In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 januari 2023 een tussenuitspraak gedaan in een geschil tussen AXA Investment Managers Deutschland GmbH (hierna: AXA) en Paradepaard 3 B.V. (hierna: Paradepaard) over de garantieverplichtingen van Paradepaard met betrekking tot de huurbetaling door de huurder, Odyssey. AXA, de eisende partij, stelt dat Paradepaard haar garantieverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de mogelijke gevolgen van de coronamaatregelen voor de huurbetalingen door Odyssey. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 december 2021, en de rechtbank heeft verschillende processtukken en eerdere vonnissen in overweging genomen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Paradepaard heeft op 28 april 2017 een huurovereenkomst gesloten met Odyssey voor de exploitatie van het hotel Holiday Inn Express Amsterdam North Riverside. Op 20 oktober 2017 heeft Paradepaard het hotel verkocht aan AXA voor € 67.000.000, waarbij in de koopovereenkomst garanties zijn opgenomen over de huurbetalingen. De huur is op 2 juni 2020 ingegaan, en er is een huurvrije periode van drie maanden afgesproken. Echter, door de coronamaatregelen heeft Odyssey moeite gehad om aan haar huurverplichtingen te voldoen, wat heeft geleid tot een geschil over de aansprakelijkheid van Paradepaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Paradepaard op het moment van levering van het hotel op 3 juni 2020 op de hoogte had moeten zijn van de coronamaatregelen en de impact daarvan op de huurbetalingen. De rechtbank concludeert dat Paradepaard tekort is geschoten in haar garantieverplichtingen, omdat zij niet heeft gemeld dat er omstandigheden waren die de huurbetalingen door Odyssey konden beïnvloeden. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling van de schadevergoeding die AXA van Paradepaard vordert, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over de hoogte van de schadevergoeding.