Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
3.
[verzoeker 3] ,
1. De procedure
- het verzoekschrift, met producties,
- de tussenbeschikking van 5 januari 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het verweerschrift, met producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 februari 2023 met de daarin genoemde stukken.
2.2. De feiten
“Indien bovengenoemde punten worden aangepast, is de vraagstelling akkoord.”
“1. Uw voorstel met betrekking tot pagina 4 onderdeel i en I is akkoord.2. Met betrekking tot vraag 1a ben ik Centramed tegemoetgekomen door in het eerste onderdeel te verwijzen naar het gevoerde beleid en de woordenverontrustend
enalarmerend
te vervangen doorafwijkend
.3. Uw bezwaren tegen de formulering van vraag 1d heb ik ondervangen door ter verwijzen naar vraag 1c.4. Cliënten handhaven de formulering van vraag 4a.5. Uw voorstel met betrekking tot de wijziging van vraag 7b is akkoord.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
b) Hoe beoordeelt u het moment waarop de gynaecoloog bij de bevalling van [verzoeker 2] is geroepen en het tijdstip waarop de gynaecoloog ter plaatse was?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
c) Als de gynaecoloog eerder was gekomen, wat was dan het te verwachten beleid en beloop geweest?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
b) Had eerder tot een sectio besloten moeten worden? Zo ja, wanneer en waarom?
c) Als u bij vraag 6b heeft geantwoord dat eerder tot een sectio besloten had moeten worden, wilt u dan aangeven op welk tijdstip het uitvoeren van de sectio op zijn laatst nog toelaatbaar was geweest?
d) Had op het hiervoor in vraag 6c bedoelde tijdstip de opgetreden bradycardie vermeden kunnen worden?
b) Als u meent dat niet aan de in vraag 9a bedoelde standaard is voldaan, wat is de invloed daarvan op het beloop en de uitkomst voor [verzoeker 3] ?
b) Hebt u met deze casus geen directe of indirecte bemoeienis gehad en staat u vrij ten opzichte van partijen om in deze zaak een onafhankelijke expertise te verrichten?
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,