In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Liander N.V. en twee gedaagden over de afsluiting van de energievoorziening. Liander, vertegenwoordigd door mr. D. de Waard, heeft een vordering ingesteld om de gedaagden af te sluiten van energie vanwege wanbetaling. De gedaagden zijn niet verschenen tijdens de zitting, maar waren wel op de hoogte van de procedure. De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat Liander gerechtigd is om de energievoorziening van de gedaagden te onderbreken, maar niet vóór 1 april 2023, in lijn met de gewijzigde Regeling afsluitbeleid die is ingesteld om te voorkomen dat kleinverbruikers in de winterperiode worden afgesloten vanwege tijdelijke betalingsproblemen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden een schadevergoeding van € 250,- verschuldigd zijn aan Liander voor de periode zonder contract. Daarnaast is bepaald dat de afsluitkosten beperkt worden tot € 70,- per energiemeter. De rechter heeft ook opgemerkt dat de Regeling afsluitbeleid een uitzondering maakt voor netbeheerders, maar dat dit niet betekent dat afsluiting zonder waarborgen kan plaatsvinden. De kantonrechter heeft benadrukt dat de doelstelling van de regeling is om afsluiting tijdens de winterperiode te voorkomen, en dat Liander zich aan deze voorwaarden moet houden.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagden moeten toestaan dat Liander de noodzakelijke werkzaamheden uitvoert om de energievoorziening te onderbreken, en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de kosten van de procedure, die zijn begroot op een totaal van € 105,31 aan explootkosten, € 80,- aan salaris van de gemachtigde, € 322,- aan griffierecht en € 66,- aan nakosten. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.