit de overgelegde rapporten en de verklaring van de heer Van der Zande tijdens de zitting. In dit geval heeft de brand zich vanuit de pan op het fornuis verder verspreid in de afzuigapparatuur. Met name de afzuigmotor, die zich in de ruimte naast de keuken bevond, is flink beschadigd geraakt. Dit is tussen partijen niet in geschil.
4.6.
Efectis heeft geschreven dat de omvang van de schade niet alleen te verklaren is op basis van de in het kanaal en in de ventilatorunit (de afzuigmotor) aanwezige vuurbelasting (vervuiling), maar dat ook de ventilatiestroom een grote rol speelt. Ook heeft Efectis geschreven dat brandende papierrollen en handgel die onder de ventilatorunit stonden een rol hebben gespeeld bij het vergroten van de schade. Dit heeft zij afgeleid uit de foto’s van I-TEK van de schade aan de muur en de schade aan de stalen bevestigingsbeugel van de ventilatorunit. Efectis heeft in haar analyse dus andere mogelijke oorzaken voor de schade(omvang) gegeven. Dat sluit op zichzelf echter niet uit dat ook de vervuiling een rol heeft gespeeld bij het vergroten van de schade. De door Efectis genoemde alternatieve oorzaken voor de schade bewijzen dus niet dat de schade niet is vergroot door de vervuiling.
4.7.
De rapporten van Efectis en NLOI bevatten geen andere informatie die bewijst dat de schade niet is vergroot door de vervuiling. In de rapporten wordt wel geageerd tegen de conclusie van I-TEK dat in de behuizing van de afzuigmotor sprake was van ‘de nodige (brandbare) vervuiling’ ten tijde van het ontstaan van de brand, gelet op de aantasting van de afzuigmotor en de directe omgeving daarvan (zie 2.6). Efectis en NLOI wijzen daarbij op de omstandigheden dat [eiser] (naar eigen zeggen) nauwelijks met olie bakte en dat de monteur de heer [naam] in september 2020 bij zijn inspectie heeft geconstateerd dat er zo weinig vervuiling aanwezig was dat reiniging van de kanalen niet nodig was. [eiser] heeft in deze procedure gesteld dat de installatie niet vervuild was, maar die conclusie wordt in de rapporten van Efectis en NLOI niet getrokken. Sterker nog, Efectis geeft juist expliciet aan dat er altijd sprake zal zijn van vervuiling, behalve op het moment dat het kanaal net is gereinigd (zie 2.8). De rechtbank volgt deze stelling van [eiser] dan ook niet. Het staat verder vast dat de afzuigapparatuur in zijn geheel (al enige tijd) niet was schoongemaakt. [naam] heeft ook verklaard dat er geen vervuiling van meer dan 1mm te zien was, wat iets anders is dan geen vervuiling. De rechtbank maakt uit dit alles op dat er, ook als er maar weinig werd gebakken en gefrituurd, enige mate van vervuiling in de afzuigapparatuur aanwezig was ten tijde van de brand. Aldus is niet gebleken dat er geen vervuiling aanwezig was die schade kan hebben vergroot.
4.8.
Ook de opmerking van Efectis dat I-TEK tijdens haar onderzoek heeft vastgesteld dat het einde van de afzuigbuis (richting het dak) nauwelijks beschadigd is geraakt door de brand, terwijl daar juist volgens Efectis de grootste mate van vervuiling te verwachten was omdat het daar koud is en de aanslag daarom daar neerslaat, leidt niet tot een andere conclusie. Kennelijk zat er dus (volgens Efectis) geen of zo weinig vetaanslag in de buizen, dat de schade niet is vergroot door de vervuiling. I-TEK heeft in haar aanvullende rapport van 15 maart 2021 in reactie op dit standpunt geschreven dat aan het einde van de buis juist minder aanslag kan worden verwacht, omdat het meeste vet direct aan het begin van het kanaal neerslaat. Dat verklaart volgens I-TEK dat zij nauwelijks vervuiling heeft aangetroffen aan het einde van de buis (richting het dak). Daar heeft [eiser] niets meer tegenin gebracht. Dat had wel op zijn weg gelegen, omdat hij moet bewijzen dat de schade niet is vergroot door de vervuiling.
4.9.
Voor het overige bieden de rapporten van Efectis en NLOI geen andere inzichten die bewijzen dat de schade niet is vergroot door de vervuiling.
conclusie
4.10.
Het voorgaande betekent dat [eiser] niet heeft bewezen dat de schade niet is vergroot door de vervuiling. Gelet op de systematiek van de verzekering (zie 4.3) betekent dat dat de schade niet is gedekt. De vordering wordt daarom afgewezen.
proceskosten
4.11.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de verzekeraar als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.228,00
(2,00 punten × € 1.114,00)
Totaal
5.065,00
4.12.
Hierna onder het kopje ‘de beslissing’ staat verder welk bedrag [eiser] moet betalen aan nakosten. Dit is een bedrag als vergoeding voor advocaatkosten en eventuele betekeningskosten die zij nog maakt na dit vonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de verzekeraar tot dit vonnis vastgesteld op € 5.065,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis aan de zijde van de verzekeraar ontstane nakosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en eventueel nadien gemaakte explootkosten van betekening van de uitspraak als [eiser] niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis aan het vonnis heeft voldaan, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de betekening tot de dag der algehele voldoening,
5.4.
verklaart de kostenveroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, bijgestaan door mr. T. Kok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2023.